Lea Judith de la Penha

delapenhaleajudithKIRYAT MALACHI, Israël (AP)
Toen de Israëlische archeoloog Yoram Haimi besloot om de onbekende geschiedenis van zijn familie in kaart te brengen ging hij datgene doen dat hij het beste kent, hij ging graven.
Hij wist dat twee van zijn ooms vermoord waren in Sobibor. Hij ging daarom meewerken aan een opgravingsproject dat nieuwe inzichten moet geven in de werking van een van de beruchtste moordmachines van de nazi’s, waaronder ook het bepalen van de exacte locatie van de gaskamers waar honderdduizenden vermoord werden.
Sobibor, in het oosten van Polen, geeft het meeste schrijnende voorbeeld van de “Endlosung”, het plan van de nazi’s om het Europese Jodendom uit te roeien. Andere kampen waren ook nog gevangenis of werkkamp, Sobibor en de nabij gelegen kampen Belzec en Treblinka waren speciaal ontworpen om Joden uit te roeien. Slachtoffers werden per veewagon aangevoerd en bij aankomst vrijwel direct vermoord.
Het onderzoek naar Sobibor is moeizaam. Na de opstand in oktober 1943 sloten de nazi’s het kamp en deden alles om daar hun sporen uit te wissen en beplantten het gebied met bos.
Nu staan er grote bomen op het kampterrein. Omdat er zo weinig overlevenden zijn – er zijn er 64 bekend – is er nooit een precieze lay-out vastgesteld van het gebied waar de nazi’s meer dan 250.000 Joden vermoord hebben in een periode van 18 maanden (de maquette van Jules Schelvis geeft een zeer goed beeld, maar om de exacte locaties terug te vinden blijkt moeilijk te zijn -ras).

grflorisstr5
Graaf Florisstraat 5

Uit de herinneringen van de overlevenden konden onderzoekers geen volledig beeld krijgen over de werking van het kamp.
“Ik voel me een forensisch onderzoeker” zegt de 51-jarig Haimi in zijn huis in het zuiden van Israël voor hij deze week opnieuw naar Polen vertrekt. “Het is per slot van rekening een plaats van vele moorden”.
Na vijf jaar opgravingen kan Haimi het kamp in beeld brengen en heeft hij duizenden voorwerpen opgegraven. Hij heeft niets gevonden van zijn eigen familie maar tussen de tanden, botfragmenten en as heeft hij sieraden, sleutels en munten ontdekt die geholpen hebben om een aantal van de naamloze slachtoffers uit Sobibor te identificeren. De grote hoeveelheid as leidde voor hem tot de schatting dat meer dan 250.000 Joden daadwerkelijk in Sobibor vermoord zijn.
“Vanwege het ontbreken van veel informatie over Sobibor is alles wat we vinden van belang”, stelt Haimi: “Niemand kon de exacte locatie van de gaskamers terugvinden. De Duitsers wilden dat niemand wist wat er in die bossen stond. Maar dankzij ons werk is ze dat uiteindelijk niet gelukt.”
Het meest aangrijpende tot nu is de vondst van een gegraveerd identificatieplaatje met de naam van Lea Judith de la Penha, een zes jaar oud meisje waarvan bevestigd werd dat ze in het kamp vermoord is. Haimi noemt haar het “symbool van Sobibor.”
“De Duitsers discrimineerden niet. Ze vermoordden ook kleine meisjes. Dit plaatje heeft 70 jaar gewacht op iemand die het vond”, zegt hij.
“Ik denk dat middels archeologie we de mogelijkheid hebben om informatie te krijgen die we nog niet hadden”, stelt Deborah Lipstadt, een vooraanstaande Amerikaanse historica op het gebied van de Holocaust, verbonden aan de Emory Universiteit. “Het geeft ons een nieuw beeld nu de mensen die het hebben meegemaakt er steeds minder zijn.”
De methode die Haimi gebruikt is eender aan datgene wat hij doet wanneer hij in Israël graaft naar archeologische vondsten. Vanwege de moeilijke condities in Sobibor moet hij werken met methodes als radar en beelden via de satelliet. Gebaseerd op de opgravingen kunnen ze nu de posities bepalen waar de hekken stonden met het prikkeldraad om het kamp heen. Dat leidde tot het bepalen van de exacte locatie van wat de Duitsers de Himmelfahrtstrasse noemden, het pad waarover de gevangenen naakt naar de gaskamers liepen. Daar vanuit gaande kon hij de locatie van de gaskamers achterhalen.
Hij vond de locatie van de rails terug waarover invaliden naar de gaskamers gingen, kogels, keukengerei en een insigne met een hakenkruis van een nazi-officier.

Daarnaast vonden hij, zijn Poolse collega Wojciech Mazurek en nog twintig onderzoekers duizenden persoonlijke eigendommen die aan de slachtoffers behoorden: brillen, parfumflesjes, kunstgebitten, ringen, horloges, een speldje met Mickey Mouse erop, een gouden ketting met diamanten, gouden oorbellen met ER erin gegraveerd en een zilveren medaillon met de naam Hanna erin gegraveerd. Daarnaast ook een unieke versie van de Jodenster, gemaakt van metaal in plaats van stof, waarvan de onderzoekers bepaalden dat het uit Slowakije moet komen. De eerste opgravingen werden in 2001 gedaan, Haimi werkt sinds 2007 mee.
Om Sobibor zo gedetailleerd mogelijk in kaart te brengen is belangrijk in de strijd tegen de ontkenning van de Holocaust. Het is hard bewijs. Het gebied precies in kaart brengen is tot nu het belangrijkste wat Haimi heeft bereikt. “We weten nu hoe het kamp precies gefunctioneerd heeft” , stelt Deborah Dwork, directeur van het Strassler Family Center for Holocaust and Genocide Studies van de Clark University in Worcester, USA.
“Sommige critici stellen dat de plekken van de voormalige dodenkampen ‘heilig’ zijn en ‘niet beroerd mogen worden’, zegt ze, “Maar de kennis die we hierdoor vergaren is van groter belang.”
Hoewel archeologie gewoonlijk gezien wordt als een iets dat met de antieke geschiedenis te maken heeft denk Haimi dat het nu snel van groot belang kan worden voor het onderzoek naar de Holocaust, nu de overlevenden er bijna niet meer zijn. “Dit is de toekomstige onderzoeksmethode naar de Holocaust”, zegt hij.

Lea Judith de la Penha

Lea Judith de la Penha was de dochter van David de la Penha (Amsterdam, 12 augustus 1909) en Judith Rodrigues Parreira (Amsterdam, 27 september 1903). Het gezin woonde tot 11 mei 1943 op Graaf Florisstraat 21 en daarna tot 6 juli 1943 op Graaf Florisstraat 5-1hoog (foto midden), vlakbij de Weesperzijde.
Vader was behanger en verzekeringsagent van beroep, en volgens de persoonskaart van het stadsarchief ook steendrukker. Moeder was kleermaakster.
Vader en moeder trouwden in Amsterdam op 8 augustus 1934. In 1936 kregen David en Judith hun eerste kind, dat of doodgeboren was of snel overleed op 5 april 1936. Dit kind werd op 6 april op Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel begraven.

Hun dochtertje Lea werd geboren op 11 mei 1937. Er is nog een foto van het gezin, waarbij ze op bezoek zijn bij de familie Neehuis. De foto dateert waarschijnlijk uit 1939, Lea is dan tweeënhalf en zit op schoot bij haar vader (foto).

Vader, moeder en Lea werden in 1943 opgepakt en gingen op 6 juli vanuit Westerbork op transport naar Sobibor met het 68e transport. In dit transport zaten 2417 mensen.
Bij aankomst op 9 juli 1943 werden de mensen uit dit transport vrijwel direct vermoord, van drie van hen werden na 9 juli 1943 nog levenstekens ontvangen, twee kaarten uit werkkamp Dorohucza, een kaart uit Lublin. David, Judith en Lea werden op 9 juli 1943 vermoord.
Kort na het wegvoeren uit de Graaf Florisstraat werd dit huis gepulst. Dat betekent dat door verhuisbedrijf Puls de inboedel werd weggehaald en naar pakhuis Argentinië gebracht. De inboedel werd minutieus opgetekend, het formulier waarop dit gedaan is, is teruggevonden en is hier te zien.

PENHA,-Lea-Judith-de-la-(11Een uur na het verschijnen van deze pagina werd onderstaande foto ontvangen van Lea. De foto is afkomstig uit de Collectie Luijters/Pennewaard, beschikbaar gesteld door L. Dijkstra, Muiderberg.

lea judith de la penha – 2

Lea Judith had de prachtige achternaam “De la Penha”. Een mooie Sefardische achternaam waarvan het interessant is om te kijken hoe de familie in Amsterdam terecht kwam.

De stamboom van de familie De la Penha kwam ver worden terug gevolgd. Een reis door de tijd die loopt volgens een patroon dat we vaak zien bij de Sefardim die in Nederland woonden. Het spoor terug van Lea….

Amsterdam twintigste eeuw
Lea Judith werd geboren op 11 mei 1937 als dochter van David de la Penha (Amsterdam, – Sobibor, ) en Judith Rodriques Parreira (Amsterdam, – Sobibor, ). David was behanger en verzekeringsagent, Judith kleermaakster.

Vader David werd geboren op 12 augustus 1909 als zoon van Hartog de la Penha (Amsterdam, – Amsterdam, ) en Helena Pais (Amsterdam, – Auschwitz, ). Hartog en Helena kregen negen kinderen, David was de zevende.

Amsterdam negentiende eeuw
Grootvader Hartog de la Penha werd op 17 mei 1873 geboren als zoon van David de la Penha (Amsterdam, 3 november 1846) en Hendrika Polak (Amsterdam, 3 december 1847). Hij was het tweede kind in een gezin met tien kinderen.

Overgrootvader David werd geboren op 3 november 1846 te Amsterdam als zoon van Abraham de la Penha (Amsterdam, 21 januari 1814) en Esther (Hesje) Cassier (Leiden, 1816).

Betovergrootvader Abraham werd geboren te Amsterdam op 21 januari 1814. Abraham was kantoorklerk en was zoon van David de la Penha en Ester Rodrigues Nunes.

Amsterdam achttiende eeuw
Oud vader David werd te Amsterdam geboren op 25 februari 1793 als zoon van Abraham de la Penha en Benvenida Monteiro.

Oud grootvader Abraham werd geboren op 13 januari 1758 te Amsterdam als zoon van David en Sara Fernandes.

Oud overgrootvader David werd geboren in 1731. Hij woonde in de Houtstraat in Amsterdam (Waterlooplein) en was zoon van Isaac de la Penha en Rachel Pimentel.

Spanje en Rotterdam zeventiende eeuw
Oud betovergrootvader Isaac werd in 1689 geboren als zoon van Abraham en Rachel de Pinedo. Stamvader Abraham werd geboren in 1665. Hij verhuisde met zijn ouders naar Rotterdam in 1670. Hij was de zoon van David de la Penha en Abigael Gomez.

Stam grootvader David werd in 1609 geboren in Medina del Campo. Medina del Campo ligt in Spanje. In Spanje werd door de katholieke koningen Elizabeth en Ferdinand in 1492, bij de val van Granada (de laatste Moorse vestiging) bepaald dat iedereen met een ander geloof moest vertrekken. Joden kregen wel een keuze, ze mochten zich bekeren of ze moesten vertrekken. Velen vertrokken, vaak naar Portugal. Deze nieuw christenen werden gewantrouwd in Spanje en werden in de gaten gehouden door beambten van de kerkelijke rechtbank, de Inquisitie.
Dat de familie De la Penha tot in de zeventiende eeuw in Spanje is gebleven, betekent dat zij zich hebben bekeerd. Bekeerd voor de buitenwereld want na ruim een eeuw gingen ze terug naar het geloof van de voorvaderen. 
David was de zoon van Joseph de la Penha en Bianca Rodrigues.

Stam overgrootvader Joseph de la Penha was de zoon van Franciscus de la Penha (geboren 1550) en Blanca Fernandes. Hij werd geboren in 1580. De naam van vader is een typisch katholieke naam, wat duidt op de overgang tot het katholicisme.
Het patroon Spanje – Portugal – Antwerpen – Nederland is een patroon dat vaker gezien wordt bij Sefardische families. En een volgorde die bepaald wordt door belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis.

Spanje
De Joden in Spanje hebben eeuwen in dat land gewoond zonder problemen. Een groot deel van het land was een kalifaat, dus islamitisch. Zoals in verschillende Noord Afrikaanse landen werden de Joden door de islam geaccepteerd. 1492 is het jaar van de ommekeer. Het jaar waarop Granada viel, de islam van het Iberisch Schiereiland werd verjaagd en de katholieke koningen Spanje tot een door-en-door katholiek land wilden maken. De Joodse gemeenschap, net zoals de islamitische, werd verjaagd alhoewel de Joodse gemeenschap de keus kreeg om zich te laten dopen tot katholiek.

De godsdienst werd in Spanje behoorlijk obsessief en de gedoopte Joden werden in de gaten gehouden door de Inquisitie. En niet vertrouwd door een groot deel van de Spaanse gemeenschap.

De familie De la Penha is niet, zoals veel families, na 1492 naar Portugal getrokken. Daar heerste meer vrijheid totdat in 1496 de Portugese koning wilde trouwen met een dochter van de Spaanse koningen. Dat mocht, maar een van de voorwaarden was wel dat de Joden uit Portugal moesten verdwijnen. De Portugese koning was nog strenger dan de Spaanse koningen. De keus werd vertrek of doop, maar vertrek maakte hij grotendeels onmogelijk vanwege het afsluiten van de havens. De gedwongen doop van de Portugees Joodse gemeenschap was een feit.

Zodra het toch lukte om het Iberisch schiereiland te verlaten was de toenmalige metropool Antwerpen een goede optie. Men mocht zich daar als handelaar vestigen en Antwerpen viel onder het Spaanse rijk. Een grote groep “nieuw christenen” heeft zich er gevestigd.

Antwerpen was de plaats waar de religieuze hervormingen voet aan de grond kregen, tot ongenoegen van Philips II, de Spaanse koning en dus ook de koning over de Nederlanden. Dat moderne gedoe was niet naar zijn zin en na het Beleg viel Antwerpen in 1585 viel deze stad en kwam terug bij het katholieke geloof. Rond die tijd vertrokken veel handelaren uit Antwerpen. Niet alleen naar de steden van de Noordelijke Nederlanden, maar ook naar alle steden waar het rustig was en waar handel gedreven kon worden.

Of men naar de Noordelijke Nederlanden ging hing af van de rust die daar was. Het is bijzonder dat de familie De la Penha voor Rotterdam koos. Rond 1610 was Rotterdam een potentieel goede vestigingsplaats maar de remonstranten zaten in het bestuur van de stad en zij waren de Joodse handelaren niet goed gezind. In 1612 werd de vestigingsvergunning voor een aantal families ingetrokken, later kwam de Sefardische vestiging wel weer op gang met daartussen de familie De la Penha.

Amsterdam bleek een betere plaats voor de vestiging. Na de alteratie in Amsterdam (overgang naar het protestantisme) waren er veel geloofsrichtingen in de stad waardoor de stad bepaalde dat alles mocht, maar alleen de protestante religie mocht zichtbaar zijn. Na een korte vestiging in Rotterdam trekt familie De la Penha naar Amsterdam.

De laatste grote gebeurtenis in de geschiedenis is het naziregime met een enorme impact op deze familie. Lea Judith was een van de vele slachtoffers. Het is goed dat nu, zo’n 70 jaar later, de nakomelingen van Franciscus de la Penha er nog steeds zijn, verspreid over heel de wereld en ook over Nederland.

 

bron:
vertaling artikel Haimi The Examiner, 21 aug 2012 tevens verschenen in haaretz op 21 aug 2012,
joodsmonument.nl,
interview Izabel Bloem 2 februari 2014
Gegevens stamboom: David de la Penha

tomverwaijen.nl,
maxvandam.info,
stadsarchief Amsterdam,
Sobibor van Jules Schelvis,
Hartog de la Penha, Stadsarchief Amsterdam, Bevolkingsregister 1874-1893, archiefnummer 5000, inventarisnummer 1842.
Hesje Cassier, Stadsarchief Amsterdam, Bevolkingsregister 1851-1853, archiefnummer 5000, inventarisnummer 567, blad pagina 68.

foto
rechts Collectie Luijters/Pennewaard, foto beschikbaar gesteld door L. Dijkstra, Muiderberg
JOKOS-dossier met dank aan Izabel Bloem.

gepubliceerd:
1 mei 2016

laatst bijgewerkt:
22 maart 2023