Herman Elte

Ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag werd er in het Nieuw Israëlitisch Weekblad van 25 februari 1916 een biografie over hem geplaatst. Herman Elte werd in Amsterdam geboren als Hartog Elte op 21 februari 1846 en hij overleed in Amsterdam op 17 december 1925. Hij was gehuwd met Saartje Davidson (1843-1907) en zij hadden twee zoons en een dochter.

Zeventigste verjaardag van den heer HErman Elte

Deze man In volle levenskracht, met blozende wangen en grijzend bruinen knevel, deze jeugdig tevreden man, die daar binnentrad in de kamer, waar wij hem waren komen onderwerpen aan de tallooze kwellingen van een Interview, was dat een zeventigjarige? Wij moesten de aanteekeningen in ons verslaggeversboekje erop naslaan, om ons te overtulgen, dat we hemniet hadden verward met een anderen jubilaris, die vandaag zijn 60-sten verjaardag herdacht. Wij hebben toen den heer Elte op de pijnbank gelegd en hem laten vertellen van zijn grijze loopbaan. Zoo vernamen we, dat de jubelaris reeds 58 jaar voor de klas staat, terwijl hij al 42 jaar hoofdonderwijzer is van de school „Kennis en Godsvrucht”. Van zijn 12e tot zijn 15e jaar stond de heer Elte reeds als kweekeling voor de klas; dat was op de Joodsche godsdienstschool in de Rapenburgerstraat. Ook aan de openbare scholen no. 13 en no. 16 Is hij eenige jaren werkzaam geweest, doch toen hij 1ste onderwijzer zou worden, was dit onmogelijk, doordat de heer Elte zaterdags niet wenschte te werken.

In augustus 1874 stichtte de heer Elte daarom zijn school, destjjds aan de Nieuwe Heerengracht 127, waar ze 14 jaar is gevestigd geweest, totdat ze werd overgeplaatst naar de Nieuwe Keizersgracht 54, waar ze ook thans nog gevestigd Is en waar de heer Elte, die zijn vrouw acht jaar geleden verloor en thans onder vreemden woont, een tweede tehuis vindt, waar hij zich behagelijk gevoelt en tevreden, waar hij rustig en gemoedelijk voortleeft, blij met eiken nieuwen dag, die hem voor het verrichten van nleuwen arbeid wordt geschonken.

Toen het gesprek op bijzonder onderwijs kwam, nam de heer Elte de gelegenheid te baat, om te wijzen op verkeerde opvattingen, die, volgens hem, bij sommigen bestaan omtrent zijn school. „In mijn school” zeide hij, „zijn eigenlijk twee scholen belichaamd, een streng neutrale maatschappelijke en een godsdienstige. Het is ook steeds mijn wensch geweest, dat onder het personeel ook niet-Israëlieten zonden zijn. En er wordt zelfs meer maatschappelijk onderwijs gegeven, dan de wet voorschrijft. Dat is altijd het geval zoo geweest; van het vastklampen aan het minimum aantal uren hond ik mij niet”. De heer Elte heeft den dag in bescheiden stilte willen laten voorbijgaan. Zijn verjaardag viel naar de Joodsche jaartelling op den 29sten januari en hij had zich toen aan de gelukwenschen onttrokken door zich naar Meppel, te begeven, waar zijn zoon leeraar in de wiskunde is. En dezen dag had hij gezegd, niet op school te zullen komen, omdat hij niet wenschte, dat men zich, zij het ook een nog zoo geringe opoffering voor hem zou getroosten. Maar thuisgebleven is de heer Elte niet. En vandaag op zijn 70sten verjaardag stond hij evenals alle andere dagen voor zijn klas. Dat hij dit nog met zooveel jeugd en frischheid doen kan, dat is zijn voldoening op dezen herdenkingsdag.

bron:
“Zeventigste verjaardag van den heer H. Elte.”. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 25-02-1916. Geraadpleegd op Delpher op 24-02-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010859605:mpeg21:a0044

laatst bijgewerkt:
27 september 2019