Emanuel Moffie

moffieemanuel2Het Waterlooplein was Emanuel (Mani) Moffie een legendarische standwerker, zoals Kokadorus dat was op het Amstelveld. Wie was Emanuel, die voluit Eduard Emanuel Moffie heette?

In het gezin van Hartog Moffie (Amsterdam, 12 oktober 1889 – Amsterdam, 16 maart 1921) en Klara Pachter (Amsterdam, 19 april 1891 – Auschwitz, 7 december 1942) werden zeven kinderen geboren; Vogeltje (Amsterdam, 14 oktober 1909 – Amsterdam, 26 mei 1911), Esther (Amsterdam, 3 oktober 1910 – Auschwitz, 30 september 1942), Rachel (Amsterdam, 13 augustus 1912 – Amsterdam, 6 januari 1913), Mina (Amsterdam, 10 december 1913 – Auschwitz, 8 oktober 1942), Naatje (Amsterdam, 7 januari 1916 – Majdanek, 30 november 1943), Solomon (Amsterdam, 25 juli 1917 – Amsterdam, 25 juni 1918) en Eduard Emanuel (Amsterdam, 2 juni 1920 – Amsterdam, 11 april 1992). Met haar tweede echtgenoot, bakker Salomon Piller (Amsterdam, – Auschwitz, ), kreeg moeder nog een zoon, Mozes (Amsterdam, 28 december 1924 – Auschwitz, 30 september 1942). Het gezin woonde vanaf 1910 op de Valkenburgerstraat 89-2 en vanaf 1913 op de Jodenhouttuinen 44. Voor zover na is te gaan werd Emanuel daar geboren.

Emanuel (Manie) trouwde op 10 juli 1940 met Sofia Francisca Zetter (Amsterdam, 11 mei 1919 – 1 februari 2006).  Op 16 oktober 1941 werd dochter Klara (Carla) geborenen in de Kliniek voor Vroedvrouwen te Amsterdam. Klara heeft een dagboek gemaakt dat in te zien is bij het Joods Museum. Het huwelijk tussen Emanuel en Sofie werd in januari 1951 ontbonden waarna Emanuel in december 1952 trouwde met Maria Elisabeth Diederika Fikke (Amsterdam, 5 mei 1916). De laatste jaren van zijn leven woonde Emanuel samen met de in Amsterdam geboren en later tot Amerikaanse genaturaliseerde Inge de Vries.

Emanuel was standwerker. Hij raakte bekend onder zijn achternaam Moffie en werd in Amsterdam “Moffie van het Waterlooplein” genoemd. Hij verkocht voornamelijk horloges, scheermesjes en vulpennen en slaagde erin zijn klanten te laten geloven dat al zijn horloges kwaliteitsuurwerken waren – met Zwitserse precisie en een 17-steens incablok, terwijl het in werkelijkheid voor een deel van de koopwaar anders was. Inferieure horloges (die natuurlijk elders verkocht werden) noemde hij een schoensmeerdoosje met radertjes.

moffieemanuel1Hij was rap van de tong gesneden, had vele oneliners, zoals dat hij een buurman was van koningin Juliana. Je kon hem ook altijd bellen als er klachten waren: “Hier is mijn telefoonnummer”, zei hij dan, stroopte zijn mouw op en liet het getatoeëerde nummer uit zijn tijd in Auschwitz zien.
Hij was van gestalte een veel kleinere man dan zijn reputatie groot was. Moffie had zijn grenzen. Hij hield van het vak en had de pest aan de kantoorbediendes uit de buurt die in hun lunchpauzes naar zijn kraam kwamen om te kijken naar het gratis entertainment. Zo is er een herinnering aan hem dat hij eens een vulpen verkocht aan een jonge toeschouwer voor wat hij in zijn zak had (ƒ 0,15) en daarna joeg hij de toeschouwers (die alleen maar kwamen kijken naar het spektakel) weg.

foto: Hans Jansen. Emanuel Moffie op het Waterlooplein. Jaren 50 / 60

Over de vulpennen meldde hij overigens dat hetzelfde verkocht als Lorjé in de Utrechtsestraat maar goedkoper was omdat de mooie dame die daar achter de toonbank stond ook betaald moest worden. Emanuel Moffie overleed op 11 april 1992 te Amsterdam.

Trivia:

De bekende visverkoopster Brutale Coba (Rachel Moffie) was een tante van Emanuel, de zus van zijn vader.

Reactie van een lezer én meer informatie
Omstreeks de jaren vijfig was ik bevriend met Rudie Heidelberg (Rudolf Heidelberg, Amsterdam, 6 februari 1941), de jongste zoon van Marie Heidelberg. Marie was getrouwd met Emanuel Moffie en woonde op de Nieuwe Prinsengracht 46-1. Zelf woonde ik ook op de deze gracht op nummer 12-2 tussen de Amstel en de Weesperstraat.

Emanuel en Marie kregen samen een dochter Mary (1947). Vlak voor de oorlog had Moffie ook al een dochter gekregen, zij werd ondergebracht bij een gereformeerd pleeggezin. Na de oorlog probeerde hij en zijn toenmalige vrouw haar terug te krijgen maar door een gerechtelijke uitspraak werd daar niet in voorzien. Kort daarna scheidde Moffie van zijn vrouw en trouwde daarna met de weduwe Marie uit de Weesperstraat 84 waar hij in de kost zat. Marie had drie kinderen waarvan zoals ik eerder vermeldde Rudie mijn vriendje werd.

Het boek Stadsgezichten vermeldt een bizar verhaal over Moffie tijdens zijn kampverblijf. Via Schoorl en Mauthausen kwam Moffie in Auschwitz terecht. In Auschwitz moest hij de lichamen uit de gaskamers halen, waaronder zijn eigen moeder! Moffie werd geboren in de Rooie Leeuwengang, een zijsteeg van de Valkenburgerstraat. Dit was pure armoede met veel gezinnen op een veel te kleine plek. Moffie hield niet zo van kinderen.
Dit kan ik beamen, ik vond het een enge man met een blik die dwars door je heen ging. Als ik bij Rudie thuis ging spelen nodigde hij mij uit op die tijden dat zijn stiefvader niet thuis was. Overigens was zijn moeder een gezellige vrouw ook met zijn oudere broer en zuster kon ik goed opschieten.
Het jongste zusje Mary vonden we maar hinderlijk, ze kwam steeds bij ons meespelen en daar waren we niet van gediend. Zoals ik mij haar nog herinner was het een mooi meisje met donker haar en blauwe ogen. Moffie heb ik als jongen diverse keren horen standwerken en kwam agressief over, althans zo voelde ik dat toen. Soms stond Rudie ook achter de kraam om zijn stiefvader te helpen. De familie vertrok naar Soest, daar heb ik ze nog een keer opgezocht met mijn brommer. Later in de verkeringstijd heb ik Rudie voor het laatst gezien, hij kwam op visite met zijn vriendin bij mij op de Nieuwe Prinsengracht.

Hoorn, E. van Dijk

Meer reacties:
“Ooit een klokje bij hem gekocht. Na een paar dagen stond het stil. Ik terug naar Moffie. Hij vroeg: “Rust jij wel eens uit?”, ik zei: “Ja”.  “Dat klokje ook”, zei hij. (FL)

Wat dacht je van de onbreekbare kammen?  Hij buigt hem een keer, en nog een keer en bij de derde keer breekt de kam. Antwoord:  “En zo ziet ie er van binnen uit.” (TM).

Nog een reactie:
Ik ben geboren in januari 1945; tot mijn twaalfde woonde ik op Waterlooplein 111. De standwerker Moffie heeft mij vaak weggestuurd bij zijn kraam, omdat ik wel regelmatig met mijn kinderneus vooraan kwam staan om van zijn act te genieten, maar nooit iets kocht. Ook zijn volwassen publiek kon hij vaak behoorlijk de mantel uitvegen, maar wel op zo’n manier dat je het toch accepteerde: ‘Staan jullie me toch niet zo aan te staren als een stelletje lege sigarenkissies!’ Hij deed mooie trucs met speelkaarten, en van zijn handel zal ik nooit vergeten hoe hij potjes Brylcreem aanprees met de legendarische woorden: ‘Dat mot je niet op je bril smeren, maar op je harses’, waarbij hij zichzelf een klets op het voorhoofd gaf.

Hengelo, Hans Hoes.

Nog een reactie
Mijn moeder was een nicht van Marie Fikke. Zij was getrouwd met ome Eddie (Emanuel Moffie). Mijn moeder was af en toe het toevluchtsoord voor tante Marie, heb ik me laten vertellen. Met ome Eddie kwam haar leven in een rustiger vaarwater. Tante Marie en ome Eddie kwamen wel bij ons op visite. Hij kon het goed hebben met mijn vader.  Ome Eddie was bij ons zeker populair vanwege zijn bron van inkomsten. Wat ik las over het feit dat hij scherp uit de hoek kon komen het volgende. Als er iemand een te laag bod deed, keek hij achterom naar de Aaronkerk: “Moses een klant voor je”.
Mijn vader was nogal groot en ging een keer kijken op het Waterlooplein bij ome Eddie. “Mijnheer wilt u van dat krukkie afgaan”, zei Eddie. Prachtig. Nog een verkooppraatje was: “wij werken in een drie-ploegen-systeem, de aanschafploeg (zwemgebaar met één arm), de transportploeg en de verkoopploeg. Alleen de laatste ploeg werkt overdag”. Ook heeft mijn vader een keer geboden op een klokje om het bieden op gang te brengen.Ome Eddie kon inderdaad dwars door je heen kijken.

H. Eijhusen (email 7 juni 2023)

 

 

bron:
joodsmonument.nl
stamboom op www.geni.com (geraadpleegd op 1 sep 2014)
stadsarchief amsterdam, bevolkingsregister
stadsarchief amsterdam, bevolkingsregister kaarft Rudolf Heidelberg
facebook, pagina de magische stad
mokums.nl – ochtendsterren en andere gladiolen (geraadpleegd 1 sep 2014)
Stadsarchief Amsterdam, Emanuel Moffie, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 564
bron reactie (aanvullende informatie):

Bast, Truska, Stadsgezichten, honderd grote Amsterdammers uit de twintigste eeuw uitgegeven door Bas Lubberhuizen.
reactie Hans Hoes per mail d.d. 21 nov 2019
reactie H. Eijhusen per mail d.d. 8 juni 2023.
Met dank aan Tamara Reijinga (email 27 januari 2021)

illustratie:
foto Hans Jansen. Emanuel Moffie op het Waterlooplein in de 50er of 60er jaren. Geplaatst met vriendelijke toestemming d.d. 6 februari 2018

gepubliceerd:
2 mei 2016

laatst bijgewerkt:
8 juni 2023