Louki van Oven

Louki van Oven, foto collectie Sophie Kassies

Louki van Oven werd op 27 juni 1922 geboren als dochter van Emanuel van Oven (Amsterdam, 22 september 1888 – Amsterdam, 8 juni 1962) en Sophie Schaap (Amsterdam, 15 juni 1897). Ze had een oudere zus, Ellen (Amsterdam, 28 maart 1920 – 26 februari 2012) en een jongere broer, Robert (Bob) Leslie (Amsterdam, 10 oktober 1926- Amsterdam, 5 mei 2016). Het gezin was van Joodse afkomst maar het Jodendom was niet van belang. Een voorbeeld daarvan is dat toen Louki en haar zus Ellen op de kleuterschool in Haarlem zaten de juf met kerst aan moeder Sophie vroeg of het wel goed was als de kinderen kerst mee vierden. De juf stond dus stil bij de achtergrond maar Sophie werd hier boos om.  Vanzelfsprekend vierden de kinderen kerst mee!

Louki stelde na de oorlog dat ze door de oorlog Jodin was geworden. Voor de oorlog maakte het gezin toch ook, zij het beperkt, antisemitisme mee. Zo werd Emanuel ooit geweigerd bij de roeiverenigingen in Amsterdam omdat hij Joods was en daarom werd hij, samen met D. van Gelder en F. Loopuit, initiatiefnemer voor de oprichting van Roeivereniging Poseidon (16 september 1907), waar Joden wel welkom waren.
Het gezin was in goeden doen en woonde tot in de jaren dertig in een villa aan de Pentislaan 1a in Bentveld (Aerdenhout). Toen ging een familielid failliet en om hem uit de problemen te helpen verkocht Emanuel de woning, stond het familielid financieel bij en het gezin trok naar Amsterdam en woonde tot november 1936 op de Den Texstraat 36 en daarna op de Viottastraat, waar ze in de oorlog een tijd een pension hadden.
Louki begon voor de oorlog aan haar opleiding tot balletdanseres. Ze was een leerling van Sonia Gaskell en danste onder meer bij Studio ’45, Stichting Ballet Recital en het Nederlandse Ballet. In 1950 danste ze solo voor koningin Juliana.

1949

Een ernstige heupblessure, waar ze in eerste instantie ondanks de pijn mee door danste, zorgde ervoor dat Louki vanaf eind 1954 niet meer professioneel kon werken en ze verzette de bakens. Dat met pijn in haar hart, haar passie lag bij de dans. Als actrice werkte ze bij Toneelgroep ‘Theater’, waar ze onder andere in Pygmalion speelde en in 1955 in ‘Donna Rosita’. In 1957 verliet Louki het theater en trouwde een jaar later met Jan Kassies (Lobith, 30 mei 1920 – Amstelveen, 31 oktober 1995). Jan zat tijdens de oorlog in het verzet en was betrokken bij de verspreiding van de verzetskrant ‘Vrij Nederland’. Hij werd op 9 mei 1941 door de bezetter opgepakt en tot 7 jaar tuchthuis met dwangarbeid veroordeeld, waarvoor hij naar Duitsland werd afgevoerd. Een arbeidsongeval bracht hem in het ziekenhuis in Düsseldorf. Zijn wond werd er opengehouden door een Duitse arts zodat hij niet terug hoefde naar de dwangarbeid. Zo overleefde hij de oorlog. Louki werd in de jaren ’70 docente cultuurgeschiedenis en dans aan de Theaterschool en Louki en Jan kregen twee dochters. Jan overleed op 31 oktober 1995 in Amstelveen en Louki overleed in Amsterdam op 28 augustus 2000.

De oorlog en de onderduik
Bij het uitbreken van de oorlog woonde Louki in Londen. Haar grootmoeder, Rachel Rozelaar (Londen, 25 november 1873) had de Britse nationaliteit en werd in de familie Kaatje genoemd. Louki woonde bij Engelse familie in huis en zat er op een balletopleiding. Maar haar vader liet haar naar huis komen, waarschijnlijk omdat hij het belangrijk vond dat ze nu bij elkaar waren. Louki ging naar Nederland terwijl de meeste vluchtelingen juist naar Engeland trokken. In het begin van de oorlog werkte Louki als danseres in de Hollandsche Schouwburg, onder meer bij de Nelson Revue uit Berlijn, en later, toen de Schouwburg werd gebruikte voor de deportaties, was ze medewerkster in de crèche tegenover de Hollandse Schouwburg.
Louki werd opgepakt en kwam terecht op de Euterpestraat bij de Zentralstelle für Judische Auswanderung. Louki was een mooie vrouw, zag er volgens haar dochter zeker Joods uit en met een dosis flair wandelde ze bij de Zentralstelle op de Euterpestraat ongehinderd naar buiten. Later kreeg ze een oproep om naar Westerbork te gaan. Op het Centraal Station in Amsterdam hield de dansrecensent Joop Schultink haar tegen. Bij Joop aan de Leidsekade ging Louki in onderduik en ook haar broer Bob zat daar ondergedoken. Het was toen 1942. Het was voor Louki een ramp dat ze niet kon trainen. In het huis aan de Leidsekade ontbrak de ruimte en de onderduikers moesten er stil zijn.

Joop was een erudiete man en in zijn huis was er van alles om te doen en te lezen. Bob en Louki bleven er tot het einde van oorlog.  Ellen zat elders ondergedoken bij de tweeling Roelof en Coos  van Daalen die eveneens in het verzet zaten. Roelof vervalste persoonsbewijzen. Na de oorlog trouwde Ellen met Roelof. De rest van het gezin zat op verschillende locaties ondergedoken en iedereen van het gezin Van Oven overleefde de oorlog. De verschillende leden van het gezin wisten van elkaar waar ze waren ondergedoken en er was zelfs een briefwisseling tussen hen. Ze waren niet heel voorzichtig.
Na de oorlog sprak Louki zelden over de oorlog. Ze vond dat wat zij had meegemaakt in de onderduik en met het overleven van haar directe familie niet in verhouding stond tot het leed in zoveel andere gezinnen. Ook vond ze wat Jan had meegemaakt van veel groter belang, en hij moest er vooral over praten. Maar ook Louki had Joodse vrienden verloren en sprak daar niet over. Dat deze tijd haar veel deed was wel te zien wanneer ze mensen tegenkwam die als kind in de crèche hadden gezeten en die ze daarvan kende. Deze ontmoetingen waren heel bijzonder. Over haar eigen ervaringen en angsten tijdens de oorlog sprak ze vrijwel nooit.

 

 

bron:
www.jodeninnederland.nl, lemma Oven, Louki van 1922 – 2000 (geraadpleegd 28 juli 2017)
www.parlement.com, lemma J (Jan) Kassies (geraadpleegd 28 juli 2017)
http://www.theaterencyclopedie.nl, lemma Louki van Oven (geraadpleegd 10 september 2017)

“Cultureel nieuws”. “Het nieuwsblad voor Sumatra“. Medan, 24-04-1957. Geraadpleegd op Delpher op 27-07-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010475748:mpeg21:a0043
“Toneelgroep „Theater” speelde „Pygmalion””. “De Telegraaf“. Amsterdam, 04-03-1957. Geraadpleegd op Delpher op 27-07-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110587403:mpeg21:a0036
“Nederlands Ballet start op 6 October Met twaalf solisten en corps de ballet van een en twintig Vorming van klassiek repertoire — werk met buitenlandse choreografen”. “Algemeen Handelsblad“. Amsterdam, 01-10-1954. Geraadpleegd op Delpher op 27-07-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000041323:mpeg21:a0167
“Koningin zag in Den Haag „Dansend Nederland””. “De Telegraaf“. Amsterdam, 11-10-1950. Geraadpleegd op Delpher op 27-07-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110585170:mpeg21:a0183
“Advertentie”. “De Telegraaf“. Amsterdam, 01-10-1949. Geraadpleegd op Delpher op 27-07-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110584697:mpeg21:a0024
“Advertentie”. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 06-07-1926. Geraadpleegd op Delpher op 08-09-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010659846:mpeg21:a0076
De revue der sporten, jaargang 1, 1908, no 24, 16-04-1908. Geraadpleefd op Delpher op 08-09-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dts:166205:mpeg21 (initiatief oprichting Poseidon)
interview met Sophie Kassies (8 september 2017), met dank aan Sophie Kassies voor de aanvullingen en correcties

illustratie
“Advertentie”. “De Telegraaf“. Amsterdam, 01-10-1949. Geraadpleegd op Delpher op 27-07-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110584697:mpeg21:a0024
foto Louki van Oven met dank aan Sophie Kassies

laatst bijgewerkt:
26 september 2019