Joodse Begraafplaats Amsterdamsevaart 278

Deze begraafplaats in Haarlem werd tussen 1887 en 1889 aangelegd op een gebied dat in 1885 was verworven. Tot het einde van de achttiende eeuw werden Haarlemse Joden begraven in Amsterdam maar tegen die tijd begon de Joodse gemeenschap te groeien en rond 1885 waren er circa 700 leden.

Vanaf 1770 werden de doden al begraven in Haarlem, op de Joodse begraafplaats op het Prinsen Bolwerk bij de Kennemerpoort. Deze begraafplaats werd tot 1833 gebruikt en lag achter de bebouwing aan het Kennemerplein. In 1960 werd deze begraafplaats gebruikt en de stoffelijke overschotten van 121 mensen werden conform de regels onder Rabbinaal Toezicht herbegraven op deze begraafplaats aan de Amsterdamsevaart (voorheen Amsterdamsche Straatweg). De matseiwoth (zerken) die nog in goede staat verkeerden werden eveneens herplaatst.
Vanaf 1833 werden Joodse overledenen begraven op het Joodse deel van de Algemene Begraafplaats aan de Kleverlaan, wat tot aan 1915 werd gedaan.

De begraafplaats lag aan het water van de Amsterdamsevaart, een trekvaart die in de jaren zeventig van de vorige eeuw gedempt werd. Station Spaarnwoude is in de onmiddellijke omgeving van de begraafplaats.

De begraafplaats aan de Amsterdamsevaart werd tijdens de Tweede Wereldoorlog beschadigd door de nazi’s. Er werden machinegeweren geplaatst en een loopgraaf aangelegd. Om de wanden van de loopgraaf te verstevigen werden matseiwoth gebruikt. Na de oorlog werd de begraafplaats gerestaureerd. Sinds 2021 wordt het onderhoud van het groen door de gemeente Haarlem uitgevoerd.

 

bron:
algemene informatie via Wikipedia (geraadpleegd 23 juli 2022)

gepubliceerd:
23 juli 2022

laatst bijgewerkt:
23 juli 2022