Hartog Werkendam

Het verhaal wat bekend is over Hartog Werkendam is bijzonder. Hij irriteerde de kampcommandant van Kamp Westerbork en werd op transport gestuurd. In het laatste transport naar Auschwitz, het transport waar ook Anne Frank en haar familie in zat, ging hij zijn dood tegemoet. Hij had de straat niet goed genoeg geveegd.

Hartog Werkendam werd op

Willemsoord was een kolonie bij Steenwijkerwold die in 1820 werd gesticht door de Maatschappij van Weldadigheid voor arme stedelingen. Met regelmaat, een woning en een te bebouwen hectare grond probeerde men de armste stedelingen een beter bestaan te geven. Er was een school voor de kinderen, een kerk en een synagoge.

Hartog en Rebecca kregen geen kinderen en Hartog werd koopman. Hij stond met zijn waren op de Albert Cuypstraat en rond 1922 woonden ze op deze straat, op nummer 144-1. In 1937 verhuisden ze naar de Govert Flinckstraat 359-2. De moeder van Rebecca, Saartje, kwam bij hen inwonen. Saartje overleed in Amsterdam op 12 december 1940.
Hartog en Rebecca waren protestants gedoopt.

Christelijk gedoopt was geen reden om niet gedeporteerd te worden. Het aantal Joodse grootouders bepaalde dat. Op 20 mei 1943 werden Rebecca en Hartog in Westerbork ingeschreven. In 1943 vertrokken wekelijks treinen naar het oosten maar het lukte Rebecca en de toch al bijna vijftigjarige Hartog om in Westerbork te blijven. Ze kregen vanwege hun christelijke achtergrond een vrijstelling. Hartog was straatveger in het kamp en een ontmoeting met de kampcommandant Albert Gemmeker zou het lot van Hartog en Rebecca bezegelen.

Rond eind maart 1944 kwam Albert in de Strafbarak terecht. De Strafbarak was berucht. Onderduikers die waren opgepakt zaten er – ook Anne en het gezin Frank, en ook iedereen die een overtreding had begaan in het kamp. Daar terecht komen betekende doorgaans dat men geplaatst werd in het eerstkomende transport naar het oosten. De ‘S’ ging voor alle andere barakken. Wat was de overtreding van Hartog?

Hij vertelde zijn verhaal aan medegevangene dominee Tabaksblatt (1902 – 1992). Hij was met een kruiwagen in de weer geweest in de buurt van de Kommandantur, het huis van Gemmeker. Hij werd er aangesproken door een man in burgerkleding in het Duits, wat hij niet verstond. Hij begreep wel dat hij niet hard genoeg werkte en dat hij niet op tijd zijn pet had afgenomen. Hartog werd uitgekafferd door iemand die hij niet kende, maar Gemmeker bleek te zijn. Gemmeker nam de kampkaart in beslag, sloeg de pet van het hoofd van Hartog en de ontheffing om op transport te moeten, vanwege de protestante achtergrond, verviel op het moment dat Gemmeker hem naar de Strafbarak stuurde. De aanklacht was: ‘het niet groeten van de commandant’.

Hartog ging niet met het eerstvolgende transport mee. Hij had een ernstige maagkwaal en moest geopereerd worden. Rebecca probeerde hem uit de Strafbarak te krijgen en schakelde daarvoor zelfs de Synode van de Nederlands Hervormde kerk in. En ook dat was tegen het zere been van Gemmeker, die dit beschouwde als het naar buiten brengen van lasterlijke informatie. Het resultaat: ook Rebecca moest naar de Strafbarak. Rebecca kreeg nog de mogelijkheid om op transport naar Theresienstadt te gaan, maar omdat ze Hartog niet alleen wilde laten bleef ze in Westerbork tot het echtpaar op 3 september 1944 naar Auschwitz vertrok. Rebecca moet ergens in Midden-Europa, eind oktober 1944, zijn omgekomen. Hartog leefde toen nog en kwam in Kommando Echterdingen, nabij het concentratiekamp Natzweiler terecht. Eind 1944 werd hij tewerkgesteld op het terrein van het vliegveld van Stuttgart, op. In 2005 werd daar een massagraf ontdekt en Hartog Werkendam is mogelijk één van dertien Nederlandse Joden die in het massagraf lag. De stoffelijke resten zijn herbegraven.

In het proces tegen Alfred Gemmeker waren de gebeurtenissen rond Hartog een deel van de bewijslast. Gemmeker maakte zijn handen nooit vuil, maar stuurde mensen door. De vraag was of Gemmeker wist dat hij in feite de doodstraf gaf. Hij wist dat gevangenen naar Auschwitz gingen, wist hij wat daar gebeurde? Zelf bleef hij dat ontkennen.

 

bron:
Stadsarchief Amsterdam, Rebecca Sara Zegerius, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 960.
Stadsarchief Amsterdam, Hartog Werkendam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 914.
www.joodsmonument.nl, marktkaart Hartog Werkendam
Ad van Liempt, Gemmeker, commandant van Kamp Westerbork (Amsterdam 2019) 176, 177.
www.joodsmonument.nl, lemmata gezin Werkendam (geraadpleegd 13 april 2020).
Kaart Joodse Raad Hartog Werkendam via https://collections.arolsen-archives.org/en/archive/12837420/?p=1&s=hartog%20werkendam&doc_id=12837420

laatst bijgewerkt:
13 april 2020