Coppenhagen collectie

oxfordBinnen het Jodendom vormt het leren (lernen in het Jiddisj) een belangrijke opgave voor het leven. En uit de wil om zoveel mogelijk kennis te vergaren komt ook de belangstelling voor boeken. Zo heeft de Snoge (Portugese Synagoge) een prachtige bibliotheek, Ets Haim, maar ook is er een grote grotendeels Nederlandse bibliotheek bijeen gebracht door verschillende leden van de familie Coppenhagen.

Isaac
De eerste stappen om deze collectie bijeen te brengen werden gezet door Isaac H. Coppenhagen (1846 – 1905). Hij was in Amsterdam een leraar Hebreeuws. Zijn zoon was Haim I. Coppenhagen (1874 – 1942).
Haim studeerde af aan het Nederlands Israelitisch Seminarium in Amsterdam en hij breidde de collectie uit die hij van zijn vader erfde. Hij noemde de collectie Otsar Haim (een levende schat). Het centrale thema van de collectie was de geschiedenis van het Nederlandse Jodendom. Zijn zoon, Jacob (1913 – 1997) breidde de collectie nog verder uit.

De oorlog
Jacob realiseerde zich in de eerste maanden van de oorlog dat de collectie, inmiddels al omvangrijk, niet kon blijven waar deze was. De collectie bevond zich bij zijn ouders thuis en bij deportatie zou de collectie weggehaald worden en zeker vernietigd zijn. Hij begon de collectie weg te halen en onder te brengen in een Joodse school, waar hij in die tijd werkte. Dan zouden de boeken gezien worden als een deel van de bibliotheek van deze school. Het verwijderen van de ex-librissen uit de boeken was daarom essentieel, dan kon de oorsprong van de boeken niet worden achterhaald. De boeken waren veilig in de school, op het verwijderen van Joodse eigendommen van scholen e.d. stonden straffen. Maar naarmate de oorlog vorderde kwam het sluiten van de school in zicht. Steeds minder kinderen bleven er immers voor de school over. Daarmee was ook de collectie weer in gevaar. Jacob bracht de collectie onder bij het naastgelegen gebouw, een niet-Joodse school. De meest kostbare stukken van de collectie werden verstopt. Uiteindelijk ging Jacob zelf in onderduik waarmee hij de collectie achter liet – en de collectie werd verdeeld over verschillende locaties. Met de hulp van het verzet overleefde Jacob de oorlog, het grootste deel van zijn familie werd vermoord in Auschwitz en Sobibor.

deels in onderduik
Een deel van de collectie ging tijdens de oorlog in onderduik. Johannes Alderse Baas was een vriend van Jacob. Ze kenden elkaar van het avondgymnasium in Amsterdam en al bij de uitbraak van de oorlog vroeg Jacob aan Johannes of hij een deel kon onderbrengen. Met de bakfiets bracht hij de boeken onder bij elf verschillende predikanten in Amsterdam die immers vrijgesteld waren van het verbod op het bezit van Hebreeuwse geschriften. Alle boeken werden gecatalogiseerd en op lijsten vermeld. Deze lijsten werden keurig door mijn vader bewaard. Na de oorlog ontving Jacob alle boeken en manuscripten weer terug van de dominees waarbij er niet één ontbrak. De boeken konden terug naar Jacob. Jacob en Johannes bleven na de oorlog bevriend, ook na de alijah (emigratie naar Israël) van Jacob. In het Westerweel-woud plantte Jacob een boom voor Johannes en voor al zijn verzetswerk werd Johannes Alderse Baas in 1978 geeerd met de Yad Vasjem onderscheiding.

Na de Holocaust
Na de bevrijding begon Jacob de collectie weer bijeen te brengen. Dat verliep niet zonder slag of stoot. Een deel van de boeken werd meteen gevonden, een ander deel was verdwenen. De boeken in de school waren door de Duitsers in beslag genomen en deze kwamen relatief snel terug naar Amsterdam. De boeken die in het ouderlijk huis lagen van Jacob waren verdwenen. Tot ver na de oorlog kwamen er boeken (vaak herkenbaar aan de contouren van de Ex Libris van Haim) terug.
In eerste instantie was de collectie samengesteld vanwege het plezier in het verzamelen van boeken, uiteindelijk werd de collectie een waardevolle schat aan informatie over de geschiedenis van het Nederlandse Jodendom. Daarnaast werd de geschiedenis van de holocaust een belangrijk onderdeel van de collectie. De collectie toonde zo welke vernietiging er was toegebracht aan het Nederlandse Jodendom dus Jacob voegde aan de collectie boeken toe die illustreerden wat er vernietigd was. Dit doel staat omschreven in een deel van de Talmud (Avodah Zarah 18a) in de Yom Kippoer liturgie waarin staat “gewillin nisrafien ve’otiyot porchot” (perkamenten rollen worden verbrand, maar woorden vliegen). Deze zin staat in de ex-libris die in alle boeken van de collectie staan vanaf de jaren vijftig. Hiermee geeft de collectie aan dat dit het overblijfsel is van een eens florerende Joodse gemeenschap. Om het niet een te breed gebied te maken concentreerde Jacob zich op het verzamelen van materiaal over het Nederlandse Jodendom, de Holocaust in de lage landen samen met de Joodse geschiedenis van Suriname en de Nederlandse Antillen.
Jacob Coppenhagen werd uiteindelijk bibliothecaris van professie. Van 1965 – 1969 was hij de bibliothecaris van Ets Haim. In 1969 emigreerde Jacob naar Israël waar hij bibliothecaris werd voor de Israëlische Omroep. De collectie ging eveneens naar Israël.
Zijn kennis van het Nederlandse Jodendom en zijn kennis als bibliothecaris had een zeer goede invloed op de collectie. Hoewel de collectie een privé-collectie was werd het een belangrijke bron voor een groot aantal onderzoekers.

De collectie
De collectie bevat zo’n 30.000 boeken over de Joods-Nederlandse geschiedenis, een serie oude etsen met Joodse thema’s, een bijzondere verzameling aan Joodse ex-librissen, zo’n 1000 pamfletten over verschillende Joodse gemeenschappen voor de Tweede Wereldoorlog, een uitgebreid archief aan krantenartikelen en meer dan 300.000 microfiches met gegevens over Joods leven gerangschikt op onderwerp.

Amsterdam – Jerusalem – Oxford
Jacob overleed in 1997 en de collectie bevond zich in zijn huis in Jeruzalem. Zijn vrouw en zoons wilden een goede locatie hebben voor deze collectie. Een locatie waar men de toekomst van de collectie kan waarborgen. Die locatie werd gevonden in het Oxford Centre for Hebrew en Jewish Studies, een deel van de Universiteit van Oxford. Op Yarnton Manor, ten noorden van Oxford bij Kidlington, werd de collectie ondergebracht en een groot deel van de collectie is inmiddels gecatalogiseerd. De collectie kan geraadpleegd worden en afspraken kunnen worden gemaakt met de bibliothecaris. Meer informatie over deze prachtige collectie via deze link.  Vervolgens is een een lezing te zien over deze collectie via deze link.

 

bron:
The Coppenhagen Library, Oxford Centre for Hebrew en Jewish Studies.
aanvulling Willem Alderse Baas, d.d. 21 november 2023.

Illustratie:
© joodsamsterdam.nl (18 mei 2012). Met dank aan Y. Coppenhagen.

gepubliceerd:
20 april 2011

Laatst bijgewerkt:
21 november 2023