
Heintje en Louis Davids hebben een groot deel van hun leven in Amsterdam gewoond en de grote successen hadden ze in Amsterdam.
De eerste Nederlandse speelfilm “De Jantjes”, waarin Heintje Davids schitterde, werd ook grotendeels in Amsterdam gedraaid. Verder kwamen Heintje en Louis Davids veel in “De Kroon” op het Rembrandtsplein. Dat was tussen de 1e en 2e Wereldoorlog een zeer populair café.
Louis Davids werd in de Raamstraat in Rotterdam op 19 december 1883 geboren. Zijn ouders, Levie David en Francina Terveen, verdienden hun geld door op kermissen op te treden met komische duetten. Toen de kinderen Davids opgroeiden gingen ook zij meewerken op de kermis en leerden al op jonge leeftijd wat het is om op te treden. In de beginperiode trad Louis veel op met zijn zusters Rika en Heintje. Dat was vooral in Rotterdam waar bij de Coolsingel het beroemde theater Pschorr stond. In Pschorr traden alle bekende artiesten op.
Rika trouwde met een Brit en na een tijdje trad Louis minder op met zijn zus Heintje omdat ze beide een andere richting binnen de kleinkunst ingaan.
Rond 1913 treedt Louis Davids, samen met Margareth Whitefoot, veel op in het Floratheater aan de Amstelstraat te Amsterdam. Deze samenwerking is succesvol en zorgt voor vele beroemde liedjes, zoals “Wordt nooit verliefd“.
De samenwerking met Whitefoot (artiestennaam Morris) duurt tot 1922. De carriere van Davids blijft goed gaan. Hij wordt directeur van het Casino Variété in Rotterdam. Dit doet hij zeer succesvol maar na een aantal jaren gaat hij weer naar Amsterdam, waar hij in de Vossiusstraat gaat wonen. Zijn moeder, Heintje, Hakkie en Rika gaan op de Utrechtsestraat 39 wonen.
In 1927 wordt in Amsterdam Pisuisse vermoord en Louis Davids geldt daarna als de absolute top van de Nederlandse revue. In de daarop volgende 12 jaar blijft het goed gaan met Louis Davids totdat hij op 1 juli 1939 in de Emmakliniek op de Emmastraat in Amsterdam aan een hartaanval overlijdt, mede veroorzaakt door zijn astma. Zijn gezondheid was al jaren matig.
Hij werd 55 jaar en is gecremeerd op Driehuis-Westerveld. Louis Davids had overigens wel een vooruitziende blik. In het voorjaar van 1939 maakte hij de grap: “als ik opsta is het eerste wat ik doe, uit het raam kijken om te zien of ik al in het buitenland woon“.
Louis was geen makkelijk mens. Sylvain Poons, artiest, zegt over hem: “Hij was eigenlijk een ongelooflijk egocentrisch mens. Misschien was hij ook wel onzeker, maar hij liet het ons nooit merken. Hij was niet prettig in de omgang. Hij had ook haast geen vrienden. Ze hebben hem natuurlijk niet zonder reden verheerlijkt. Hij stierf nadat hij tien jaar ernstig ziek was geweest. Hij stierf eigenlijk op het toppunt van zijn roem. Hij had een populariteit die bijna geen grenzen kende. Dat kwam vooral door de schitterende liedjes die Jacques van Tol voor hem had geschreven die die Louis Davids vele jaren achteloos en zonder schaamte als de zijne claimde.”
Over Louis Davids hier een filmpje.
bron:
stadsarchief Rotterdam
laatst bijgewerkt:
13 september 2019