De bezetting in data

1940

Mei
10 mei: Duitse invasie in Nederland.
15 mei: Capitulatie van de hele Nederlandse strijdmacht. Begin van de Duitse bezetting in Nederland.

Juli
1 juli: Joden moeten de luchtbescherming verlaten.
2 juli: Joden uitgesloten van tewerkstelling in Duitsland.
31 juli: Verbod op ritueel slachten (vo 80/1940). Van kracht vanaf 5 augustus.

Augustus
28 augustus: College van secretarissen-generaal krijgt informeel de opdracht geen persoon van ‘Joodschen bloede’ in overheidsdienst te benoemen, te kiezen of te bevorderen.

September
6 september: Secretarissen-generaal krijgen de opdracht geen Joden meer in het ambtelijk apparaat te benoemen.
­13 september: Verordeningen betreffende het werk van Joden en anderen in overheidsdienst (vo 137/40).
14 september: Joden geweerd van markten in Amsterdam.
30 september: Circulaire aan plaatselijke overheden waarin een Jood wordt gedefinieerd als iemand met een Joodse grootouder die lid is geweest van de Joodse gemeenschap.

Oktober
5 oktober: Ambtenaren moeten een ‘ariërverklaring’ tekenen.
22 oktober: Bevel tot aanmelding van Joodse ondernemingen bij de Wirtschaftsprüfstelle (vo189/1940).
27 oktober: Kanselboodschap tegen de ariërverklaring voorgelezen in de Nederlandse
Hervormde kerken.

November
21 november: Circulaire uitgevaardigd waarin alle Joden uit overheidsdienst worden ontslagen.

December
december: Vorming van de Joodse Coördinatie Commissie.
19 december: Verbod op de arbeid van Duitsers in joodse huishoudens (vo 231/1940)

1941

Januari
7 januari: De Nederlandse Bioscoopbond bepaalt dat Joden niet meer tot bioscopen mogen worden toegelaten, wat op 12 januari in dagbladen wordt bekend gemaakt.
10 januari: Aanmeldingsplicht van alle personen ‘van geheel of gedeeltelijk Joodschen
bloede’ (vo 6/1941).

Februari
1 februari: Invoering van een numerus clausus in het onderwijs.
5 februari: Artsen moeten verklaren of ze van Joodsen bloede zijn.
8 februari: WA provoceert vechtpartijen op het Rembrandtplein in Amsterdam.
9 februari: Intimidatie van joden door WA (NSB): bestorming van café Alcazar op het Thorbeckeplein.
11 februari: Beperkende maatregelen voor Joodse studenten (vo 27/1941).
11 februari: WA’ers gaan tegen Duitse bevelen in, de Jodenhoek van Amsterdam in en worden aangevallen door een Joodse knokploeg. Een nazi, Hendrik Koot bezwijkt aan zijn verwondingen.
12 februari: De Duitsers sluiten de Jodenhoek af en eisen de instelling van een Joodse Raad. De afsluiting wordt na enkele dagen al goeddeels opgeheven. Enige tijd later worden bij de voornaamste toegangswegen en hier en daar in de Jodenhoek borden geplaats met ‘Judenviertel, Joodse wijk’.
13 februari: Instelling van de Amsterdamse Joodse Raad.
15 februari: Verdere demonstraties in Amsterdam.
19 februari: Inval van de Grüne Polizei in de verzamelplaats van joodse knokploegen, een ijssalon in de in de Jodenhoek van Amsterdam. De politie wordt aangevallen.
22-23 februari: Als represaille pakken de Duitsers in de Jodenhoek 425 jonge mannen op. Het brute geweld van deze razzia leidt tot verdere publieke verontwaardiging. De 425 opgepakten worden in eerste instantie naar Kamp Schoorl gevoerd.
25 februari: Proteststaking (Februaristaking) legt Amsterdam lam.
26 februari: De staking breidt zich uit buiten Amsterdam, maar ambtenaren worden gedwongen weer aan het werk te gaan. De staking wordt door Duits geweld en door het uitroepen van de noodtoestand de kop ingedrukt.
27 februari: Opdracht aan de secretaris-generaal van het departement van Sociale Zaken om joodse bloeddonoren te schrappen.
28 februari: Maatregelen tegen Joodse organisaties zonder economisch doel (vo 41/1941)

Maart
12 maart: Maatregelen betreffende de aanmelding van Joodse bedrijven en de aanstelling van Verwalter (bewindvoerders) (vo 48/1941).
31 maart: Instelling van de Zentralstelle für jüdische Auswanderung.

April
2 april: Reeks plaatselijke verbodsbepalingen voor joden in Haarlem.
15 april: Bevel van General kommissar Rauter aan alle Joden om hun radiotoestellen in te leveren op grond van een verordening (vo26/1941) van 11 februari.

Mei
1 mei: Joodse artsen, apothekers en vertalers mogen niet meer voor niet Joden werken.
1 mei: Joden wordt de toegang tot effecten- en handelsbeurzen verboden.
6 mei: Bepaalde straten in Amsterdam worden aangemerkt als ‘Joodse straten’.
15 mei: Synagoge in Den Haag wordt door brand verwoest. Arisering van orkesten.
27 mei: Verordening betreffende de aangifte en verzorging van landbouwgronden in joodse handen (vo 102/1941).
31 mei: Joden mogen geen gebruik meer maken van zwembaden en openbare parken, en geen kamers meer huren in bepaalde toeristen- en badplaatsen.

Juni
4 juni: Bewegingsvrijheid voorJoden wordt beperkt.
11 juni: Razzia’s tegen Joden in Amsterdam.
13 juni: Joden geweerd uit openbare zwembaden.
Half juni: Joodse advocaten mogen niet meer voor niet- Joodse cliënten werken.

Augustus
1 augustus: joodse makelaars mogen niet meer voor niet-Joden werken.
8-11 augustus: Bepalingen betreffende de behandeling van Joodse bezittingen en vermogens.
Registratie van bezittingen bij de bank Lippmann-Rosenthal &Co (LiRo-bank).

September
1 september: Joodse kinderen moeten naar aparte scholen (in Amsterdam op 1 oktober).
14 september: Razzia’s in Twente.
15 september: Er verschijnen borden ‘Voor joden verboden’. Joden mogen geen parken, dierentuinen, schouwburgen, cabarets, bioscopen, concerten, bibliotheken en leeszalen meer bezoeken (vo 138/1941). Registratie van Joods grondbezit bij bank Lippman-Rosenthal & Co.
16 september: Invoering van reisvergunningen.
22 september: Joden geweerd uit alle verenigingen en stichtingen zonder economisch doel.
24 september: Vergunningen verplicht voor het uitoefenen van bepaalde ambachten en beroepen.
25 september: Seyss-Inquart ontmoet Hitler in Berlijn.

Oktober
7-8 oktober: Jodenrazzia’s in de Achterhoek, Arnhem, Apeldoorn en Zwolle.
8 oktober: Plenaire vergadering van Seyss-Inquart, Generalkommissare en leidende nazi-functionarissen.
20 oktober: Verdere verordeningen betreffende het uitoefenen van beroepen van joden (vo 198/1941). Joodse Raad gaat akkoord met de samenstelling van een cartotheek van joden in Nederland.
22 oktober: Joden moeten niet-joodse verenigingen verlaten (vo 199/1941) en worde vanaf 7 november geweerd uit bridge-, dans- en tennisclubs.
28 oktober: Duitsers erkennen nog slechts de Joodse Raad; Joodse Coördinatie-Commissie ontbonden.

November
1 november: Joden moeten hun lidmaatschap van verenigingen waarvan niet-Joden lid zijn, opzeggen. Verordening vo 198/1941 wordt gebruikt om 1600 vergunningen tot het uitoefenen van een beroep door Joden in te trekken.
3 november: Joodse markten ingesteld in Amsterdam.
7 november: Joden mogen niet meer reizen of verhuizen zonder vergunning.
10 november: Opheffing van de Joodse Coördinatiecommissie.

December
5 december: Alle niet Nederlandse joden krijgen de opdracht zich aan te melden voor ‘vrijwillige emigratie’.

1942

Januari
1 januari: Joden mogen geen niet-Joods huishoudelijk personeel meer in dienst hebben.
9 januari: Joden geweerd uit het openbaar onderwijs.
10 januari: Eerste Joden uit Amsterdam vertrekken naar werkkampen.
17 januari: Begin van de concentratie van Joden in Amsterdam door overbrenging van de joodse gemeenschap uit Zaandam.
20 januari: Op de Wannsee-conferentie in Berlijn wordt de praktische uitvoering van de uitroeiing van de Europese Joden besproken.
23 januari: Joden mogen geen auto meer rijden. Op persoonsbewijs van Joden moet de letter ‘J’ staan.

Februari
17 februari: Vertegenwoordigers van kerkgenootschappen protesteren bij Seyss-Inquart
tegen de behandeling van Joden.

Maart
20 maart: Joden mogen geen meubels of huisraad van de hand doen.
25 maart: Verbod op huwelijken tussen Joden en niet-Joden. Buitenechtelijke relaties aan strenge straffen onderworpen.

April
1 april: Joden mogen niet meer trouwen in het stadhuis van Amsterdam.
19 april: In katholieke en protestantse kerkdiensten wordt een protestverklaring tegen het Duitse beleid voorgelezen.
24 april: Meeste Joodse slagerijen gesloten.

Mei
3 mei: Invoering van de Jodenster voor personen en woningen.
3 mei: Joden mogen geen rekening meer hebben bij de postgiro.
21 mei: Joden moeten voor 30 juni 1942 al hun bezit en vermogen boven de waarde van ƒ 250 inleveren bij Lippmann-Rosenthal. Ze mogen geen bankkluizen meer huren (vo 58/1942).
29 mei: Joden verboden te vissen.

Juni
5 juni: Joden mogen niet meer reizen zonder toestemming vooraf.
11 juni: Joden geweerd van de vismarkt.
12 juni: Joden mogen geen groente en fruit meer kopen in niet-Joodse winkels. Fietsen en andere vervoersmiddelen moeten worden ingeleverd. Alle vormen van sport worden voor Joden verboden.
26 juni: Joodse Raad krijgt aanzegging van begin deportaties.
30 juni: Avondklok voor Joden vanaf 8 uur ’s avonds. Joden mogen niet meer fietsen. Joden mogen geen gebruik meer maken van het openbaar vervoer.

Juli
4 juli: Eerste oproepen voor ‘arbeitseinsatz’ in Duitsland.
6 juli: Joden mogen niet meer telefoneren of niet-Joden bezoeken.
11 juli: Kerken protesteren tegen de plannen van het deporteren van Joden.
14 juli: Razzia in Amsterdam-Zuid en -Centrum.
15 juli: Vertrek met de eerste trein met Joden uit Amsterdam. Begin van de deportaties vanuit Westerbork naar Auschwitz.
17 juli: Joden mogen alleen nog boodschappen doen tussen 3 en 5 uur ’s middag en worden geweerd uit vele straten uit Den Haag en Scheveningen.
25 juli: Minister-president Gerbrandy roept via een uitzending van radio Oranje vanuit Londen op tot hulp aan joden.
26 juli: Protest tegen de vervolging van joden wordt voorgelezen in kerken (met uitzondering van de hervormde).

Augustus
2 augustus: Aanhouding van katholieke Joden, behalve gemengd gehuwden.
6 augustus: Jodenrazzia in Amsterdam-Zuid.
9 augustus: Jodenrazzia in Amsterdam-Zuid.
augustus: Reeks van razzia’s door heel Nederland. Alle Joodse straatnamen gewijzigd.

September
11 september: Registratie van ‘gemengd gehuwden’.
15 september: Joodse studenten uitgesloten van onderwijs.

Oktober
2-3 oktober: Joodse werkkampen ontruimd. De bewoners (circa 5000 mannen) afgevoerd naar Kamp Westerbork. Tegelijkertijd zijn hun – in de woonplaatsen achtergebleven – vrouwen en kinderen opgepakt en naar Westerbork gebracht. In totaal circa 12.000 mensen.

1943

Januari
16 januari: Eerste Joden komen aan in het concentratiekamp Vught.
21 januari: Razzia op Joods krankzinnigengesticht Het Apeldoornse Bos.

Februari
5 februari: Joden mogen geen verzoekschriften of brieven naar de Duitse autoriteiten sturen. Deze moeten aan de Joodse Raad worden gericht.

Maart
2 maart: Begin deportaties naar Sobibor.

April
april: Alle joden moeten de provincies verlaten en worden ondergebracht in Vught.
23 april: Nederlandse provincies ‘Judenrein’ verklaard.

Mei
5 mei: Gemengd gehuwde Joden krijgen de keus: deportatie of sterilisatie.
19 mei: Kerken protesteren tegen sterilisatie van gemengd gehuwde joden.
21 mei: Joodse Raad krijgt de opdracht 7000 ‘vrijgestelde’ stafleden te selecteren voor deportatie.
26 mei: Uitgebreide razzia’s in Amsterdam om de overgebleven Joden op te pakken.

Juni
20 juni: Weer grootscheepse razzia’s in Amsterdam-Zuid en -Oost.

Juli
15 juli: Rauter geeft opdracht tot razzia’s op het platteland.

September
29 september: Laatste grote razzia in Amsterdam. Liquidatie Joodse Raad.

Oktober
5 oktober: Seyss-Inquart geeft instructies voor de behandeling van de legaal overgebleven joden in Nederland.

December
december: Gemend gehuwden opgeroepen voor werkkampen.

1944

Februari
1 februari: bij een razzia worden alle Portugees-israëlitische Joden die als ‘Portugezen’ op de beschermende ‘Lijst-Calmeyer’ stonden alsnog uit hun huis gehaald en naar Kamp Westerbork overgebracht. Op 25 februari 1944 wordt deze groep van 308 personen eerst naar Theresienstadt gedeporteerd; enkele maanden later volgt deportatie naar vernietigingskamp Auschwitz. Op dat moment zijn al zeer veel Nederlandse Joden vermoord, waaronder ook vele Portugees-israëlitische Joden.

Mei
16 mei: Razzia op zigeuners en asocialen.

September
5-6 september: Twee grote transporten van gevangenen uit concentratiekamp Vught naar Duitsland.

bron:
Verzetsmuseum Amsterdam,Jodenvervolging in Nederland: overzicht 1940 – 1945