Johannes van Dam

dedikkevandamJohannes Victor van Dam werd geboren op 9 oktober 1946 als zoon van Alfred van Dam (Groningen, 15 juli 1914 – Oude Pekela, 26 januari 1963) en Margot Hirschberg (Hamburg, 15 maart 1918 – Amsterdam, 7 februari 2011).
Hij had een oudere broer, Frederik Simon Abraham Maximiliaan (Frits; werd psycholoog) en een jongere zus, Ferina Theresia Elsa)1. Johannes overleed op 18 september 2013.

De jeugd in Amsterdam
Johannes groeide op als middelste kind in een Joods gezin. Vader was fabrikant van luierbroekjes, moeder was bedrijfsleider in dezelfde zaak. Het Jodendom speelde geen rol. Johannes wist van de onderduik waar zijn vader, moeder en broer in gezeten hadden én dat de boer Johannes heette, hij was naar die boer vernoemd. Na de oorlog ging het gezin elk jaar met Pasen naar hem toe om bonbons te brengen.
Op zijn 15e vond Johannes in een trommeltje de memoires van zijn vader. De inhoud was ontluisterend. De Duits-Joodse oma van Johannes, Else Hirschberg-Cohn, was in 1933 naar Amsterdam verhuisd en had in de oorlog een aanslag op haar dochter, schoonzoon en oudste kleinzoon willen plegen. Ze stuurde de tante van Johannes, Thea, en haar Duitse vrijer met een geladen pistool naar de moeder van Johannes. De aanslag lukt niet, Alfred en Margot gingen in onderduik. Oma en tante begonnen een bordeel voor Duitse officieren en kwam op die manier de oorlog door; na de oorlog waren de familierelaties wel grondig verziekt. Johannes heeft nog jaren later nieuwe (walgelijke) gebeurtenissen uit deze tijd ontdekt5.

Vader en moeder in onderduik
Alfred en Margot woonden voor de oorlog in Amsterdam. Ze gingen op 6 augustus 1943 naar Friesland en gingen daar in onderduik2. Zo overleefden zij de oorlog.

Verhuizen naar Oude Pekela
Het bedrijf van vader, Alfred, werd in het begin van de zestiger jaren naar Oude Pekela verhuisd naar het Hendrik Wester Centrum. Ook Johannes ging mee naar Groningen, en hij was op dat moment 16 jaar. Ze woonden nog maar net in Groningen toen op zaterdag 26 januari 1963 vader met Johannes en Ferina op pad ging en met zijn auto op de door sneeuw glad geworden Feiko Clockstraat slipte en het Pekelder Hoofddiep ingleed. Johannes wist met omstanders zijn zusje te redden, maar vader verdronk (volgens de ene bron) of overleed aan een hartverlamming (volgens de andere bron).

De kroketten van juffrouw Dijkstra
Juffrouw Dijkstra was de huishoudster van de familie Van Dam. Zij was verantwoordelijk voor het wekelijkse krokettenfeestje op de zondag en toen zij werd ontslagen verdween deze delicatesse voor Johannes.
Johannes, 16 jaar oud, ging daarop op onderzoek uit bij de banketbakkers in Amsterdam Zuid. Hij testte alle banketbakkers en probeert het culinaire gat dat geslagen was door het ontslag van Juffrouw Dijkstra op te vullen. Het is volgens Van Dam hem nooit gelukt – geen kroket kon met die van Dijkstra wedijveren. Maar de eerste bouwstenen voor de carrière van Johannes werden hiermee wel gelegd. 3

Terug naar Amsterdam
Moeder en de kinderen kwamen terug naar Amsterdam en Johannes ging aan de UvA medicijnen studeren. Dat maakte hij niet af en stapte over naar psychologie. Ook deze studie maakte hij niet af. Wel stapte hij in die periode de horeca in en werd uitbater van studentensociëteit Olofspoort4.
In de Amsterdamse Kookboekenhandel verkocht hij kookboeken en na zeven jaar kreeg hij hier genoeg van. Vanaf dat moment gaat hij over eten schrijven. Tot 1991 verschenen zijn artikelen in Elsevier, daarna in Het Parool en het Belgische De Morgen.
Van Dam viel op door zijn precieze smaak en kon exact duiden wat er goed en niet goed was aan een gerecht. Daardoor kon hij (nieuwe) restaurants maken en breken middels zijn recensies in het Parool. Maar ook zorgde hij dat gerenommeerde producten door zijn aanwijzingen konden verbeteren en wist dan ook precies aan te geven hoe het beter kon.
Zijn Joodse afkomst had geen invloed op zijn eetgewoonten. Steak Tartare van paard was een van zijn favoriete gerechten, en dat product is zeker niet koosjer. Zijn bijdragen aan het verbeteren van de (Amsterdamse) culinaire wereld was groot.
In 2005 schreef Johannes zijn culinaire epos, De Dikke van Dam, van aardappel tot zwezerik. Er werden meer dan 100.000 exemplaren van verkocht. In 2012 kwam er een uitgebreide en geüpdate versie van dit boek uit.6
Johannes had vier Joodse grootouders, en daarom volledig Joods. Zelf vond hij van niet. Hij zei daarover: “Ik laat toch zeker niet de Joods-orthodoxe regels bepalen dat ik Joods ben omdat mijn moeder dat was? Kom nou!” Zijn Joodse roots speelden echter wel een rol in zijn leven.  Het tragische ongeval van zijn vader achtervolgde hem en leidde in de jaren negentig tot een depressie en het moeten gaan slikken van Prozac. Het onderduikverleden van zijn ouders werd doodgezwegen maar op zijn vijftiende vond hij een doosje met de onderduikmemoires van zijn vader. En hoewel het niets aan het Jodendom werd gedaan in het ouderlijk huis kon niemand zo gepassioneerd spreken over Joodse kippensoep als Johannes.

bronnen :
1= gw.geneanet.org/ervandam?lang=nl;p=margot;n=hirschberg (21 sep 2013),
2= Wijbenga, P., Bezettingstijd in Friesland: Met de rug tegen de muur. Fryske Akademy no 476, 1975 pag 92
3 = www.vpro.nl/lees/nieuws/2013/09/johannes.html (21 sep 2013)
4= nl.wikipedia.org/wiki/Johannes_van_Dam (21 sep 2013)
5 = http://www.vn.nl/Archief/Samenleving/Artikel-Samenleving/Interview-Johannes-van-Dam-Ik-heb-een-waarheidsmanie.htm (21 sep 2013)
6= Palache, Ronit, Johannes 1946-2013 in het Nieuw Israëlietisch Weekblad, 27 september 2013.

laatst bijgewerkt:
22 september 2019