de NSB

mussertDe NSB, de Nationaal Socialistische Beweging, werd in Utrecht op 14 december 1931 opgericht. Op 4 november 1932 passeerde bij een notaris de akte van de stichting “Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland”. Het bestuur werd gevormd door één persoon, door Anton Mussert (foto). Er was wel een raad van vijf personen, volgens de statuten, maar deze raad had geen macht.

Het had grote voordelen om deze organisatie een beweging te laten zijn en als rechtsvorm een stichting. Een normale politieke partij moet zich houden aan de democratische spelregels en controle. De NSB hoefde dat niet. Alle besluiten werden genomen door Mussert. De macht lag volledig bij hem.
In alle publicaties werd gesproken over “de Beweging” en dit werd gepresenteerd als vernieuwend, wars van de verroeste oude politieke partijen en structuren.
De NSB was anti-parlementair. Veel belang werd gehecht aan een sterke leider. Het grote voorbeeld was de NSDAP in Duitsland en toen die steeds verder radicaliseerde, ging de NSB daarin mee.
volkenvaderlandDe NSB presenteerde zich als open voor alle Nederlanders en ook Joden mochten lid worden. In 1937 nam de partij het antisemitisme aan en bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog waren de Joden de eersten die uit de beweging gezet werden.

Oorlog
De NSB schaarde zich in de oorlog achter Duitsland. De organisatie deed dit in de Hagespraak op 22 juni 1940 in Lunteren.
De Oranjes hadden volgens Mussert hun recht op de troon verspeeld. De NSB wilde dat Nederland strikt neutraal zou blijven en verwachtte dat de uitkomst van de oorlog een nieuwe Europese orde zou zijn, met Duitsland aan de leiding.

Provocaties
In februari 1941 begonnen in de Amsterdamse Jodenbuurt talrijke provocaties door de NSB. Op 11 februari marcheerden ca. 45 WA-mannen (WeerbaarheidsAfdeling) door deze buurt heen. Caféhouders moesten de bordjes “Voor Joden verboden” ophangen en rond het Rembrandtplein leidde dit tot confrontaties; een aantal caféhouders weigerden dit.
De groep WA-mannen stuitte op het Waterlooplein op een groep Joden en het liep uit op een treffen. De WA viel aan met wapenstokken, ijzeren staven en ploertendoders en de WA werd aangevallen met bleekwater en zelf gemaakte wapens. Het gevecht duurde maar een paar minuten, maar Hendrik Koot, een WA-man, bleef op straat liggen met zwaar hoofdletsel. Hij werd naar het Binnengasthuis gebracht waar hij in coma bleef en enkele dagen later, op 14 februari, overleed.

kootDe vlam in de pan
Deze gebeurtenis werd door de NSB aangegrepen om veel publicitair geweld te ontketenen. De begrafenis van Koot op Zorgvlied, op 17 februari, werd hiervoor gebruikt. Koot zou op beestachtige wijze vermoord zijn, talloze wonden zouden zijn lichaam overdekt hebben, zijn neus en oren zouden afgebeten zijn, een Jood was gebogen over Koot gezien en had zijn met bloed besmeurde lippen afgelikt en de dood zou veroorzaakt zijn door het doorbijten van het strottenhoofd. In werkelijkheid had Koot slechts 1 verwonding, aan zijn hoofd, veroorzaakt door een slag. De hetze tegen de Joden was de aanleiding tot de eerste grote razzia op de Joodse bevolking, op 22 en 23 februari. Deze razzia werd de aanleiding tot de Februaristaking.

verder
In 1942 kreeg Mussert de eretitel “Leider van het Nederlandse Volk”. In het echt was echter Seyss-Inquart de baas en werd Mussert niet serieus genomen door de bezetter. Mussert had verschillende politieke idealen. Een groot-Nederland, waarbij Nederland, België en Frans-Vlaanderen samen werden gevoegd onder de alleenheerschappij van de NSB. Zijn ideaal bereikte hij niet, de SS wilde een groot-Duits rijk en zag meer in annexatie van Nederland en dit idee werd ook in Nederland gesteund, onder meer door Rost van Tonningen.

Hoe groot was de NSB?
De NSB had de volgende ledenaantallen:
januari 1933 ca. 1000
1 januari 1934 21.000
1 januari 1935 33.000
1 januari 1936 52.000
in de oorlog 100.000
Nederland had in deze jaren in totaal zo’n 8.000.000 inwoners. Veel van de aanhangers waren uit de middenklasse, wat goed was voor de financiering van de beweging.
 

Structuur
De NSB modelleerde zich naar het voorbeeld van de NSDAP. Er kwam een soort Hitlergroet (arm wat verder omhoog, onder de roep “Houzee”), aanspreektitels (Mussert was “Leider”, vergelijk Hitler en “Fuhrer”), een jeugdbeweging (Jeugdstorm), een studentenbeweging, een Weerbaarheidsafdeling (WA), een dagblad, een weekblad (Volk en Vaderland; hoofdredacteur George Kettmann), uniformen. Dit uiterlijk vertoon zorgde dat de leden zich bijzonder voelden, en creëerde een wij-zij gevoel.
De economische crisis van de dertiger jaren maakte dat de onvrede groot was en de voedingsbodem voor deze beweging werd daardoor ideaal.
Vlak voor de oorlog, toen het duidelijk werd dat het fascisme in Europa ernstige vormen ging aannemen, daalde de aanhang van deze beweging sterk naar 3,89% van de stemmen bij de Statenverkiezing in 1939 (zelfde verkiezingen in april 1935 7,94%). In de oorlog steeg echter het ledental sterk.

 

Ommekeer
Dolle Dinsdag, de invasie in Frankrijk, op 4 september 1944 zorgde voor de grote ommekeer. De NSB’ers vluchtten massaal. Mussert ging naar Almelo, veel NSB’ers gingen naar de Lüneburger Heide. Dit zorgde voor veel negatieve publiciteit wat de aanhang van de NSB sterk verminderde. De NSB probeerde de gunst weer terug te krijgen door een aantal kopstukken uit de partij te zetten, waaronder zelfs Rost van Tonningen. Dat baatte niet meer. Na de bevrijding werd de beweging verboden en de rol van de NSB was uitgespeeld.

laatst bijgewerkt:
18 september 2019