Karel Bönnekamp (1914-2008) was een verzetsman en een amateurfotograaf. Hij fotografeerde het verzet in Amsterdam en was lid van De Ondergedoken Camera, een groep fotografen die de laatste jaren van de bezetting hebben gedocumenteerd. In zijn werk had Karel ook aandacht voor zijn Joodse stadsgenoten.
Karel begon al eerder dan de andere leden van de Ondergedoken Camera-groep met het fotograferen van het verzet en de gebeurtenissen in Amsterdam. Zijn eerste foto’s zijn van juni 1942 en daarom legde hij ook de beelden van de Jodenvervolging vast.
Bönnekamp woonde tot december 1942 op het Stadionplein. Daar fotografeerde hij het vorderen van fietsen, paarden en honden. Om zijn foto’s te kunnen maken begaf Bönnekamp zich tussen de mensen en maakte de foto’s zo onopvallend mogelijk, waarschijnlijk zelfs zonder door de zoeker te kijken.
Het werk van Bönnekamp kwam in het voorjaar van 1943 in een stroomversnelling terecht nadat hij een nieuwe camera had aangeschaft. Hij had een bedrijfje in kantoorartikelen. Vanaf 1941 deed hij al werk voor het verzet, eerst als administratief medewerker van de Ordedienst en vanaf 1943 bij de distributie van bonkaarten en uitkeringen aan onderduikers. Dit deed hij voor de zogenoemde Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers. Hij ging voor dit werk de hele stad door en nam daarbij zijn camera mee.
Een groot deel van zijn werk werd in het voorjaar van 1943 gemaakt. Eén van zijn bekendste foto’s maakte hij toen hij door de Wijttenbachstraat liep en daar een volgepakte tram voorbij ging met Joodse stadsgenoten, op weg naar het Muiderpoortstation en de deportatie. Dat was iets dat niet vaak overdag gebeurde. Om Amsterdammers niet teveel te confronteren met de deportaties kozen de nazi’s ervoor om deze tramritten zoveel mogelijk ‘s-nachts te laten plaatsvinden. Ondanks dat gebeurde dit transport overdag en de deportaties waren dus ook een deel van het alledaagse leven van de burgers in Amsterdam.
Voor Bönnekamp was het maken van foto’s en het werken voor de Ordedienst niet het enige dat hij deed voor het verzet. Hij zorgde ervoor, toen hij het kantoor van de Sicherheitsdienst moest bezoeken, dat hij een officieel briefhoofd te pakken kreeg. Daar kon hij een formulier mee maken waarmee hij, zogenaamd, toestemming had om te fotograferen.
Bönnekamp werd éénmaal opgepakt. Dat was op de Hoogeweg waar hij het pulsen van een huis van gedeporteerde Joden vastlegde. Hij redde zich toen, zwaaiend met de nepvergunning die hij zelf gemaakt had. Na de oorlog plakte hij zijn foto’s in het familiealbum. In 1993 sloeg hij een krant open en een artikel ging over oorlogsfoto’s. Bönnekamp herinnerde zich dat hij ook nog ergens foto’s had en deze foto’s bevinden zich nu voor een groot deel in het Verzetsmuseum.
bron:
Moorman, Mark. Karel Bönnekamp fotografeerde de oorlog. Het Parool, 12 oktober 2011
Website Verzetsmuseum
Foto:
Karel Bonnekamp, Wijttenbachstraat. Verzetsmuseum Amsterdam.
gepubliceerd:
25 april 2016
Laatst bijgewerkt:
29 februari 2024