David Jessurun Lobo en Greta Lobo – Braakensiek

jesserunlobofotojesserunloboplaquetteIn de Stadsschouwburg in Amsterdam hangt een plaquette voor David Jessurun Lobo en Greta Lobo – Braakensiek, die noodlottig zijn omgekomen op 9 september 1926.
Wie waren David en Greta en wat was er gebeurd?

David werd geboren op 16 juni 1884 in Amsterdam. Hij was een zoon van Benjamin Jessurun Lobo (6 maart 1855) en Betje Jessurun Lobo (15 februari 1862). Vader werkte in de diamantindustrie en het gezin had zeker 5 kinderen: Gracia (Amsterdam, 17 juni 1880), Engel (Amsterdam, 15 februari 1882 – Auschwitz, 15 september 1942), David (Amsterdam, 16 juni 1884 – De Vink, 9 september 1926), Marcus (Amsterdam, 28 augustus 1886) en Estella (Amsterdam, 24 oktober 1893 – Sobibor, 9 april 1943).

David
David werd in eerste instantie opgeleid voor de diamantindustrie en hij werd diamantklover. Lang kan hij daar niet gewerkt hebben want in 1905, op 20 jarige leeftijd, debuteerde hij de Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel.

Op 2 maart 1910 trouwde David met Margaretha Wilhelmina (Greta) Braakensiek. Het echtpaar kreeg een zoon, Benjamin, op 1 september 1909. Moeder had al een zoon uit een eerder huwelijk, Louis Henri Richard, die geboren was op 23 januari 1903. Ook Greta was groots actrice en zij werd bekend als Greta Lobo. David was een gevierd acteur. Hij werkte onder Royaards, Verkade en onder Heijermans. Hij speelde rollen als Adam, de poppensnijder, in De Dageraad, Nanning Storm in Eva Bonheur en Vosmeer in de Gijsbrecht.

jesserunloboongevalHet ongeval
David en Greta bevonden zich op 9 september 1926, met meer acteurs, in een trein die tussen Leiden en Station De Vink ontspoorde. Er vielen tien zwaargewonden en vier doden, waaronder David en Greta. Zij bevonden zich in de wagen 2e klasse (boven), samen met nog drie mensen. De kranten schreven dat het een wonder was dat niet alle mensen in deze wagon waren omgekomen. Naast het feit dat dit een zwaar spoorwegongeluk was, was het feit dat twee zulke jonge en succesvolle acteurs hierbij omkwamen én een kind van 17 jaar oud achterlieten iets dat het land schokte. David en Greta waren gewaardeerde acteurs en David zou in oktober 1926 met Frits Tartaud de leiding van het Nieuw Rotterdamsch Toneel op zich nemen. In de kranten is daarna te lezen hoe deze treinramp ervaren werd. De krant van bovenstaande foto is hier te lezen.

Tilburgse Courant, 14 september 1926
NA HET NOODLOTTIG TREINONGELUK.
De uitvaart van het echtpaar Lobo -Braakensiek. Overweldigende belangstelling.
AMSTERDAM, 13 Sept. Aan den stadsschouwburg branden heden de lichten met crêpe bekleed. Van verschillende gebouwen in den omtrek waait de vlag halfstok. De uitvaart van het echtpaar Lobo, twee van de slachtoffers van de spoorwegramp nabij Leiden zal straks plaats hebben uit den Stadsschouwburg. Een lange rij van belangstellenden heeft zich opgesteld aan de zijde van de Marnixstraat. Bij kleine groepjes worden ze tot de chapelle ardente toegelaten.
De rotonde van den Stadsschouwburg is daartoe ingericht. De wanden zijn bekleed met zwart, afgezet met zilver. Het licht van de electrische kroon, dat getemperd wordt door crêpe beschijnt in het midden de twee eikenhouten kisten, welke schuil gaan onder de kransen die nog steeds worden aangedragen. Langzaam schuifelen de belangstellenden voorbij. Wellicht zal bij menigeen de herinnering gerezen zijn aan het feit, dat juist acht jaar geleden aan zoovelen den levensdraad werd afgesneden bij de spoorwegramp nabij Weesp. Niet minder dan vijftienhonderd menschen zijn in groepen van twintig tot de chappelle’ ardente toegelaten. Naarmate het middaguur nadert stapelen de kransen en palmen zich op. Bij het lezen van de opschriften welke voorkomen op de linten van de kransen, ontroert menigeen. Kransen zijn er o.m. van den Senaat van het Amsterdamsche studentencorps, van de directie van den Stadsschouwburg, het Grand Theatre, het Centraal Theater, allen te Amsterdam, het Trianon Theater te Den Haag en van den Stadsschouwburg te Zwolle. Dan zijn er bloemen van tal van collegas o.a. van Louis de Vries, van de collegas van de „Speeldoos”, van de directeuren van het Vereenigd Tooneel Verkade en Verbeek, van Colnot en Poons, van Betty Holtrop-van Gelder en van mevrouw van Korlaer-van Dam. Verder zien wij kransen van de maatschappij Apollo, van den Amsterdamschen Kunstkring, van de Amsterdamsche politietooneelvereeniging, van het technisch personeel van den Stadsschouwburg, van de administratie van het Vereenigd Tooneel, van den heer M. S. Vaz Dias, directeur van het Persbureau Vaz Dias.

Tot 12 uur blijft het publiek toestroomen om langs de doodenbaren in de rouwkapel te defileeren. Het aantal kransen, dat aangedragen wordt en om de baren wordt geplaatst vermeerdert zienderoog. Wij zien nog kransen van Emma Morel, van Sophie en Marius Spree, van vele andere collega’s en van de leerlingen van de Tooneelschool. Kransen zijn voorts naar de chapelle ardente gezonden door het theater Tuschinski, door de directie van de Nederlandsche Spoorwegen, door het hoofdbestuur van het Tooneelverbond, door de vereeniging „De Phoenix”, waarvan David Lobo regisseur was, door het Nieuwe Nederlandsch Tooneel, door de directie van de wereldbibliotheek, door de directie van den Groningschen Stadsschouwburg, door Arti en verder door tal van vrienden.

Om 12 uur is de Stadsschouwburg voor het publiek gesloten. Buiten op het Leidsche plein hebben zich intusschen duizenden menschen achter een politieafzetting opgesteld, in afwachting van de uitvaart, die om half twee aanvangt. Geduldig en in volmaakte orde blijven de menschen wachten. Om half een worden de deuren van den Stadsschouwburg weer geopend om de collega’s toegang te verleenen tot de chapelle ardente. De tooneelspeelsters en spelers zijn meerendeels in het zwart gekleed. Droefgeestig is de stemming onder hen. Zij allen treuren om het smartelijk ongeluk, dat twee der besten van hun corps heeft getroffen. Als alle artisten en familieleden in de chapelle ardente zich om de doodsbaren hebben opgesteld, treedt de Amsterdamsche wethouder voor Kunstzaken, de heer Wibaut naar voren, die met diep bewogen stem het echtpaar herdenkt. Nu worden zij uitgedragen, zegt de heer Wibaut, uitgedragen uit ’t huis, waar zij hun mooie kunst aan zoovelen hebben gegeven, uitgedragen uit het huis, waar Greta Lobo-Braakensiek zoovele malen duizenden tot in het diepste van het hart heeft ontroerd, uitgedragen uit ’t huis, waar David Jessurun Lobo telkens verraste door zijn nieuw kunnen. Wat kon hij niet? Het trieste, het droevigste in dit afscheid is, dat deze levens niet zijn uitgeleefd. Gegeven hebben zij wat zij konden en daarvoor verdienen zij onzen dank. Het bestuur dezer gemeente zegt hun dank voor hun toewijding, voor hem mooi werk en voor alles, wat zij voor de kunst hebben gedaan. Zij rusten in vrede. De heer Gimberg sprak toen namens de directie van het Hofstadtooneel en de heer Louis van Gasteren namens de Haagsche collegas.

De beide laatste sprekers, de heeren Gimberg en van Gasteren, legden een krans voor de doodsbaren. Om half twee staan voor den Stadsschouwburg eenige honderden tooneelkunstenaars opgesteld, die den rouwstoet zullen volgen. Op het balcon van den schouwburg speelt een orchest treurmuziek. De kransen zijn in twee auto’s opgetast. Het eerst wordt uitgedragen de kist, waarin het stoffelijk overschot van Greta Lobo-Braakensiek rust. Tien kunstbroeders dragen de kist en de dames mevr. Mann-Bouwmeester, mevr. de Boer-v. Rijk, mevr. Alida Tartaud en mevr. v. d. Horst loopen als slippendraagsters mede. Zij maken een omgang om den schouwburg heen. De vele duizenden, die op het Leidsche Plein achter de politieafzetting staan, brengen bij het passeeren van den droevigen stoet, hun groet. De tonen van Beethoven’s Treurmarsch klinken. Als deze tocht is beëindigd en de kist in de auto is geplaatst, volgt de tweede omgang met de kist, waarin het stoffelijk overschot van David Jessurun Lobo rust. Hier doen als slippendragers dienst Jan Musch, Frits Tartaud, Herman Schwab en Constant van Kerckhoven. Van de tooneelkunstenaars, die de beide kisten hebben gedragen, noemen wij Albert van Dalsurn, Co Balfoort, Ko van Dijk, Dirk Verbeek, Henri Eerens, Jaap v. d. Poll, Maurits de Vries, Oscar Tourniaire, Elsensohn, Louis Gimberg. Willem Hunsche, Kommer Klein, Lageman, Hein Harms, Louis van Gasteren en Philip la Chapelle.

Om 2 uur, als ook de baar van David Lobo om den schouwburg heen is gedragen, vormt zich de stoet. Achter de lijkauto’s volgen Nederlands eerste tooneelkunstenaars. Mevr. Mann-Bouwmeester loopt met Lilli Bouwmeester, vlak achter de auto, waarin Lobo ’s stoffelijk omhulsel rust. Langzaam schrijden zij onder de tonen van de „Marche Funèbre” voort tot aan het Leidsche Boschje. Daar nemen zij afscheid van de dooden. Velen van de tooneelspelers spoeden zich naar het Centraal Station om met den trein naar Westerveld te gaan, waar de verassching plaats heeft. De volgauto’s, waarin de familieleden hebben genomen, sluiten zich nu achter de lijkauto’s aan. De menigte, die zich zoowel op het Leidsche Plein als op de Nassaukade, waarlangs de rouwstoet trekt, langs den weg heeft geschaard, is geweldig. Het zijn er vele tienduizenden, die op deze wijze aan de zoo droevig om het leven gekomen kunstenaars de laatste eer willen bewijzen. Zelden is bij een uitvaart in Amsterdam zulk een groote menigte op de been geweest en zichtbaar maakte de buitengewone plechtigheid op allen een zeer diepen indruk .

Bij aankomst van den trein op Westerveld stonden honderden belangstellenden reeds te wachten op den rouwstoet, die via Haarlem te 3.40 uur arriveerde. In Haarlem werd bij ’t passeeren van den Schouwburg aan den Jansweg een krans aan den rouwauto gehecht door den directeur van den Schouwburg, den heer Muller. Bij de ontvangkamer op Westerveld, waar de medegekomen familieleden en vrienden toefden, werd de rouwstoet opgesteld. Door een haag van tooneelspelers en -speelsters, die de kransen droegen, werden de beide kisten naar het crematorium gedragen. Daarachter sloten zij zich aan die bloemkransen droegen en vervolgens de tallooze belangstellenden.

In het crematorium werd het woord gevoerd door- de heeren Co Balfoort, Dirk Verbeek, Tartaud, Balthasar Verhagen, Louis Saalborn, Scholtens, Koch, Lion van Lier en Sternberg. Een broer van Lobo dankte voor de bewezen eer, terwijl ook de oudste zoon Louis Richard eenige dankwoorden sprak.

Algemeen Handelsblad:
DE LOBO ‘S HERDACHT.
In den Stadsschouwburg.
In den Stadsschouwburg op het Leidscheplein is gisteravond een eenvoudige, maar plechtige hulde gebracht aan de nagedachtenis van het echtpaar Lobo —Braakensiek. Vóór den aanvang van „Valsche Bankbiljetten” trad de heer D. Verbeek, directeur van „Het Vereenigd Tooneel” voor het voetlicht. Het is mij, zeide hij, een behoefte, van deze plaats, eenige woorden te wijden aan de nagedachtenis van David Jessurun Lobo en Greta Lobo —Braakensiek. Donderdagavond is dit niet geschied, omdat eerst te half negen het officieele bericht van hun heengaan den Schouwburg bereikte. Hier, op het Leidscheplein hebben zij het meest gewerkt. ‘Gij hebt, zeide spr., hun necrologieën in de dagbladen gelezen. Ik zal daar niet over uitweiden, maar wil slechts dit in herinnering brengen: Greta Lobo —Braakensiek was een natuurtalent. Echt was zij in alles, echt in haar smart, echt in haar vreugde, echt in haar humor. Lobo was een fijn typeerend kunstenaar. In de tooneelwereld heerscht door hun beider heengaan groote verslagenheid. Spreker verzocht, als een hulde aan de nagedachtenis van het echtpaar den aanwezigen enkele oogenblikken zich van hun zitplaatsen te verheffen. Doodstil was het enkele seconden in de zaal. „Ik dank u,” zeide de heer Verbeek met gebroken stem. Even later begon het stuk, maar de ware blijspelstemming bleef buiten den schouwburg.

Onderzoek
Ook toen werd er onderzoek gedaan naar de oorzaak van een ramp van deze omvang. Kamerlid Schaper hield een betoog dat ook in de Tilburgsche Courant verscheen. Een deel van zijn betoog:

Wat geschiedde nu? Herhaaldelijk toen ik met den trein reed over de plek die was of werd vernieuwd, was het of de trein over grint reed en dit stuk stootte. Het was het bekende krrrt-geluid, dat ieder opviel. Nu is het mogelijk, dat de arbeiders, die werkzaam waren, grint op de rails lieten liggen, maar dit is zeer onwaarschijnlijk. Dit toch zou zeer roekeloos en zelfs laakbaar baldadig zijn; terwijl ik bij gelegenheid gezien heb, dat ais een trein nadert, de arbeiders met de schop eerst de enkele stukje* grint er af scheppen. Het geluid was ook eenigszins gedempter dan in het ten onrechte veronderstelde geval. Mij kwam het voor, dat de trein het grint, dat onder.de dwarsliggers rust, fijndrukte en dat dit het opvallende geluid gaf. Men beseft nu echter, dat dit tot verzakking leiden kan. Aangestampt zand zit vast, aangestampt grint, dat fijn gedrukt wordt, vermindert in volume en kan lichtelijk tot verzakking aanleiding geven. Een onderzoek in die richting is dringend gewenscht, te meer daar met dit werk op dezelfde wijze wordt voortgegaan.”

Over de oorzaak zijn rapporten vol geschreven en over schadevergoedingen is nog jarenlang geprocedeerd.

Benjamin
Zoon Benjamin werd boekhandelaar en werkte tussen 1936 en 1973 bij Van Rossum in Amsterdam. Daarnaast schreef hij een aantal boeken, met name met als genre de griezelverhalen. In 1947 woonde het gezin van Benjamin op de Grensstraat 37hs en hij had drie kinderen. Benjamin overleed op 29 september 1973 in Amsterdam

verder
In Amsterdam woonde het gezin van David op de Overtoom 444, in 1911 gingen ze naar de Koninginneweg 265 en in 1916 naar de Prinsengracht 755.

Beelden van de ramp staan hier.

Acteur en theaterdocent René Lobo (René Henri Roger Jessurun Lobo, Amsterdam, 16 augustus 1940 – 29 januari 2015) was de kleinzoon van David en Greta. Hij was gehuwd met actrice Sjoukje Hooijmaaijer (Laren, 27 juli 1940 – Hilversum, 19 september 2018)

bron:
www.bibliopolis.nl, lemma Jessurun Lobo Benjamin (geraadpleegd 2 jan 2015)
www.geni.com, lemma Bejamin Jessurun lobo (geraadpleegd 2 jan 2015)
Meertensinstituut op www.meertens.knaw.nl/nfb/vt47.php?naam=Jessurun Lobo (geraadpleegd 2 jan 2015)
LibraryThing op https://www.librarything.com/author/jessurunlobo (geraadpleegd 2 jan 2015)
stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Benjamin Jessurun Lobo (1855)
Algemeen Handelsblad, 11 sep 1926, in memoriam
stadsarchief Amsterdam, gezinskaart David Jessurun Lobo
wiewaswie.nl, Margaretha Wilhelmina Braakensiek
wikipedia, lemma David Jessurun Lobo (geraadpleegd 2 jan 2015)
’s Gravenhage in Beeld
met dank aan Jack Santcross (email 1 februari 2017)
 
laatst bijgewerkt:
26 september 2019