De oorlog is voor de Lippmann Rosenthal & Co bank een zware periode geweest. Door de roofbank aan de Sarphatistraat was de naam zo bezoedeld dat deze bank nooit meer de goede reputatie van voor de oorlog terug kon verdienen. De bank heeft na de oorlog nog een poosje bestaan, maar is uiteindelijk opgeheven. Het merendeel van de Joodse bevolking was vermoord en wie van hen bezittingen had was bijna zonder uitzondering in contact gekomen met deze bank. Onder het grotendeels Joodse personeel van de oorspronkelijk bank op de Spiegelstraat waren ook veel slachtoffers te betreuren waarbij bestuurslid Paul May op 15 mei 1940 de eerste was.
Het personeel op de Sarphatistraat was voor de bezetter een deel van de oorlogsmachinerie en toen hun werk stopte, omdat de meeste mensen al gedeporteerd waren, werd van hen ook de sper opgeheven en dienden zij zich ook te melden voor transport.
Onlangs werd een plaquette gevonden op een boerderij in Zeewolde. Op deze plaquette de namen van mensen die bij de Lippmann Rosenthal & Co. bank hebben gewerkt. Bovenaan die van Paul May. Deze plaquette lag voor oud vuil bij deze boerderij en sinds die tijd is er een speurtocht aan de gang naar de herkomst van dit stuk geschiedenis.
Inmiddels staat vast dat de plaquette niet aan het pand Sarphatistraat 47 – 55 gezeten heeft. Aan de toestand van het brons is te zien dat deze plaquette binnenshuis heeft gehangen.
18 september 2019