Leon Beesemer

november 1929

Leon Beesemer (Amsterdam, – Auschwitz, ) woonde vanaf 31 maart 1937 met zijn vrouw Rozette Aap (Amsterdam, – Auschwitz, ) en hun vijf zoons; Abraham (Amsterdam, 20 januari 1928), Jacob (Amsterdam, – Auschwitz, ), Isaac (Amsterdam, 21 juni 1933), Karel (Amsterdam, 2 maart 1935) en Johan (Amsterdam, 4 oktober 1938) op de Borssenburgstraat 28-2 in Amsterdam. Voor de oorlog woonde het gezin onder meer op de Retiefstraat en het Krugerplein. Leon was chauffeur van beroep, Leon en Rozette gingen in november 1929 in ondertrouw en trouwden op 11 december 1929.

Leon Beesemer

Het huwelijk van Rozette en Leon was slecht en al voor de oorlog uitbrak zo goed als ontbonden. Ook nam hij het niet zo nauw met de huwelijkse trouw. In stukken van een maatschappelijke organisatie werd hij omschreven als een ‘ruwe klant’
Vader Leon was een scharrelaar, een kleine zakenman. De ene keer deed hij in kinderspeelgoed, de keer daarna verkocht hij fietsen. Ook werkte hij als chauffeur en als vertegenwoordiger in chemische producten. Hij was altijd weg, ze zagen elkaar zelden. Feitelijk hadden de kinderen geen vader, wel een moeder, Rozette, die veel warme gevoelens bij de jongens opriep. Ze was liefdevol en probeerde op haar manier vijf zoons op te voeden. Ze hadden het niet breed. Een rapport van jeugdzorg uit 1945 laat iets zien van de sfeer in het gezin:  “Het huwelijk van deze ouders liet veel te wenschen over: de vader was een ruwe klant, die veel geld opmaakte: zijn zwakke vrouw kon haar huishouden niet aan en vormde geen tegenwicht tegen haar man en kinderen. Beesemer was als vertegenwoordiger werkzaam bij de Roko fabrieken (chemische producten)”.

Leon was politiek geëngageerd. Voor de oorlog was hij communist en in 1934 lid van de landelijke leiding van de Strijdbond tegen het Fascisme. Drie jaar later werd Leon secretaris van de Onafhankelijke Werkloozen Organisatie. Zijn communistische overtuiging maakte Leon voor de nazi’s naast zijn Joods-zijn een persoon die men zo snel mogelijk wilde oppakken. Het weigeren van het dragen van de Jodenster blijkt echter een van de redenen te zijn van de arrestatie van Leon. Uit het politierapport van 15 augustus 1942: “Brengen de aps Philippo (5901) en Froom (5754), op aanwijzing van Emille Brandt, wachtdienst Nedersachsche Amsterdam, vanaf de Damstraat LEON BEESEMER, (Jood), geboren 20 Mei 1905, monteur, wonende zonder vaste woonplaats, gewoond hebbende Borssenburgerstraat 28, 3hoog, te Amsterdam, terzake het niet dragen van de jodenster. Hij verklaart zijn woning ontvlucht te zijn daar de Groene Politie hem zocht. Hij weigert de jodenster te dragen. In zijn bezit werd aangetroffen een vervalscht persoonsbewijs.
Hij is door genoemde aps overgebracht naar de S.D. Euterpestraat 99, te Amsterdam.”

Leon kwam al vroeg in de oorlog in Westerbork terecht, waarschijnlijk al in september 1942. Leon staat op de transportlijst van het 24e transport van vrijdag 2 oktober 1942 naar Auschwitz. Wat er dan precies gebeurd is een raadsel. Leon kan ontsnapt zijn of niet op transport zijn gegaan. In ieder geval komt hij terug naar Amsterdam, is daar in ieder geval al in mei 1943 omdat hij vanuit Amsterdam een brief schrijft naar zijn familie. Hij wordt in Amsterdam op 10 juli 1943 opnieuw gearresteerd, waarbij hij in eerste instantie een valse naam opgeeft. Uit dat politierapport: “De ap Walraven brengt van bur Singel E/z diefstal c.q. heling aan gouden sieraden, den door kp Moll aangehouden verdachte: Leon Serné. geb.bsd 20.5.05 monteur. zvw.
Blijft in bewaring, staat niet gesign. Later geeft verdachte aan kp Moll op te zijn genaamd Leon Beesemer. geb. tsd 20.5.05, monteur, z.v.w. Staat eveneens niet gesign”

Leon kwam terug in Westerbork op 14 augustus 1943 en werd op transport gezet met het 73e transport naar Auschwitz op dinsdag 24 augustus 1943. Leon werd bij aankomst geselecteerd en kreeg het nummer 139717. Hij ging naar het subkamp Monowitz (Auschwitz III) en werd daar ziek. Van 13 november 1943 tot 27 november 1943 verblijft hij de in Krankenbau, het ‘ziekenhuis’ van Monowitz.

Rozette Beesemer-Aap

Vier kinderen van Leon en Rozette overleefden de oorlog. Waarschijnlijk gingen moeder en Jacob in de onderduik. Rozette en Jacob werden gearresteerd (verraden?) en kwamen op 12 januari 1944 als strafgevallen in Westerbork aan. Daar gaan ze naar strafbarak 67 en met het 84e transport op dinsdag 25 januari 1944 naar Auschwitz, waar ze bij aankomst op 28 januari 1944 worden vermoord.

Zijn vrouw en zoon Jacob heeft Leon in Auschwitz niet meer gezien. Rozette en Jacob gaan op 25 januari 1944 op transport naar Auschwitz, waar ze na aankomst zijn vermoord. Leon is dan al dood, hij kwam op 24 januari 1944 in Auschwitz om.

Er is door de familie na de oorlog veel gezocht naar het verhaal. In juni 1988 verscheen een oproep in het NIW waarin gevraagd werd of er mensen Leon en zijn gezin gekend hadden.

De kinderen:
Abraham (Amsterdam, 20 januari 1928 – 15 augustus 1951)
Abraham (Appie) kwam in Auschwitz terecht en overleefde dit kamp. Hij was echter ernstig ziek (TBC) en kwam een paar jaar na de oorlog te overlijden in het noodziekenhuis Noord-Holland te Haarlem.

Jacob (Amsterdam, – Auschwitz, )
Jacob (Jaap) overleefde de oorlog niet en werd samen met zijn moeder naar Auschwitz gedeporteerd.

Isaac (Amsterdam, 21 juni 1933)
Isaac (Sjaak, Jan) dook onder en kwam na vele omzwervingen in Oostvoorne terecht.

Karel (Amsterdam, 2 maart 1935)
Karel was zes jaar toen hij op verschillende adressen onderdook en een nieuwe naam kreeg. Uiteindelijk werd hij opgevangen door de familie Van Dijk in Renkum. In dit pleeggezin werd Karel op een heel natuurlijke wijze, zonder dwang, streng gereformeerd opgevoed. De slag bij Arnhem maakte Karel van dichtbij mee. Een vlucht door de bossen bij Renkum achterop de fiets bij tante Truus bracht hem naar Veenendaal. Na de bevrijding bleef Karel wonen bij zijn pleeggezin. In 2010 hebben Truus van Dijk en haar ouders de Yad Vashem onderscheiding ontvangen. Karel werd wethouder en schreef meerdere boeken, waaronder het boek over zijn onderduik: Hoe heette ik ook alweer?

Johan (Amsterdam, 4 oktober 1938)
Johan (Hans) is in Brabant terecht gekomen in de onderduik.

bron:
Stadsarchief Amsterdam, persoonskaart Beesemer, Leon – 20-05-1905 – A01232_0046_0337
Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Beesemer, L. – 20-05-1905 – 5422-0079-2250
www.joodsmonument.nl, lemma Leon Beesemer (geraadpleegd 17 mei 2019)
“Advertentie”. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 24-06-1988. Geraadpleegd op Delpher op 17-05-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010860083:mpeg21:a0032
“Familiebericht”. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 20-11-1929. Geraadpleegd op Delpher op 17-05-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010660786:mpeg21:a0290
Karel Beesemer via https://historiek.net/karel-beesemer-joods-jongetje-in-de-oorlogsjaren
herinnering Marga Beesemer
rapport Jeugdzorg mej. Pleiter, rapportrice, 5 augustus 1945:
Stadsarchief Amsterdam, politierapporten 40-45 NL-SAA-20177123)

illustratie:
“Familiebericht”. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 20-11-1929. Geraadpleegd op Delpher op 17-05-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010660786:mpeg21:a0290
foto’s Leon en Rozette © collectie Marga Beesemer met toestemming mei 2019

laatst bijgewerkt:
27 september 2019