David (Deddie) Jacob Zak

ZAK,-David-Jacob-[Daddy]-(2Op de locatie van voormalig vernietigingskamp Sobibor worden de laatste tijd archeologische onderzoekingen gedaan. Eerder werd al het identiteitsplaatje van Lea Judith de la Penha, geboren op 11 mei 1937, gevonden. Op 8 juni 2013 werd nog een identiteitsplaatje gevonden, dat van David Jacob Zak, een Joodse Amsterdamse jongen die in het kindertransport zat vanuit kamp Vught.

David Jacob was de zoon van Simon Zak. Simon werd in Amsterdam geboren op 20 maart 1908 als zoon van Jacob Zak (Amsterdam, 23 mei 1878 – Sobibor, 30 april 1943) en Sara Leeuwaarden (Amsterdam, 6 juli 1879 – Sobibor, 30 april 1943).
Simon was koopman van beroep. Hij trouwde op 8 november 1933 met Judith Vleeschhouwer. Ook Judith kwam uit Amsterdam en werd daar geboren op 31 mei 1906 als dochter van David Izaak Vleeschhouwer (Weesp, 8 april 1862 – Amsterdam, 6 mei 1918) en Grietje Reens (Amsterdam, 11 juni 1873 – Amsterdam, 27 juni 1941).
In het eerste jaar van hun huwelijk woonde Simon met Judith op de Ruyschstraat 43. Vanaf 21 augustus 1934 tot de deportatie woonde het gezin op de Uiterwaardenstraat 71-3 in de Rivierenbuurt.

Zoon David Jacob groeide op op de Uiterwaardenstraat waar hij op 23 februari 1935 geboren werd. Hij werd Deddie genoemd. Op de foto David Jacob met zijn ouders – wellicht bij de Piramide van Austerlitz.

Het gezin werd opgepakt en naar Doorgangskamp Vught gestuurd. De Joodse afdeling van dit kamp zat in april 1943 al overvol, en Rauter, de hoogste leider van de SS wilde haast maken met het “Judenrein” maken van Nederland.
Op de avond van 5 juni 1943 werd in het kamp een proclamatie voorgelezen waarin werd medegedeeld dat “op hoog bevel van elders moeten alle kinderen van 0 tot circa 16 jaar het kamp verlaten”. Officieel werd medegedeeld dat de kinderen naar een speciaal “Kinderlager” gingen.
Op 6 juni 1943 werden de namen van de kinderen bekend gemaakt. Vaders en moeders mochten mee. Dezelfde dag vertrok het transport met de kinderen tot en met 3 jaar naar Westerbork.
Een dag later, op 7 juni 1943, vertrokken de kinderen van 4 tot en met 16 jaar naar Westerbork.
Op dinsdag 8 juni 1943 vertrokken beide groepen die op zondag en maandag vanuit Vught gekomen waren vanuit Westerbork. In dat transport, het 68ste vanuit Westerbork en het 15e transport naar Sobibor, zaten 3017 mensen, 1145 daarvan waren kinderen.
Dit transport wordt het Kindertransport genoemd en kwam op 11 juni 1943 in Sobibor aan.
Alle kinderen, vrouwen en mannen werden dezelfde dag vermoord. Ook vader Simon, moeder Judith en zoon David.

Een spoor van David is nu, 70 jaar later, in Sobibor gevonden. Een identiteitsplaatje…

zakjacobplaatjewebHerinneringen en het naamplaatje.
‘Deddie was blond en had blauwe ogen. Hij lachte altijd‘, vertelt Lies Caransa – de Hond, het nichtje van Deddie. Ze kreeg te horen dat het naamplaatje van haar neefje was gevonden bij opgravingen. Ze vroeg zich af hoe het mogelijk was. Lies wilde het naamplaatje hebben. Het enige tastbare van Deddie, met wie ze veel omging. Ze had hem altijd gemist, haar hele leven. Lies ging naar Sobibor en mocht het zien, maar ze mocht het niet aanraken.
Deddie was altijd levend gehouden in het gezin. Er waren foto’s van hem en verhalen over hem. Deddie is in het gezin van Lies altijd blijven leven.
Polen wil het plaatje houden voor het collectieve geheugen. Gevonden voorwerpen zijn van het land waar ze gevonden worden, zo is dat ooit besloten. Dat dit geldt voor oude voorwerpen is logisch, maar het geldt ook voor voorwerpen uit de recente geschiedenis. Lies heeft een replica gekregen van het naamplaatje.

bron:
parool 8 juni 2013,
gezinskaart stadsarchief amsterdam, lemma gezin Simon Zak.
vleeschhouwer.nl,
foto beeldbank amsterdam,
website kamp vught,
In Memoriam – Luijters / Pennewaard, foto met vriendelijke toestemming van Aline Pennewaard – In Memoriam, communityjoodsmonument.nl
Grondstof tot Nadenken, podcast van Richard den Haring en René van Es, interview Lies Caransa, 22 juni 2015

laatste aanpassing:

22 september 2019