Emanuel Polak

Inspecteur Kaber stelt een onderzoek in naar de moord op de 8-jarige Sara Beugeltasch in de bananenloods van de firma Groentenman en Bolle. Waterlooplein 38-46. 1934. Collectie Stadsarchief Amsterdam beeldbank glasnegatieven fotopersbureaus ANWG00524000001

De moord op Sara Beugeltas bracht in 1934 grote beroering teweeg. Niet alleen vanwege de lustmoord op dit achtjarige meisje, maar tevens omdat de dader een Joodse jongen was van “doodgoeie en fatsoenlijke” ouders. Dát was nog niet eerder vertoond en maakte de verwarring alleen maar groter.

Op en rond het Waterlooplein was er sprake van ontsteltenis, opwinding en regelrechte volkswoede. Nog nooit eerder was een Joodse jongen dader van zo’n gruwelijke moord geweest. Slechts één keer eerder was er een Joodse medeplichtige geweest in Sint Oedenrode, maar die zaak was nooit geheel duidelijk geworden. En de dader, leerling steendrukker Emanuel Polak (Amsterdam, 13 mei 1913 – Utrecht, 26 juli 1964) was de zoon van doodgoeie en fatsoenlijke ouders, zei men.

De jeugd van Emanuel was echter niet zo makkelijk geweest. Zijn vader, Joseph Polak (Rotterdam, 28 januari 1879 – Sobibor, 28 mei 1943) verliet zijn moeder Betje Polak (Amsterdam, 20 juni 1879 – Auschwitz, 5 oktober 1952) toen Emanuel zeven jaar oud was. Emanuel was een van negen kinderen, zeker vijf overleden op jonge leeftijd. In 1929 werd hij vanwege seksueel misbruik van jongens en meisjes naar Observatiehuis op de Vosmaerstraat gestuurd waar hij in 1932 uitkwam. In april 1933 werd hij vanwege de aanranding van een jongen gearresteerd en hij werd opnieuw in het gesticht opgesloten.

In juli 1933 verklaarde de firma “Groenteman & Bolle” dat Emanuel daar kon werken als pakhuisknecht. Een van de firmanten was een broer van Emanuels moeder. Hij kreeg een proeftijd tot 13 mei 1935 en hij zou zijn vrijheid terugkrijgen wanneer tot die datum geen nieuwe misdaden geplaagd zouden zijn. Maar op 28 augustus was het raak, hij verkrachtte en vermoordde Sara Beugeltas.

Emanuel Polak bekende de lustmoord en kwam in de strafgevangenis van Leeuwarden terecht. Zo overleefde hij de oorlog en dat kwam vooral doordat de directeur van de gevangenis geen van zijn gedetineerden aan de Duitse autoriteiten als Jood had opgegeven.
Zijn familie werd grotendeels vermoord en volgens een interview van 1946 vond hij dat wel erg beroerd, want “hij voelde zich in de strafgevangenis van Leeuwarden nu wel heel eenzaam“.

In 1957 schrijft de broer van Emanuel een gratieverzoek naar minister-president Drees. Op 31 januari 1958 werd de levenslange straf kwijtgescholden, Emanuel zat toen al 24 jaar in de gevangenis. Hij werd overgeplaatst naar de Van der Hoevenkliniek in Utrecht, een TBS-instelling waar zijn eventuele terugkeer in de maatschappij wordt voorbereid.
Emanuel krijgt in 1963 last van de bloedsomloop in een been. Uiteindelijk moeten beide benen geamputeerd worden en op 26 juli 1964 overleed Emanuel Polak in de Van der Hoevenkliniek.

Terzijde:
Fyffes bananenimport was eind jaren twintig overgenomen door Groenteman en Bolle, maar was opgericht door Mordechai Cortissos.

 

 

bron:
Sluyser, Meijer, Amsterdam, je hebt een zoute smaak,
NIW september 1934,
NIW 24 aug 1984,
NIW 24 aug 1984,
wikipedia,
home.kpn.nl/spoi/Beugel5.htm.
Emanuel Polak, Stadsarchief Amsterdam, Bijzondere registers, archiefnummer 5000, inventarisnummer 2559.

foto:
Inspecteur Kaber stelt een onderzoek in naar de moord op de 8-jarige Sara Beugeltasch in de bananenloods van de firma Groentenman en Bolle. Waterlooplein 38-46. 1934. Collectie Stadsarchief Amsterdam beeldbankl glasnegatieven fotopersbureaus ANWG00524000001.

gepubliceerd:
3 mei 2016

laatst bijgewerkt:
3 februari 2025