Jehuda Lion Palache

Jehuda Lion Palache (Amsterdam, 26 oktober 1886 – Auschwitz, 18 oktober 1944), zoon van opperrabbijn Isaac Palache en Judith Spinoza Catella Jessurum, was leider van de Portugees-Israëlietische Gemeente in Amsterdam en (de eerste) hoogleraar Joodse Studies aan de Universiteit van Amsterdam. 

Jehuda was getrouwd met Sophia Wilhelmina de Pinto (Den Haag, 31 augustus 1890 – Auschwitz, 18 oktober 1944) en woonde vanaf 1932 op de Schubertstraat 52hs in Amsterdam. Jehuda en Judith hadden drie kinderen; Mozes Herman (Leiden, – Auschwitz, ), Judith Anna (Leiden, – Auschwitz, ) en Isaac Leo (Amsterdam, – Amsterdam, ).

Jehuda bezocht het Portugees Israëlietisch Seminarium in Amsterdam en studeerde daarna Klassieke Letteren. In Leiden studeerde hij Semietische Letteren bij Christiaan Snouck Hurgronje en promoveerde op 19 januari 1920. Hij ging werken op het seminarium en op het Stedelijk Gymnasium en op 15 oktober 1924 werd hij benoemd tot hoogleraar. Palache werd voorzitter van de Hoofdcommissie tot de Zaken van het Portugees Israëlitisch Kerkgenootschap, voorzitter van het Centraal Israëlitisch Wees- en Doorgangshuis te Leiden en Regent van het Portugees Israëlitisch Seminarium.

Aanstelling tot hoogleraar
De aanstelling tot hoogleraar ging niet zonder slag of stoot. Jehuda zou als lid van de theologische faculteit ook dominees gaan opleiden en tot zijn aanstelling gebeurde dit door protestanten. Maar Palache was de beste kandidaat, de UvA en de gemeenteraad hielden voet bij stuk en Palache kreeg de leerstoel.

Palache was een actief man, reisde door het gehele land om lezingen te geven over Joodse onderwerpen voor Joods en niet-Joods publiek. Hij was in staat om zijn academische kennis te vertalen naar het ‘gewone’ publiek. Hij schreef ook voor ene breder publiek en zijn Inleiding in de Talmoed wordt nog gebruikt. 

Bij de samenstelling van de Joodsche Raad in februari 1941 was hij een van de twintig personen die het bestuur gingen vormen. Ook Jehuda dacht dat hij erger kon voorkomen.

Jehuda werd met zijn gezin op 2 februari 1944 in Westerbork geregistreerd en gehuisvest in Barak 72. Ze verbleven in Westerbork tot 25 februari 1944 en werden toen naar Theresienstadt gedeporteerd. De gezondheidstoestand van Jehuda was niet optimaal, volgens de kaart van de Joodsche Raad had hij diabetes. Vanuit Theresienstadt gingen er deportaties naar Auschwitz, in oktober 1944 werden Jehuda en Sophia naar Auschwitz gedeporteerd waar ze bij aankomst werden vermoord. 

 

 

bron:
Palache, Prof. Dr. Juda Lion, Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden en Woord en Beeld, https://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/persoonlijkheden/#source=1&page=1126&view=imagePane (geraadpleegd 18 juni 2025).
Jehuda, spelling archiefkaart Stadsarchief Amsterdam.
Jehuda Lion Palache, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130350920 (Jehuda L PALACHE).
Sija van den Breukel, Joodse UvA-hoogleraar Juda Palache herdacht, Folia, 6 december 2022.

illustratie:
wikimedia, publiek domein

gepubliceerd:
19 juni 2025

laatst bijgewerkt:
19 juni 2025