boekdrukkunst

tosephathias1667
Bijbel Joseph Athias 1667 titelpagina

In Nederland gaan we ervan uit dat in 1440 Laurens Janszoon Coster uit Haarlem de uitvinder van de boekdrukkunst was, in Duitsland noemt men Gutenberg. Of het nu de Duitser Gutenberg was of Coster (uiteindelijk waren het de Chinezen), in 1473 werd het eerste boek gedrukt. Niet lang daarna bereikte de boekdrukkunst Amsterdam, een der oudste boeken hier gedrukt dateert uit 1506.
In de 16e eeuw zijn er drie boekdrukkers in de stad maar in de Gouden Eeuw, de 17e eeuw, heeft de boekdrukkunst zo’n grote ontwikkeling doorgemaakt dat er hier 30.000 werknemers zijn in die industrietak.

De boekdrukkunst als Joodse bedrijfstak is van groot belang geweest. Amsterdam bekleedde een vooraanstaande plaats bij Hebreeuwse liturgische boeken en Jiddische boeken, en op dat gebied zijn er een aantal uitgevers geweest.
De Sefardische Rabbijn Menasse ben Israël gaf van 1626 – 1656 boeken uit en het eerste Hebreeuwse boek van deze uitgever dateert van 1627. Hij was de voorloper in deze bedrijfstak en baande de weg voor meer drukkers. Naast Hebreeuwse boeken gaf deze uitgever ook boeken uit in het Spaans en het Latijn. Menasse werd in 1641 benoemd tot rabbijn van de Sefardische gemeente Talmud Torah en in dat jaar draagt hij zijn uitgeverij over aan Elia Aboab. Elia draagt de uitgeverij in 1646 over aan Joseph ben Israel, de jongste zoon van Menasse.
Snel kwamen er andere uitgevers naar de stad. In 1627 Daniël de Fonseca en van 1641 – 1659 geeft Emanuel (Immanuel) Benviste, afkomstig uit Venetië hier boeken uit en door zijn komst neemt Amsterdam de positie van Venetië over als centrum voor de wereldmarkt aan Hebreeuwse boeken.

David ben Abraham de Castro Tartas was in de Gouden Eeuw een belangrijke uitgever. Hij was geboren in Tartas (Portugal) in 1630 en vluchtte met ouders en twee broers uit Braganca. In 1640 kwam het gezin in Amsterdam aan. Zijn oudere broer Isaac trok naar Brazilië, werd daar gevangen genomen, veroordeeld in Lissabon en werd daar op de brandstapel verbrand. De uitgeverij van David gaf tussen 1662 en 1701 een nieuwsblad uit, de Gazeta de Amsterdam, gericht op de gevluchte Joden uit Portugal.
Rabbijn Joseph Athias gaf in 1661 en 1667 een uitgave van de Thora uit, maar ook andere boeken zoals Tikkun Sepher Torah en de Duitse vertaling van de bijbel vanuit de Joodse traditie. In 1658 begint Uri Phoebus HaLevi (Uri Witzenhausen) zijn uitgeverij die zal bestaan tot 1689 en ook hij geeft liturgische boeken uit. Een eeuw later is het de Asjkenazische familie Proops die veel boeken uitgeeft. Deze uitgeverij bestaat tot ca. 1850. De koppositie van Amsterdam blijft nog een lange tijd en werd bestendigd door de uitvinding van een zeer scherpe en duidelijke drukletter. ‘Gedrukt in Amsterdam’ werd tot een kwaliteitskenmerk verheven en werd zelfs gebruikt door goedkopere drukkerijen die later in Oost-Europa opkwamen.  Deze drukkerijen namen uiteindelijk de positie van Amsterdam over.

Medische boeken
In deze tijd (2020-2021) van een pandemie is een bijzonder genre van boeken bijzonder interessant. De medische boeken in het Jiddisch ontstonden en geven ons tegenwoordig een inkijkje in hoe er toen werd omgegaan met besmettelijke ziekten. Daniëlla Mauer (Universiteit van Amsterdam, Universiteit van Jeruzalem) vertelt in onderstaand filmpje hoe men in de 17e eeuw omging met de Pest, toen een pandemie. Met haar kennis van het Jiddisch en het Hebreeuws is Daniella Mauer in staat een medisch-farmaceutisch onderwerp te bestuderen dat voor de meeste onderzoekers op een ontoegankelijk terrein ligt.

 

bron:
coppenhagen collectie, Oxford,
joodsamsterdam.nl,
jewish vitual librabry,
wikipedia,
jewishencyclopedia.com,
stadsarchief Amsterdam.

gepubliceerd:
22 april 2016

laatst bijgewerkt:
24 juni 2021