Marinus Leonard Kan

Marinus Leonard Kan (Amsterdam, 10 augustus 1891 – Bergen-Belsen, 10 april 1945) was voorzitter van de Nederlandsche Zionistenbond en tijdens de bezetting bestuurslid van de Joodsche Raad.

Marinus was het enige kind van koopman Salomon Kan (Coevorden, 17 juni 1851 – 1911) en Helene Levenbach (Sittard, 30 september 1859 – Amsterdam, 24 april 1927) en woonde in zijn jeugd (onder andere) op de Herengracht 210 en de Valeriusstraat 88.
Mariunus ging rechten studeren aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam (UvA) en promoveerde in 1921 cum laude. Hij vestigde zijn advocatenpraktijk in Amsterdam en specialiseerde zich in het merken- en octrooirecht. 

Op 24 juni 1924 trouwde Marinus met Frederika Mathilde Godschalk (Rotterdam, 19 april 1899 – Bergen-Belsen, 15 april 1945) en zij kregen een zoon Daniel Marinus ((Amsterdam, 4 augustus 1927 – Newton (Massachusetts), 4 augustus 2013).

Marinus was al op jonge leeftijd actief voor de Nederlandsche Zionistenbond. Hij werd eerst voorzitter van de afdeling Amsterdam en in 1939 landelijk voorzitter. In 1940 werd de Joodsche Coördinatie Commissie opgericht, een orgaan vanuit de Joodse samenleving om de contacten met de bezetter te stroomlijnen. Kan zat in het bestuur. De bezetter negeerde deze organisatie echter, ze stierf een stille dood. Na de Februaristaking (1941) moest op last van de bezetter een Joodsche Raad worden gevormd en Marinus werd gevraagd voor het bestuur van deze raad. Hij werkte voor de afdeling Voorlichting, gevestigd op de Lijnbaansgracht.

Al kort daarna stapte Marinus uit de raad. Hij had zich gestoord aan een oproep in Het Joodsche Weekblad, een onder censuur staande krant, waarin werd opgeroepen om de Duitse autoriteiten te gehoorzamen om represailles te voorkomen. Dát, en het feit dat de koers in de ogen van Kan teveel ging in de richting van het voldoen aan de eisen van de bezetter, zorgde voor zijn besluit. Een besluit dat moedig was, de bezetter waardeerde dit zeker niet. Kan was samen met Izaak Kisch de enige die om principiële redenen uit de raad stapte.

Voor en in het begin van de bezetting woonde het gezin Kan op de Minervalaan 80-3 in Amsterdam. Ze moesten deze woning op last van de bezetter verlaten en de woning op Krugerstraat 27-1 werd toegewezen. Kan had nog steeds een Sperre (tot nader order van deportatie uitgesloten). Op 20 juni 1943 werd het gezin in Westerbork geregistreerd en gehuisvest in Barak 13. Het lijkt er op dat hij enkele keren terug kon keren naar Amsterdam, er was een volgende registratie op 24 juli 1943 (ook voor Frederika) en op 9 oktober 1943. Bij die laatste registratie werd Marinus gehuisvest in Barak 67 – een van de strafbarakken.
Doorgaans gingen personen in een van de strafbarakken met het eerstvolgende transport naar het oosten. Door inzet van de Joodsche Raad werden Marinus en zijn gezin overgeplaatst naar een andere barak. Uiteindelijk werd het gezin op 1 november 1944 naar Bergen-Belsen gedeporteerd. Marinus kwam daar op 10 april 1945 om door ziekte en ondervoeding, Frederika kwam volgens de kaart van de Joodsche Raad om in een trein vanuit Bergen-Belsen op 16 april 1945, andere bronnen spreken van 15 april 1945 in Bergen-Belsen.

Daniel Marinus overleefde de kampen en keerde terug naar Amsterdam. Hij maakte zijn opleiding aan het Barlaeus Gymnasium af, een opleiding die hij in 1939 was begonnen maar in 1941 niet mocht afmaken vanwege de anti-Joodse maatregelen. Aan de UvA ging hij wis- en natuurkunde studeren, legde in 1948 zijn kandidaatsexamen af en haalde in 1950 zijn doctoraal. In 1951 maakte hij alija (emigreerde naar Israël) en werkte tot 1954 bij het Weizmann Instutuut. In 1955 promoveerde Daniël aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. 

In 1955 vertrok Daniël naar de Verenigde Staten en ging werken aan de Columbia University en later aan Princeton. Hij ging weer terug naar Israël en twee jaar later weer naar de VS, waar hij een functie kreeg bij het Massachusetts Institute of Technology. Daar werd hij hoogleraar en bleef er werken tot zijn pensionering in 1993. 

 

 

 

bron:
Salomon Kan, Stadsarchief Amsterdam, Bevolkingsregister 1874-1893, archiefnummer 5000, inventarisnummer 1744.
Salomon Kan, Familiebericht. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 02-11-1911, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 21-06-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010340137:mpeg21:p003.
Helena Levenbach, Familiebericht. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 26-04-1927, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 21-06-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010658082:mpeg21:p008.
Marinus Kan, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130315600 (Marinus L KAN).
Frederika Godschalk, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130315543 (Fredrika M KAN GODSCHALK).
Marinus Kan, Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Marinus_Kan (geraadpleegd 21 juni 2025).
Daniel Kan, Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Dani%C3%ABl_Kan (geraadpleegd 21 juni 2025).

illustratie:
Salomon Kan, Familiebericht. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 02-11-1911, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 21-06-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010340137:mpeg21:p003.

gepubliceerd:
21 juni 2025

laatst bijgewerkt:
21 juni 2025