Benjamin Manus

Op 20 februari 1831 werd Benjamin Manus in Utrecht geboren als zoon van Philip Benjamin Manus (1785) en Rachel Abrahamson (1785-1856). Benjamin trouwde drie keer, in 1862 in Beek (Limburg) met Johanna Wijnberg (1832-1880), in 1880 met Alida de Beer (1840-1883) en daarna met Leonora Lambert (Den Haag, 1 september 1834-1919). Benjamin had een zoon Felix (Amsterdam, 1 december 1865 – Amsterdam, ) en een dochter Rachel (Uden, – Auschwitz, ).

Benjamin werd in Joods Amsterdam ‘vader Manus’ genoemd. Het was een eretitel die hij kreeg als ‘vader’ (bestuurder) van de gestichten die stonden onder het Nederlands Israëlitisch Armbestuur. Deze functie bekleedde hij dertig jaar, vanaf 1 februari 1877. Leonora en Benjamin waren tot 1907 moeder en vader van het Nederlandsch Israëlitisch Oude Lieden Gesticht en Ziekenhuis aan de Nieuwe Kerkstraat 135. In dat jaar vertrokken ze naar Den Haag, Benjamin was inmiddels al 76 jaar oud, en zij werden er opgevolgd door Louis Mok (Amsterdam, 27 juli 1872) en Hanna Cohen de Lara (Amsterdam, – Amsterdam, ).

Voor zijn tijd als vader van het gesticht was Manus brigade-commandant bij de Marechaussee en in tijdens de watersnood van 1861 adjudant van koning Willem III.

Zoon Felix was in 1901 voorzitter van de Nieuwe Israëlitische Begrafenisvereniging. Vanaf 1896 was hij directeur van de diamantslijperij Gebroeders Coster.

Benjamin overleed in Haarlem op 2 augustus 1912, ter gelegenheid van zijn overlijden besteedde De Joodsche Prins op 8 augustus 1912 een artikel aan hem: ‘Te Haarlem, waar hij zijn laatste levensjaren doorbracht, overleed donderdag j.l., na een korte ongesteldheid, de heer B. Manus, algemeen bekend als Vader Manus. Dertig jaren lang was hij vader van het Oudemannenhuis Neweh Jeschah , aan de Kerkstraat te Amsterdam, tot hij zes jaren geleden op vijfenzeventigjarigen leeftijd gepensioneerd werd. Wie vader Manus was, behoeft nauwelijks omschreven te worden. Zijn imponerende, rijzige figuur deed hem uit ieder herkennen. Zijn zachtmoedig en rechtschapen karakter maakte hem tot vriend van allen, die dagelijks met hem in aanraking kwamen, zijn gansch optreden als bij uitstek geschikt om de plaats van ‘Vader’ te bekleden.

Dat hij zijn taak, gesteund door zijn waardige echtgenote als ‘Moeder’, waardig heeft vervuld, bleek nog bij zijn aftreden in 1906, toen hem van alle kanten de hartelijkste blijken van belangstelling gewerden. Voordat Vader Manus te Amsterdam kwam, was hij brigadecommandant van de Marechaussee. In het jaar 1861 lag hij met zijn brigade te Uden in Noord-Brabant, toen ter hoogte van Cuijk, de Maasdijk doorbrak. Tijdens de watersnood der volgende dagen werd Manus als Adjudant toegevoegd aan wijlen Z. M. Koning Willem III, die toen ter plaatse verscheen en edelmoedig veler nood lenigde. Tezamen met den Koning in een boot hielp vader Manus enige mensen redden, waarop beiden, doorweekt van het water, zich in een naburige herberg door een cognacgrog verwarmden. Als herinnering aan die gebeurtenis spelde Z. M. persoonlijk hem een medaille op de borst. Deze medaille, hiernevens afgebeeld, bevat aan de ene zijde het borstbeeld van wijlen Z. M. Koning Willem III, aan de andere zijde het opschrift: Watersnood van 1861, de Koning aan B. Manus.
Op de begraafplaats te Muiderberg, waar zondag j.l. zijn stoffelijk overschot een laatste rustplaats vond, schetsten de eerwaarde heren Ph. Elte en S. Ph de Vries Mzn. zijn verdiensten in krachtige woorden. De beide hiervoren geplaatste photo’s zijn genomen ter gelegenheid van het afscheid van Vader Manus in 1906.’

 

 

bron:
Manus, Benjamin, 1831-1912. Joods Biografisch Woordenboek, http://www.jodeninnederland.nl/id/P-2508 (geraadpleegd 29 juni 2024).
Benjamin Manus, Stadsarchief Amsterdam, Bijzondere registers, archiefnummer 5000, inventarisnummer 2542.
Benjamin Manus, Stadsarchief Amsterdam, Bijzondere registers, archiefnummer 5000, inventarisnummer 2537.
Louis Mok, Stadsarchief Amsterdam, Bijzondere registers, archiefnummer 5000, inventarisnummer 2552.
Felix Manus, Advertentie. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 01-03-1901, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 29-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000568054:mpeg21:p00006.
Benjamin Manus, Advertentie. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 22-03-1878, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 29-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010871951:mpeg21:p003.
1877, Weekblad voor Israëlieten. 18 augustus 1882. Geraadpleegd op Delpher op 29-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005600060:00001.
Overlijden, De Joodsche prins. 8 augustus 1912. Geraadpleegd op Delpher op 17-07-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005795003:00001.

illustratie:
Felix Manus, Advertentie. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 01-03-1901, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 29-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000568054:mpeg21:p00006.
Benjamin Manus, Advertentie. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 22-03-1878, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 29-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010871951:mpeg21:p003.
Medaille en B. Manus, De Joodsche prins. 8 augustus 1912. Geraadpleegd op Delpher op 17-07-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005795003:00001.

gepubliceerd:
29 juni 2024

laatst bijgewerkt:
17 juli 2024