Zoals zoveel werkkampen in de oorlog is de oorsprong van werkkamp Beenderibben (soms Beenderribben) te vinden in de werkkampen die als arbeidsverruimende maatregel werden gebouwd. Deze werden vooral gebouwd in Overijssel en in Drenthe. Beenderibben wordt in 1940 gebouwd en er is plaats voor 400 arbeiders.
In eerste instantie zit het kamp vol met werklozen, vanaf 18 augustus 1942 zitten er voornamelijk Joodse mannen in dit kamp te zitten, die op 2 oktober 1942 worden doorgestuurd naar Westerbork.
Tijdens de oorlog staat dit kamp ook vaak leeg. Na de oorlog wordt het kamp gebruikt om SS-ers te interneren. Hun werkzaamheden bestaan uit aardappelen rooien.
Een van de geïnterneerden is Bert Pattist (beul van Drenthe), verantwoordelijk voor het oppakken van 2116 Joden in Amsterdam. Pattist ontsnapt uit dit kamp en via Duitsland komt hij in Spanje terecht. Hij trouwt daar, krijgt het staatsburgerschap en wordt nooit aan Nederland uitgeleverd en ontloopt daardoor zijn straf.
Van 1951 – 1959 werd het kamp gebruikt voor de opvang van Molukkers. Nu is van het kamp niets meer over. Verder de locatie van Beenderibben op de kaart van nu.
laatst bijgewerkt:
24 september 2019