Beth Menoucha

Het gebouw bestaat nog steeds, Plantage Middenlaan 48, het voormalige Beth Menoucha (rusthuis) / Beth Shalom (huis van vrede). Nu is er een hotel in gevestigd. Op 29 april 1928 werd het pand met deze bestemming geopend.

In De Vrijdagavond van 4 mei 1928 werd naar aanleiding van de opening van het gebouw een kort artikel en foto geplaatst waarin iets meer duidelijk wordt over de achtergrond. Het artikel luidde: ‘Ieder, die in zijn naaste omgeving oudere bloedverwanten telt, weet welke moeilijkheden de huisvesting daarvan vaak kan opleveren. Hoofdvereischten zijn: goede verzorging, beschaafd milieu en comfortabele inrichting, terwijl alles, wat slechts eenigszins aan het begrip „gesticht” doet denken, moet vermeden worden. Vooral voor de Joodsche ouden van dagen was groote behoefte aan een dergelijke inrichting, die, behalve dat zij in de bovenbedoelde eischen moest voorzien, ook nog ritueel moest zijn. Er werd een vereeniging opgericht tot stichting van Joodsche Tehuizen in Nederland „Beth Schalom” en j.l. Zondag is het eerste Tehuis geopend in het mooie heerenhuis, Plantage Middenlaan 48.

Zittend v.l.n.r. Mevr. R. van Rijk-de Winter, Mevr. I. Hijmans-Schaap, Dr. N. H. Cohen, voorz., Mej. E. J. Vaz Dias, Directrice, Mevr. H. van Son-Citroen. Staande v.l.n.r. S. van Baak, D. Siem, eigenaar, Mevr. L. Jacobson-van Dien, Mej. R. van Meekren, Mr. Dr. G. Cahnter, Dr. A. v. d. Laan.

Het tehuis biedt plaats aan veertig personen, die een voldoenden pensionprijs kunnen betalen, waaruit de kosten van de geheele verzorging moeten worden bestreden, zonder dat winst mag worden gemaakt. Voor het geval, dat een tekort mocht ontstaan, is een waarborgkapitaal van ƒ 25.000.— bijeen gebracht. Waar echter reeds vóór de opening alle plaatsen waren besproken, mag zeker op een sluitende exploitatie gerekend worden. Het Tehuis staat onder directie van Mejuffrouw E. Vaz-Dias. Het ligt in de bedoeling meerdere dergelijke Tehuizen, ook buiten Amsterdam, op te richten. Wij geven hierbij een photo van de plechtige opening.’

Sinds de opening werd het huis een gewilde locatie om te wonen. Talloze bejaarde Joodse Amsterdammers hebben er gewoond als ze zich dit konden veroorloven. Voor sommige was het hun laatste woonhuis, op de woningkaarten is te zien dat een deel van hen er tijdelijk woonde.

Personeel
Uit de woningkaarten konden enkele personeelsleden worden achterhaald.
Esther Vaz Dias (Amsterdam, 8 mei 1886 – Auschwitz, 5 februari 1943) was de directrice,
Rosalie Heimans (Druten, – Sobibor, ) was een werkneemster. Zij kwam naar Amsterdam en werkte eerst als verpleegster in het Oude Mannen en Vrouwenhuis op de Nieuwe Kerkstraat 135. Later verschijnt zij op een woningkaart van Beth Menoucha. Vervolgens wordt ze aangenomen als hoofd keuken in ‘Het Apeldoornse Bosch‘ in Apeldoorn.
Marinus J. Kelder (Den Helder, 20 november 1884) was de conciërge.

De oorlog
De laatste Joodse bewoners tijdens de oorlog waren Clara Tak, Eva van Gelder, Judith van Witsen, Rosette Roozendaal, Mietje de Leef, Hester Leek, Clarisse van Vriesland en Esther Pinto. Zij werden gedeporteerd op 25 januari 1943. Een compleet overzicht van iedereen die tijdens de oorlog in dit pand woonde staat hier. De Duitse Marine nam het gebouw in gebruik op 8 februari 1943.

Na de oorlog
Na de oorlog werd Beth Menoucha een tijd lang gebruikt als repatriëringshuis (noodtehuis van Volksherstel). Joodse overlevenden uit de kampen, die bij hun terugkomst geconfronteerd werden met het feit dat óf hun huis niet meer bewoonbaar was óf dat anderen er inmiddels woonden, en niet terecht konden bij familie, kregen hier onderdak. In 1947 kreeg het de bestemming van Pilotenhuis van de KLM. Daarna werd toch de functie van Beth Menoucha hersteld, in 1956 zocht de Fedderstichting een directrice voor dit huis. De laatste advertentie waarin dit huis genoemd wordt dateert uit 1972.

 

 

bron:
De vrijdagavond; joodsch weekblad jrg 5, 1928, no 5, 04-05-1928. Geraadpleegd op Delpher op 17-12-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dts:37407:mpeg21:0001
Stadsarchief Amsterdam, Woningkaarten, archiefnummer 5445, inventarisnummer 275 (personeel)
Stadsarchief Amsterdam, Woningkaarten, archiefnummer 5445, inventarisnummer 275 (pilotenhuis)
Stadsarchief Amsterdam, Rosalie Heimans, Bijzondere registers, archiefnummer 5000, inventarisnummer 2552
Stadsarchief Amsterdam, Esther Vaz Dias, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 831
Stadsarchief Amsterdam, Marinus Kelder, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 415
“Advertentie”. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 1956/01/27 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 18-12-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010860799:mpeg21:p008
Bianca Stigter, Atlas van een bezette stad. Amsterdam 1940 – 1945 (Amsterdam 2019) 229
“Familiebericht”. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 1973/01/05 00:00:00, p. 10. Geraadpleegd op Delpher op 18-12-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010873756:mpeg21:p010

illustraties:
De vrijdagavond; joodsch weekblad jrg 5, 1928, no 5, 04-05-1928. Geraadpleegd op Delpher op 17-12-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dts:37407:mpeg21:0001
“Advertentie”. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 1956/01/27 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 18-12-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010860799:mpeg21:p008
foto © joodsamsterdam.nl

laatst bijgewerkt:
18 december 2020