Joseph Simon Snijders

snijdersjosephsimonJoseph Simon Snijders werd op 13 juni 1849 in Amsterdam geboren als zoon van Simon Isaac Snijders en Schoontje Josepha Kaas.

pepersientje

Hij trouwde met Sippora (Sientje) Peper (Amsterdam, 7 maart 1856 – Antwerpen, 27 december 1926). Joseph en Sippora kregen de volgende kinderen.

snijdersrachelRachel (Amsterdam, 28 jan 1884 – Antwerpen, 4 juli 1938).

snijderslouisLouis (Amsterdam, 15 april 1889 – Westerbork, 11 jan 1944).

snijdersjuliaJulia (Antwerpen, 4 oktober 1895 – Amsterdam, 7 juni 1960).

snijderssimonSimon (Amsterdam, 26 maart 1897 – Midden Europa, 28 februari 1945).
Joseph was diamantbewerker van beroep.

Joseph was een socialist. En niet alleen in het stemhokje, maar uit overtuiging en actief binnen de Amsterdamse Socialistische Beweging.
Volgens Joan Nieuwenhuis gold hij rond 1880 als ‘de enige Jood’ in ‘onze partij’ en zou dat nog jarenlang blijven. Snijders was een Joodse enkeling onder de Amsterdamse sociaaldemocraten en hij was lang de enige sociaaldemocraat onder de Amsterdamse Joden. Een weinig benijdenswaardige en dubbele uitzonderingspositie.

In 1878 was Snijders tijdens de oprichtingsvergadering lid geworden van de Amsterdamse SDV (Sociaal Democratische Vereniging). Ook zijn broer Isaac was een socialist. Isaac was in 1873 bestuurder van de Kleermakersvereniging Voortuitgang door Broederschap.

Het actieve lidmaatschap van de socialisten werd niet door alle Amsterdamse Joden gewaardeerd. In 1884 ontving de vrouw van Snijders, Sientje, een anoniem schrijven waarin stond:
“Jouw man is een sociaal in merg en been die moet in de harington. Dat kan ik me niet begrijpen, een jehoede zal zoo een ijzeren Hein wezen. Hoe is me niet verstandigher en hij steekt een ander ook aan dat is nog het ergste, want als hij een sjonte is, laat hem dan een sjonte voor hem alleen zijn. Waarachtig hij heeft Jomtof als er een vergadering is, je mist hem nooit. De man schijnt geen andere zorg te hebben; [….] Maar net wat ik zeg, die man is eenig in zijn soort.

Maar ondanks de uitgesproken angst van het besmetten van andere Joden met het socialistische virus bleef Snijders nog lang een van de weinigen. Rond 1892 was het Joodse aandeel in de Amsterdamse SDB-afdeling slechts 3%. Een heel laag percentage aangezien in 1889 de Joden 12% van de Amsterdamse bevolking uitmaakten. In april 1892 probeerde Henri Polak de Joodse Amsterdammer warm te maken voor het socialisme en hem werd het spreken onmogelijk gemaakt in een zaal aan het Waterlooplein toen het Joodse publiek ‘Oranje-Boven’ begon te zingen en tafels, stoelen en banken door de zaal wierp.
In 1892 lukte het Abraham Mozes Reens wel wat zijn voorgangers Snijders, Polak, Salomon van der Hout, Willem Speelman en Sam Colthof niet was gelukt – belangstelling voor het socialisme bewerkstelligen onder de Amsterdamse Joden. Joseph Simon Snijders overleed in Antwerpen op 23 januari 1933.

verder
Simon was diamantbewerker en hij werd door de bezetter op de lijst geplaatst van de diamantbewerkers die een Sper kregen. Hun bijdrage aan de diamantindustrie en daarmee aan het nazi-regime werd van groot belang geacht. De mensen die op deze lijst stonden werden toch gedeporteerd, zij het later in de oorlog.

bron:
Bos, D., 14 nieuwe socialisten uit de oude Jodenhoek uit: Waarachtige volksvrienden, De vroege socialistische beweging in Amsterdam, 1848 – 1894.

illustraties:
www.geni.com (geraadpleegd 22 nov 2014)

laatst bijgewerkt:
16 september 2019