Eli de Haringman

Hij was een van de mensen die het naoorlogse Joods Amsterdam kleur gaf met zijn haringkraam op het Weesperplein. Eli de Haringman. Een bijnaam, wie het dan was, was een tweede. Nu is er één advertentie van hem te vinden die daar wat duidelijkheid over geeft. Op 1 oktober 1948 stond er een advertentie van hem in het Nieuw Israëlietisch Weekblad. Een advertentie die was ondertekend door E. Abrahams.

Door de advertentie, de persoonskaart én met hulp van lezers van de site is bevestigd dat Eliazer Abrahams (Amsterdam, 14 augustus 1915 – Amsterdam, 2001) Eli de Haringman was. Hij was een zoon van Abraham Abrahams (Monnickendam, – Auschwitz, ) en Betsy Polak (Amsterdam, – Auschwitz, ). Eli had een broer Gerrit (Amsterdam, – Auschwitz, ) en een zus Saartje (Amsterdam, – Auschwitz, ).
Na de oorlog woonde Eli eerst op de Wijtenbachstraat 42-2 en vanaf 1946 op de Van Woustraat 199-1. Daar bleef hij wonen tot 1973, toen verhuisde Eli naar de Henri Polaklaan 10. Na een busongeluk, waarna hij moest revalideren, woonde hij in Beth Shalom in Osdorp en in 1991 verhuisde hij naar Beth Shalom op de Kastelenstraat 82 in Buitenveldert.

Na publicatie kwamen er reacties van lezers, die Eli kenden:
‘Elke orthodoxe Jood in Amsterdam ouder dan 40 jaar, kende hem en wist dat zijn achternaam Abrahams was. Hij was een zeer geliefde persoonlijkheid en een frequente bezoeker van vele families. Zelfs op  oude leeftijd reisde hij nog naar Antwerpen en Manchester waar ex-Amsterdammers met zijn bezoeken werden vereerd. Hij was zo geliefd bij jong en oud, dat er tegenwoordig in Manchester een bibliotheek naar hem genoemd is. Ik herinner me dat hij me ooit vertelde dat hij de oorlog overleefde door te zijn ondergedoken. Mijn vader, de heer A.M. Aronson, vertelde mij dat hij zich nog herinnerde dat Eli’s vader ook haring verkocht op straat’.

Simchas Hachajim
In The Jewish Tribune of UK van 6 april 2017 verscheen een interview met Gittel Kaye die een naar Eli vernoemde bibliotheek heeft in Prestwick. Uit dit interview:
‘wat ik me nog meer herinner is zijn glimlach, zijn positiviteit en zijn simchas hachajim, zijn plezier in het leven. Het was onmogelijk om triest te zijn wanneer je in zijn buurt was. De hele familie van Eli werd tijdens de oorlog vermoord, en hij trouwde nooit. Zijn nalatenschap ligt bij de mensen die hem herinneren en de bibliotheek houdt de herinnering levend. Hij was een speciale man, zeer gelovig ondanks het feit dat hij nooit een Joodse school bezocht. Hij stond er altijd op dat je sjoel in Beth Shalom alles strikt volgens de halacha (Joodse wet) uitvoerde. Als kinderen leerden we altijd dat we geduldig moesten wachten tot Eli klaar was met bentsjen tijdens de dienst. Elk woord sprak hij duidelijk uit. Eli was een vrijgevig man. De grote bos bloemen die hij altijd meebracht als hij iemand bezocht, vergat hij nooit. Hij kocht ze op Schiphol, net voor het boarden van het vliegtuig, dan zouden ze zo vers mogelijk zijn.

Ondanks de moeilijke tijden tijdens zijn leven, en de verschrikkelijke Sjoa, klaagde Eli nooit. Hij was een integraal deel van mijn jeugd, en ik ben blij dat ik de herinnering aan hem kan voortzetten via de bibliotheek in Prestwick.’

Herinnering van Mieke Daniëls-Waterman
Eli hoorde bij onze kille (geloofsgemeente) Amsterdam. Hij was altijd opgewekt en hield van grapjes. Hij was iemand die werkelijk ‘geen vlieg kwaad deed’. Eli was religieus en liep buiten op straat met een alpinopet of een hoed op. Binnen droeg hij altijd een zwarte keppel. Eli werd door vele religieuze families die dus koosjer aten uitgenodigd voor maaltijden of voor het aanbijten na een vastendag. Zo ook door mijn ouders. Mijn eerste herinneringen aan hem gaan terug naar mijn vroege jeugdjaren, toen wij in de Plantage Parklaan 9, het gebouw van de Joodse Gemeente, woonden, bij een sjabbatmaaltijd. Naderhand was hij ook onze gast toen wij in de Weesperstraat 41-43 woonden, in het nieuw opgetrokken gebouw op de plek waar voorheen de Fedderstichting stond. Ook toen wij later boven de sjoel in de Lekstraat woonden.

Eli Abrahams tijdens de chatoena (huwelijk) van Mieke Waterman

Eli was ‘anders’, dat merkte ik als kind al. Later besefte ik dat hij ‘minder begaafd’ was. Desondanks kon hij de sjoeldienst helemaal volgen. Ik vond ook dat hij ‘rake opmerkingen’ maakte, als er tijdens de maaltijden, of op onze verjaardagen, tal van nationale en internationale (ook over Israël) zaken werden besproken of ‘perikelen’ en gebeurtenissen van de Amsterdamse Joodse gemeenschap. Mijn moeder noemde het “straatwijsheid”… Eli vond het heel fijn om op onze verjaardagen te komen. Hij bracht dan altijd cadeaus mee. Wij als kinderen beseften dat hij het niet zo breed had en waren dan ook heel dankbaar ervoor. Later realiseerde ik me dat hij altijd de cadeaus passende bij de desbetreffende leeftijd wist uit te kiezen.

Ik herinner mij dat hij vaak over de oorlog sprak, en over zijn familie, die was uitgemoord, en dat hij alleen over was. Ook had hij het over het Apeldoornse Bosch en dat hij was gevlucht…

Wij, scholieren van het Joods Lyceum Maimonides in de Stadstimmertuin, voorheen de Joodse HBS, kochten vaak in de lunchpauzes haring, of een Amsterdamse ui of zure bom, bij Eli. Hij had ook een niet geringe klandizie wegens de Diamantbeurs. De diamantairs die in de Beurs werkten waren goeie klanten.
Ik herinner me ook nog een anekdote met betrekking tot dat afschuwelijke en omstreden monument op het Weesperplein, het ‘Monument van Joodse erkentelijkheid’. Ik heb nog zeer heldere herinneringen aan de verhitte discussies tussen de visite en mijn ouders op sjabbatnamiddag bij ons thuis in de huiskamer over dit verfoeilijke initiatief en het plaatsen van dat monument. Iedereen was er fel tegen gekant. De haringkar van Eli stond dichtbij dat monument dat in het perkje stond op het Weesperplein voor de Diamantbeurs. Hij vertelde dat hij eens zijn haringkraam voor het monument had gesleept om op die manier het monument aan het oog te onttrekken, maar dat  een opzichter hem had bevolen om de kar weer op zijn eigen standplaats te plaatsen, anders zou hij een boete krijgen

Ik dacht dat hij ook een tijdje in het PAI-huis had gewoond of daar maaltijden at door de week. Naderhand woonde hij in de Van Woustraat en op het laatst in Beth Shalom in Buitenveldert, waar ik hem nog wel opzocht wanneer ik naar Nederland kwam. Hij vertelde mij toen, dat hij de eerste bewoner daar was en zijn eigen kamer had mogen uitkiezen. Hij heeft toen de kamer uitgekozen op de eerste verdieping, vlak bij de hoofdingang, zodat hij kon zien wie er allemaal naar binnen ging. Hij zei mij altijd, dat hij de mooiste en grootste kamer had van het hele gebouw…

 

bron:
E. Abraham, Advertentie. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 01-10-1948, p. 18. Geraadpleegd op Delpher op 17-11-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010872062:mpeg21:p018.
Eliazer Abrahams, Persoonskaarten, archiefnummer 30408, inventarisnummer 4.
met dank aan J. Riool, M. Waterman – Daniels
met dank aan N. Aronson, Jeruzalem.
Devorah Rudstien, Making reading fun, The Jewish Tribune of UK, 6 april 2017, 82.
Herinneringen Mieke Daniëls – Waterman (email 24 januari 2023)

illustratie:
E. Abraham, Advertentie. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 01-10-1948, p. 18. Geraadpleegd op Delpher op 17-11-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010872062:mpeg21:p018.
Eli Abrahams tijdens de chatoena (huwelijk) van Mieke Waterman, © Mieke Waterman, met vriendelijke toestemming.

gepubliceerd:
17 november 2022

laatst bijgewerkt:
26 januari 2023