Arnold Bueno de Mesquita

Arnold Bueno de Mesquita (Amsterdam, 23 februari 1908) was een zoon van Mozes (Dick) Bueno de Mesquita (Lochem, 21 maart 1874), eigenaar van een meubelzaak, en Esther Pimentel (Amsterdam, 28 december 1880). Arnold werd geboren op de Achtergracht 7 in Amsterdam. Zijn broer Izaak (Amsterdam, ), journalist, werd op  vermoord in Sobibor. Zijn jongere zus Mathilda (Amsterdam, 16 augustus 1917) werd journalist.
Arnold Bueno de Mesquita was tweemaal getrouwd. Zijn eerste vrouw, van 12 juni 1940 tot 1947, was verpleegster Tertia (Ter) Kolthoff (Amsterdam, 5 januari 1913 – Amsterdam, 9 juni 1990). Zijn tweede vrouw was vanaf 1954 Hanna Beata (Hansje) van Wijk. Arnold had drie zoons en twee dochters.

Achtergracht 5
Arnold verhaalt ook over de panden Achtergracht 5 (waar hij vanaf zijn tiende jaar woonde) en Achtergracht 7 (waar bij werd geboren). Nummer 7 heeft een stoep, nummer 5 niet maar verder zijn ze eender ingedeeld. Op de zolder was de werkplaats voor de stoffeerders en de naaisters. Daar werden stoelen gestoffeerd, gordijnen gemaakt en tijdens de Eerste Wereldoorlog meubelwas gesmolten en in kleine potjes verpakt.

Arnold (Nol) Bueno de Mesquita vindt in Amsterdam zijn beroep in de meubelbranche. Hij begon een ‘buro voor binnenhuisarchitectuur’ aan de Nieuwe Herengracht 123.
Tijdens de oorlog, die hij als Joodse Amsterdammer overleefde, was Nol actief bij het Joods verzet.

Goed Wonen
Na de oorlog publiceert Nol Bueno de Mesquita in 1945 zijn rapport De Sociale functie van den binnenhuisarchitect na den oorlog. Hij stelt hierin dat het slecht gesteld is met de smaak van de massa. Ter verbetering ziet hij een leidende rol weggelegd voor ontwerpers, fabrikanten, distributeurs en de overheid.

Na gesprekken met museumdirecteur Willem Sandberg en met de architecten Mart Stam en Johan Niegeman neemt Bueno de Mesquita het initiatief tot het oprichten van de Distribuantenvereniging Goed Wonen. Deze heeft als doel ‘het bevorderen van het goede wonen bij zo breed mogelijke lagen der bevolking’. Een vervolg op dit initiatief was in 1946 de oprichting van de Stichting Goed Wonen, die via voorlichting haar idealen wilde uitdragen. De Stichting Goed Wonen wil de wooncultuur voor brede lagen van de bevolking verbeteren en strijdt tegen ‘stijlloosheid, materiaalschaarste en woningnood’. Ze maakt propaganda voor het ‘verantwoorde’ meubel en de ‘goede’ woninginrichting. Stichting Goed Wonen ging later via de Stichting Wonen op in het Nederlands Architectuurinstituut (NAI).

Een belangrijke spreekbuis van Goed Wonen vormt het door de stichting uitgegeven gelijknamige blad. Nol Bueno de Mesquita was één van de redacteuren. De meubel-esthetiek en inrichtingsprincipes van Goed Wonen zijn te beschouwen als een voortzetting en uitwerking van de ideeën van de functionalistische architecten, zoals deze in tijdschriften als De 8 en Opbouw (1932-1943) zijn terug te vinden.

Nol zag echter wel in dat niet het hele Nederlandse volk, maar vooral de goed opgeleide middenstanders en onderwijzers in de jaren vijftig de sobere moderne woninginrichting omarmden. Gaandeweg wordt het accent steeds meer verlegd naar alles wat in breder verband met wonen te maken heeft. Nol geldt met het door hem eind jaren veertig ontwikkelde PIRU meubelsysteem van samenstelbare kasten als voorloper van latere succesvolle fabrikanten als PASTOE en IKEA.

Nol Bueno de Mesquita leverde in zijn zaak de canon van de moderne vormgeving van die tijd: moderne meubelen van Gispen, Van Os en Pastoe en stoffen van De Ploeg. Ook ontwierp hij nieuwe producten, waaronder een meubelsysteem voor Pastoe en verzorgde hij inrichtingen voor grote woonhuizen, hotels, kantines en directievertrekken met opdrachtgevers als Hoogovens, KLM en het horeca-imperium van Maup Caransa. Hij was in 1969 bij de opening van Caransa-hotel de binnenhuisarchitect.

In 1988 publiceerde hij met Karel Junger Portugusade, herinnering aan het Amsterdam van de Portugese joden. In 1996 publiceerde hij, eveneens samen met Junger, Binnenpretjes van een binnenhuisman. Zijn archief is opgeslagen bij De Stichting Bibliografieën en Oeuvrelijsten Nederlandse Architecten en Stedebouwkundigen (BONAS).

Verzet
Tijdens de oorlog zaten Nol en zijn vrouw Ter in het verzet. In hun huis op de Nieuwe Herengracht 123hs werden brandbommen gemaakt. Halverwege de oorlog werden ze verraden en konden ze net op tijd onderduiken. Ze overleefden, maar de angst bleef. Het huwelijk liep spaak en ook het contact met hun dochters, die elders waren ondergedoken, bleef moeizaam.

Nol overleed op 20 maart 2002 en werd begraven op Zorgvlied.

 

 

bron:
Arnold Bueno de Mesquita op Kunstbus via https://www.kunstbus.nl/design/arnold+bueno-de-mesquita.html
Mozes Bueno de Mesquita, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 137.
Arnold Bueno de Mesquita, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 137.
Arnold Bueno de Mesquita bevordert ‘Goed Wonen’ op https://demirandabuurt.wordpress.com/2013/04/09/arnold-bueno-de-mesquita-bevorderde-goed-wonen/ (geraadpleegd 12 juli 2022).
Arnold Bueno de Mesquita, Portugusade, herinnering aan het Amsterdam van de Portugese joden (Delft 1988).
TV-programma, Vlug Veilig Voordelig. “Het Rotterdamsch parool”. Rotterdam, 21-05-1960, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 12-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSARO02:164909041:mpeg21:p00002.
Zelfspot kenmerkt herinneringen aan Portugees-joods Amsterdam door Eddy van Amerongen. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 27-05-1988, p. 14. Geraadpleegd op Delpher op 12-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010860079:mpeg21:p014.
Jeroen Wielaert, Nieuw licht op Joods verzet in Nederland (24 april 2015) via https://nos.nl/artikel/2032178-nieuw-licht-op-joods-verzet-in-nederland (geraadpleegd 12 juli 2022).
Tertia Kolthoff, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 1568.
Tertia Kolthoff, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 446.

gepubliceerd:
12 juli 2022

laatst bijgewerkt:
11 april 2023