Zuideinde

zuideindeZuideinde 443 – plaquette
Op dit hoekpand met de Jacob Honigstraat in Amsterdam-Noord is in 2005 een bijzondere plaquette aangebracht.
Nadat Hitler in 1933 aan de macht gekomen was, kwam er een grote Joodse vluchtelingenstroom op gang.
Naar dit deel van de stad, samen met Oostzaan, trokken 75 vluchtelingen. In dit hoekpand vonden 30 van hen onderdak. Hoe het met deze mensen afliep was heel verschillend. Een deel vluchtte verder en verliet Nederland op tijd, een deel werd opgepakt en kwam om in de kampen. Het verhaal over een van de gezinnen:

Fajga Rozenszajn
Fajga Korn (Pabianice, 10 mei 1906) en haar man Jacob David Rozenszajn (Lodz, 25 mei 1896) waren vluchtelingen uit Duitsland. Fajga en haar zoon Leo Moses zijn een tijd in dit pand geweest als vluchteling. Maar de vlucht was al eerder. In de dertiger jaren kwamen Fajga en Jacob naar Duitsland. Ze trouwden op 30 juni 1933 in Keulen en op 13 maart 1935 werd hun zoon Leo in Duisburg geboren. Inmiddels was Hitler al aan de macht en was Duitsland een slechte plaats voor Pools-Joodse vluchtelingen.
Het gezin vluchtte verder en kwam naar Nederland. Moeder en zoon raakten gesplitst van vader. Dat was waarschijnlijk te danken aan de wijze waarop de Nederlandse Staat in die tijd omging met de vluchtelingen, de vluchtelingen die hier kwamen zonder economische mogelijkheden waren niet echt welkom. Velen van hen werden geweigerd, teruggestuurd of kwamen in een van de vluchtelingenkampen terecht.

Vader Jacob
Het gezin kwam op 18 december 1938 in de Quarantaine Amsterdam op de Zeeburgerdijk 321 terecht. Vader Jacob ging daarna naar het vluchtelingenkamp Kamp Hoek van Holland. Daar werd hij naartoe overgebracht op 24 februari 1939. Leo zat in ieder geval op 16 september 1941 in Westerbork; zijn vrouw kreeg toen toestemming om hem te bezoeken. Jacob werd op 3 juli 1944 in Midden-Europa vermoord.

Zoon Leo en moeder Fajga
Moeder en zoon kwamen eerst op 18 januari 1939 in Rotterdam terecht en daarna in Oostzaan, en werden op 16 juli 1939 ingeschreven. Het eerste adres was de Jacob Honigstraat 48.
Voor de oorlog probeerde Fajga voor het gezin een passage naar Amerika te regelen en had al betaald bij de Red Star Line. Deze emigratie werd ondersteund door het Amsterdamse Comité voor Joodse vluchtelingen. Maar ambtelijke molens malen langzaam en het comité liet moeder weten dat er wel een half tot heel jaar overheen kon gaan voor men kon vertrekken. Een half jaar later vielen de nazi’s ons land binnen. Fajga verhuisde naar Zuideinde 443.

Leo kreeg in die tijd les op de Zuiderschool onder de schuilnaam Leo Oostenrijk, tot aan het moment dat Joodse kinderen niet meer naar niet-Joodse scholen mochten.
Leo verbleef bij moeder maar maakte ook een tocht van hot naar her door Nederland langs verschillende kinder- en weeshuizen.
Wat bekend is over de verblijfsplaatsen van Leo is het volgende:

15 oktober 1939 – Huis ten Vijver, Dwarsweg 3 in Scheveningen

Oostelijke Handelskade 12 te Amsterdam (kantoren van de Koninklijke Hollandse Lloyd)

1 juni 1940 – Joods jongensweeshuis, Amstel 21 te Amsterdam

19 augustus 1940 – Zuideinde/Honigstraat te Amsterdam – Noord

10 maart 1942 – Oudeschans 3-1 te Amsterdam

5 juni 1942 – Kamp Westerbork

18 januari 1944 – Theresienstadt

Leo werd op 7 juli 1944 in Auschwitz vermoord. Fajga overleefde de oorlog evenmin, waarschijnlijk werd ook zij op 7 juli 1944 vermoord.

Foto’s van Fajga en Leo staan hier

bron:
brief Hoofdbureau van Politie te Amsterdam, 28 feb 1939, betreffende overplaatsing Jacob Rozenszajn
www.joodsmonumentzaanstreek.nl lemma Fajga Rozenszajn (geraadpleegd 6 april 2015)
www.dokin.nl, lemma leo moses rozenszajn (geraadpleegd 6 april 2015)

laatst bijgewerkt:
15 september 2019