Claudius Civilisschool

clcivilisschool
De Claudius Civilisschool als stemlokaal tijdens de Provinciale Statenverkiezingen in 1931.

De Claudius Civilisschool stond op Uilenburg op de Nieuwe Uilenburgstraat 70. Het was een van de scholen waarvan ik niet wist dat deze bestaan heeft, maar na een oproep over de Batavierschool op de website van het Nieuw Israëlietisch Weekblad kwamen de reacties los – ook over andere scholen daar in de buurt. Ik neem ze gaarne over op deze site – met de hartelijke dank aan de schrijvers.

Jaap Soesan
In 1933 kwam ik met mijn ouders in de Peperstraat te wonen. Ik was toen tien jaar. Mijn ouders zorgden toen dat ik op de Claudius Civilisschool in de Nieuwe Uilenburgerstraat werd geplaatst. Hoofd van de school was de heer Kannegieter en een van de andere onderwijzers was de heer Roos.
De leerlingen waren gemengd dat wil zeggen Joodse en niet-Joodse leerlingen zaten bij elkaar in de klas zoals dat al vele jaren op openbare scholen zonder problemen plaatsvond.
Op de hoek van de Nieuwe Uilenburgerstraat en Nieuwe Batavierstraat stond de Batavierschool en aan het eind van de straat op de hoek van de Oudeschans de Oudeschansschool. Beide scholen werden eveneens door gemengde leerlingen bezocht, ofschoon de meerderheid uit Joodse bestond.

Hoofd van de Batavierschool was naar ik meen de heer Melkman, klein van postuur maar groot in zijn optreden. Hij had iedereen onder de duim en duldde geen brutaliteiten. Hij was tevens leraar op de Joodse school gevestigd in het gebouw van de Joodse Gemeente aan het J.D.Meijerplein, waar ik als zovele Joodse kinderen op de woensdagmiddag en op zondagochtend Joodse les kregen.

Een zoon van de heer Melkman (die door de leerlingen plat gezegd “melkpikkie” werd genoemd) was Dr. Joop Melkman (Jozeph Michman), die de Holocaust heeft overleefd en directeur is geweest van het herinneringcentrum Yad Vashem in Jerusalem. Ik weet niet of hij nog leeft.
De leerlingen op de genoemde scholen kwamen uit doodarme gezinnen. Het was midden in de crisisjaren van de dertiger jaren en er is veel honger geleden. Een anekdote valt me in over de heer Melkman.

Uilenburg 1911
Uilenburg 1911

De klaslokalen van de Joodse school waren heel oud. De bordeaux geschilderde banken waren erg massief en de schrijfbladen konden niet worden geschoven. De lokalen waren via een gang waar urinoirs waren gebouwd met elkaar via een korte gang verbonden. De urine stonk de gehele dag!
Jo, de zoon van de heer Melkman, was leerling op het Joods seminarium en moest op een dag bij ons stage lopen. Hij was nog een tiener en kon geen orde houden. Zijn vader gaf in het andere lokaal les. Het werd Jo te gortig en hij riep: “Ik zal mijn vader wel even halen”. En zo geschiedde. Met zijn barse stem riep de heer Melkman STILTE! en alle kinderen kropen in elkaar van angst en ontzag.

Ik kan u nog veel meer vertellen over die arme volksbuurten en vooral de Joodse buurt, waar het ondanks die armoede altijd supergezellig was en men zoals bij ons Joden bekend is immer de moed er in hield. Nog een ding tot slot. Aan de overkant van de Prins Hendrikkade begonnen de zogenoemde eilanden: Kattenburg, Wittenburg enzovoort. Regelmatig kwamen daar jongens naar de Jodenbuurt en begonnen te schelden: vuile rotjoden.
Er volgde dan meteen vechtpartijen. Maar na afloop werd er ook vak gevoetbald. Vanwege die aanvallen werden in de Jodenbuurt drie boksclubs opgericht om de Joodse jongens te leren zich te verdedigen. Ik hoop u hiermede alvast een bijdrage te hebben geleverd en wens u veel succes toe!
Met vriendelijke groeten
Jaap Soesan

 

bron:
herinneringen Jaap Soesan

gepubliceerd:
26 april 2016

laatste aanpassing:
11 maart 2022