familie Gezang

Henriette Henriques - Pimentel verzorgt Koenraad-Huib Gezang (Remi). Koenraad kwam op 30 oktober 1942 in de creche zonder ouders of identificatiepapieren (nadat hij te vondeling gelegd was in Bloemendaal, op Duinwijckweg 1) en werd Remi (van Duinwijck) genoemd naar het weeskind uit "Alleen op de Wereld" van Hector Mallot. Remi werd de lieveling van zowel de verzorgsters als van de bezetter. Naar verhalen uit die tijd kwamen SS-ers speciaal naar Remi kijken en met hem spelen. In de film "Süskind" (fuworks, jan 2012) wordt het verhaal over Remi ook kort belicht.
Henriette Henriques – Pimentel verzorgt Koenraad-Huib Gezang (Remi). Koenraad kwam op 30 oktober 1942 in de crèche zonder ouders of identificatiepapieren (nadat hij te vondeling gelegd was in Bloemendaal, op Duinwijckweg 1) en werd Remi (van Duinwijck) genoemd naar het weeskind uit “Alleen op de Wereld” van Hector Mallot. Remi werd de lieveling van zowel de verzorgsters als van de bezetter. Naar verhalen uit die tijd kwamen SS-ers speciaal naar Remi kijken en met hem spelen. In de film “Süskind” (fuworks, jan 2012) wordt het verhaal over Remi kort belicht.

Een van de “bekende” beelden uit de 2e Wereldoorlog in Nederland is de vondeling Remi, die in de crèche bij Henriette Pimentel kwam en daar het lievelingetje werd van de verpleegsters.

Maurits Gezang werd in Amsterdam geboren op 17 juni 1904 als zoon van Abraham Gezang en Judith Matteman. Hij had nog twee broers en twee zussen, die de oorlog overleefden. Het gezin woonde eind twintiger jaren in Bussum.
Op 28 augustus 1929 trouwde Maurits met Florence Goudeket. Florence was de dochter van Isaac Goudeket en Catharina Spreekmeester en zij hadden drie dochters, Rebecca Bloeme (6 augustus 1907), Florence (17 september 1908) en Helena Elisabeth (10 januari 1910). Helena was kunstschilder. Aan het begin van de oorlog woont Helena bij haar ouders, en dat gezin woont dan op Nicolaas Witsenkade 5hs (afgebroken).
Voor de oorlog turnde Maurits op een hoog niveau.
Maurits en Florence krijgen twee zoons, voor de oorlog Edward en in de oorlog, op 29 januari 1942, Koenraad Huib. Het gezin woont dan in Den Haag-Kijkduin, op de Noordwijkschelaan 9.
Maurits zit al aan het begin van de oorlog in het verzet, waarvoor hij na de oorlog tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau benoemd wordt. Koenraad Huib, roepnaam Koentje wordt door kennissen via een familielid van moeder te vondeling gelegd op de Duinwijckweg in Aerdenhout. Hierbij is noch de moeder, noch de vader van Koentje betrokken geweest. Koentje zit dan in een roze reiszak, heeft een roze gebreid jasje aan met een mutsje, een wollen luier en twee katoenen luiers en een wollen kamizool. Kort blijft hij bij de ambtenaar wonen en hij wordt Remi van Duinwijck genoemd.

Plantage Middenlaan 31. Zuigelingen Inrichting en Kinderhuis, t.t.v. de opening, 29 december 1924. Foto. Collectie Stadsarchief Amsterdam: foto-afdrukken. OSIM00001004334

Op 30 oktober 1942 bepaalt de Sicherheitspolizei dat Remi moet worden overgebracht naar de crèche op de Plantage Middenlaan. Remi zit van 30 oktober tot 14 april 1943 in de crèche en hij wordt de lieveling van de verpleegsters.
Ook Remi wordt naar Westerbork gevoerd, en hij wordt door de dochter van de voorzitter van de Joodse raad, Virry Cohen, op deze reis begeleid. Hij blijft in Westerbork tot 18 mei 1943, daarna wordt hij naar Sobibor gevoerd en daar op de 21ste mei 1943 vermoord op de leeftijd van 1 jaar en 4 maanden.
Maurits overleeft de oorlog, net zoals zoon Edward. Florence overleeft de oorlog niet en wordt eveneens in Sobibor vermoord.

bron:
joodsmonument.nl,

verzetsmuseum.org,
plantage-weesperbuurtkrant 2009 01,
verschillende stambomen,
joodsamsterdam.nl tijdlijn,
jhm.nl,
Joods biografisch woordenboek met vriendelijke dank voor de correcties aan Edward Gezang, Zweden.

Laatste aanpassing:
26 september 2019