Abraham Icek Tuschinski

indexbreziny

Abraham Icek Tuschinski werd in Brzeziny (ook wel Brzezin) bij Lodz in Polen geboren op 14 mei 1886. Hij trouwde met Mariem Ehrlich en besluit al voor zijn twintigste om naar Amerika te vertrekken. De reden kan hiervoor gezocht worden in de pogroms en het wijd verbreide antisemitisme, ook wordt wel genoemd dat Abraham in dienst moest en dit op deze wijze trachtte te ontlopen. Dat de bestemming Amerika was is niet geheel zeker, er zijn ook aanwijzingen dat hij naar Rotterdam wilde.
tuschinskyIn 1904 komt hij in Rotterdam aan. Hij werkt daar als vestenmaker bij de firma Kattenburg. Hij was een zeer goed kleermaker en kreeg regelmatig extra klussen waardoor hij het financieel beter kreeg. Later sticht hij, samen met zijn vrouw, in de Nadorststraat 27c een pension (Hotel Polski) waar voornamelijk Oost-Europese Joden (op doorreis naar de Verenigde Staten) verblijven, dit omdat hij de Oost Europeanen beter wil opvangen. Dit pension wordt een succes.
Tuschinski begint in Rotterdam zijn eerste bioscoop, Thalia. Deze bioscoop is gevestigd in een zeemanskerkje aan de rand van de Zandstraatbuurt (Coolvest) en moet al snel gesloopt worden omdat deze buurt wordt afgebroken, waarna Tuschinski zijn bioscoop verhuist naar de Hoogstraat in Rotterdam. In een periode van dertien jaar opent hij vier bioscopen in Rotterdam, Thalia, Scala, Olympia en Cinema Royal.

tuschinskibovenIn 1918 koopt Tuschinski, samen met zijn zwagers Gerschtanowitz en Ehrlich, een stuk grond aan de Reguliersbreestraat in Amsterdam. Dit stuk grond bestaat uit vele steegjes en mensen die daar in grote armoede leven en staat bekend als De Duvelshoek. Hij wil hier een bioscoop van wereldfaam bouwen. Er worden alleen de beste materialen en ontwerpers gebruikt en op 28 oktober 1921 opent Tuschinski in Amsterdam haar deuren.

Deze bioscoop is gebouwd volgens Art Deco, Jugendstil en de Amsterdamse School en het eerste ontwerp was van architect Hijman Louis de Jong (Amsterdam, 1 januari 1882 – Auschwitz, 30 oktober 1944). Lees hier de toespraak van Abraham Tuschinski ter gelegenheid van de opening.
In 1923 wordt in Rotterdam zijn mooiste bioscoop geopend, het Grand Theatre, en in 1928 opent hij aan de Kalverstraat in Amsterdam het Roxy Theater. Van de bioscopen in Rotterdam blijft er geen een over na het bombardement.
Tijdens de bezetting wordt zijn bioscoop aan de Reguliersbreestraat ook gevorderd door de Duitsers, die er geen Joodse naam op willen hebben. De bioscoop wordt dan Tivoli genoemd, wat volgens de Amsterdammers betekent Tuschinski Is Verkocht Of Liever Ingepikt. Dit gebeurt na 31 augustus 1940, de verjaardag van Koningin Wilhelmina, toen uit de bovenramen van het theater de Britse en Nederlandse vlaggen hingen, wat natuurlijk tijdens de bezetting niet toegestaan was. Tuschinski is in staat om te vluchten naar Engeland, maar dit weigert hij. “Hij is in dit land in goede tijden groot geworden, hij wil in slechte tijden geen deserteur zijn”, zegt hij.
Abraham Tuschinski wordt op 1 juli 1942 gearresteerd omdat hij zijn niet-Joodse buurman blijft bezoeken en komt via Westerbork aan in Auschwitz waar hij op 17 september 1942 vermoord werd. 

Van de gehele familie Tuschinski en de familie van zijn zwagers Ehrlich en Gerschtanowitz overleven slechts 3 personen de oorlog.

Het theater krijgt na de oorlog de echte naam weer terug en komt in handen van verschillende concerns. Momenteel is het in Franse handen (Pathe). In 2002 is Tuschinski ingrijpend gerestaureerd waardoor het weer de allure heeft van 1921. Onder een reclamefilm voor de bioscoop uit 1933.

 

Aanvulling oktober 2019:

Gaité in oude luister hersteld
Zaal 2 van Tuschinski stond ooit bekend als Gaité en deze zaal en zaal 3 zijn gereconstrueerd naar de situatie van 1920, toen het theater geopend werd. Liesbeth Stinessen reconstrueerde in Zaal 2 de wandschilderingen van Pieter den Besten (1894-1972). Die waren er al bij de opening in 1920, maar gingen verloren bij een brand in juli 1941. Stinessen werd twee jaar geleden gevraagd door architect Kees Doornenbal van Rappange & Partners Architecten, die in 2002 de foyer, de omlopen en de grote zaal van Tuschinski al in oude luister had hersteld. “Zaal 2 was een heel gewoon bioscoopzaaltje in dat verder prachtige pand; dat kon helemaal niet, vond Kees.” 

De reconstructie was niet eenvoudig. Er waren slechts twee zwart-witfoto’s en een paar schetsen bewaard gebleven. Stinessen onderzocht eerst de stijl van Pieter den Besten. Ook dat was niet eenvoudig, veel van zijn werk dat ooit te zien was in zijn geboortestad Rotterdam was verloren gegaan bij het bombardement van 14 mei 1940. Wel was er nog een enorme schildering van hem in een achterzaaltje in Grand Café Centraal in Gouda. 

Deze schildering dateert uit 1924, de muurschilderingen in Tuschinski waren van 1919. De ontwikkeling in zijn stijl was zichtbaar, tussen Art Deco en Jugendstil in maar in 1924 was zijn stijl meer uitgekristalliseerd. 

Stinissen ontdekte de rode lijn in Den Bestens werk. Hij wilde volgens haar in La Gaité de energie meegeven van het uitgaansleven van de roaring twenties. Hij koos de podiumkunsten als uitgangsthema, maar dan wel alles door elkaar. Jongleurs, goochelaars en drôlerie, zwaar drama, klassieke muziek en jazz, noem maar op, alles gelardeerd met Griekse theatermaskers. 

Nadat Stinessen dit had bepaald ging ze gaan schetsen en werden de kleuren worden bepaald. Ontbrekende stukken zijn in de stijl van Den Besten teruggebracht. Stinissen is nog niet naar de film geweest in de gereconstrueerde zaal. “Dat ga ik wel snel doen, hoor. Ik heb al wel gehoord dat er mensen zijn die na afloop van de film blijven zitten tot het zaallicht aangaat, zodat ze goed kunnen zien waar ze nu eigenlijk hebben gezeten. Dat vind ik een ontzettend groot compliment”.

 

bron:
aanvulling Gaité:
Jan Pieter Ekker, De grandeur van 1920 is terug in bioscoop Tuschinski in Het Parool, 9 oktober 1019

laatst bijgewerkt:
11 oktober 2019