De Joodse bevolking van Amsterdam voor de Tweede Wereldoorlog was grotendeels geïntegreerd in de Nederlandse samenleving. Vandaar ook dat men overal in de stad woonde. De concentraties van bijvoorbeeld de Transvaalbuurt kwamen door een samenloop van omstandigheden – het onbewoonbaar verklaren van de krotten in de oude Joodse wijken, zoals Marken, en het bouwen van de nieuwe wijken als Transvaalbuurt en Betondorp. Uiteraard woonde men vaker op loopafstand van een synagoge, maar dit was niet altijd het geval.
Amsterdam Noord was een deel van de stad met industrie (waaronder Hollandia Kattenburg) en daardoor werkgelegenheid. Amsterdam Noord telde voor de bezetting 625 Joden en had een synagoge had, op de Latherusstraat, en een tijdelijke synagoge op de Buiksloterweg. Daarnaast had Amsterdam op Asterweg 10 een complex voor probleemgezinnen. In de oorlog werd dit complex door de Duitsers gebruikt en er werden 240 Joodse Amsterdammers opgesloten, als voorportaal voor doorgangskamp Westerbork.
Ook Amsterdam-Noord heeft een stuk Joodse geschiedenis. Dit deel van de site besteedt daar aandacht aan.