Nadat Hitler de macht kreeg in 1933, en na de Kristallnacht in 1938, kwam in Duitsland een grote stroom Joodse vluchtelingen op gang die ook naar Nederland vluchtten. Degenen die werden toegelaten in Nederland vestigden zich ook in Amsterdam in de toen nieuwe stadswijken. Zo kwamen er veel Joden te wonen rond het Merwedeplein maar ook in de Beethovenstraat. In 1941 was 37% van de inwoners van de Beethovenstraat Joods, vaak van Duitse afkomst. De bijnaam van deze straat was in die tijd dan ook de Brede Jodenstraat; de tram naar de Beethovenstraat, lijn 24, had de bijnaam “Berlijn-Express”. In de Beethovenstraat ontstond een Duitse enclave met Duitse winkels met Duits brood en worst, Duitse boekhandels en Duitse restaurants. De kinderen die naar Nederlandse scholen gingen integreerden, maar hun ouders, juist door die enclaves, vaak niet. Ze mengden zich niet met de Nederlandse Joden en werden door de Nederlandse Joden vaak arrogant gevonden.
De Duits-Joodse vluchtelingen achtten zich veilig in Nederland. Weinigen wantrouwden het nazi-regime zo sterk dat men voor de bezetting van Nederland al begon met het nemen van maatregelen, zoals bijvoorbeeld Otto Frank wel deed.
Hij probeerde visa te krijgen voor de Verenigde Staten en Cuba en toen de toestemming om naar die landen te gaan uitbleef liet hij het achterhuis van zijn kantoor omvormen tot een onderduiklocatie. Hij was een uitzondering. Velen dachten dat de arm van Hitler niet over de Duitse grens zou reiken en waanden zich veilig in het Nederland dat in de Eerste Wereldoorlog neutraal gebleven was.
Zo werd voor velen het veilige Nederland een val. De Beethovenstraat heeft vele tragedies gekend en de straat ligt vol met sporen van de oorlog. De tramhalte voor de Albert Heijn is de tramhalte waar in de oorlog 18.000 mensen met harde hand op de tram werden gezet op weg naar de concentratiekampen waar vaak de dood volgde.
Op nummer 9 zat vroeger Café de Paris, een ontmoetingsplaats voor Duitse Joden. Hermann Cohen (Castrop, – Amsterdam, ) en zijn vrouw Berte Buchheimer (Horstmar, – Amsterdam, ) sprongen daar op 1 december 1942 van tweehoog uit het raam om aan een razzia te ontkomen.
Op 24 mei 1943 werd op nummer 146-3 in de badkamer de Duits-Joodse onderduiker Walter Oettinger met een stuk hoogspanningskabel doodgeslagen na een ruzie. Zijn lijk werd in een kist in een sloot gedumpt. Tal van jaren zijn er nog processen gevoerd rond deze gebeurtenis. De dader werd opgespoord, in 1944 veroordeeld en na de oorlog, in 1946, gratie verleend. De processen gingen om de vraag of het hier een moord betrof om te voorkomen dat Walter Oettinger het verzet zou verraden of om een roofmoord. Over deze zaak is het boek De dood van een onderduiker van Eric Slot verschenen.
Op nummer 55 was lunchroom Delicia gevestigd, een Joodse zaak die nog door de bezetter werd gedoogd (Joods lokaal) en waar de broodjes werden gesmeerd voor de op transport gestelden.
joodse winkels aan de even zijde
Beethovenstraat 6 – L. de Leeuw, sigaren
Het gezin van Louis Aäron de Leeuw (Amsterdam, 15 december 1872 – Auschwitz, 15 december 1942) en Marianne Frank (Amsterdam, 2 september 1876 – Auschwitz, 15 december 1942) woonde hier.
Beethovenstraat 8 – I. S. Kaiser, fijne vleeswaren
Isidor Kaiser (Hüttenbach, 26 mei 1883 – Auschwitz, 15 oktober 1944) was een Duits-Joodse vluchteling die in Amsterdam een zaak in fijne vleeswaren begon. Hij was getrouwd met Bertha Goldenblum (Weiterstadt, 18 mei 1883 – Auschwitz, 15 oktober 1944). Het echtpaar had een kind dat de oorlog overleefde.
Beethovenstraat 32 – Maison De Bonneterie
Rond 1984 was hier een filiaal van Maison De Bonneterie.
Beethovenstraat 48-3 – Grete Weil, fotostudio “Edith Schlesinger”
Grete Weil vluchtte in 1935 vanuit Duitsland en vestigde zich in 1937 in de Beethovenstraat als fotografe waar ze de fotostudio van Edith Schlesinger kom overnemen.
Grete was getrouwd met dramaturg Edgar Weil (Frankfurt am Main, 7 juli 1908, Mauthausen, 17 september 1941). Edgar zette in Nederland een farmaceutische fabriek op. Hij werd gearresteerd toen hij onderweg was naar zijn onderduikadres.
Grete werkte een tijd voor de Joodsche Raad in Amsterdam, in de herfst van 1943 dook ze onder. Grete werd in Rottach-Egern geboren op 18 juli 1906. Ze overleefde de oorlog, ging in 1947 terug naar Duitsland omdat ze altijd heimwee naar Duitsland bleef houden en overleed in München op 14 mei 1999. In Duitsland maakte ze carrière als schrijfster. Een van haar boeken is het in 1963 gepubliceerde Tramhalte Beethovenstraat, dat over deze straat en de oorlog gaat.
Beethovenstraat 58 – Nathan Hakker, groente
Op Beethovenstraat 58 woonde Samuel Polak. Hij werd in Amsterdam geboren op 23 april 1907 en in Auschwitz vermoord op 30 september 1942, samen met zijn vrouw, Sientje Hakker. Sientje werd in Amsterdam geboren op 31 augustus 1906. Samuel en Sientje trouwden op 25 juni 1941. Sientje was de dochter van Nathan Hakker, de naamgever van de zaak. Hij werd geboren op 4 december 1887 in Amsterdam en in Sobibor vermoord op 2 juli 1943. Hij trouwde op 6 juni 1906 met Esther Schelvis. Het echtpaar kreeg de volgende kinderen: Sientje, Eva (1907 – 1943), Hijman (1909 – 1945), Betje (1911 – 1943), Leentje (1913 – 1943), Grietje (1915), Reintje (1915 – 1942), Benjamin (1918 – 1942), Marianne (1920 – 1942), Salomon (1922 – 1942). Grietje heeft de oorlog overleefd, en heeft nu (eind 2012) de leeftijd van 97 jaar. De zaak van Nathan Hakker had een filiaal in de P. C. Hooftstraat.
Beethovenstraat 60 – S. Blitz, kruidenier
Salomon Blitz had op dit adres een delicatessenzaak. Het was vóór de immigratiegolf van de Duitse Joden de enige Joodse zaak in deze straat die op sjabbat gesloten was.
Salomon was een Amsterdammer en werd geboren op 8 januari 1897. Hij staat op een lijst van de Joodsche Raad waarop de mensen die in aanmerking kwamen voor een Sperre staan. Salomon was gehuwd met Besie Löwenstein, die in Amsterdam geboren werd op 6 mei 1898. Ze hadden een dochter Rachel (Amsterdam, 23 september 1922). Salomon, Betsie en Rachel werden vermoord in de oorlog. Salomon en Betsie in Sobibor op 2 juli 1943, Rachel in Auschwitz op 31 oktober 1944. Waarschijnlijk is Salomon nog tewerkgesteld geweest in werkkamp Kremboong bij Hoogeveen. Hij schrijft vanuit dit kamp over de mentaliteit van de plaatselijke bevolking die bij de ingang van dit kamp aanwezig is: “Hyena’s zijn het die met hun levensmiddelen aan de poort komen. Zo is er een die twee broden voor ƒ 8,– te koop aanbood”.
Beethovenstraat 64 – Rusthuis Esplanade
Tijdens de oorlog was hier Rusthuis Esplanade gevestigd. Een van de werknemers was Ilse Lewin, die op de Jan van Eijckstraat 23 woonde.
De ondernemers van Esplanade waren Jean Steinberg (Berlijn, – Auschwitz, ) en zijn vrouw Karoline Käthchen Bacharach (Nordhausen, – Auschwitz, ). Volgens de gegevens over Karoline vluchtten zij uit Berlijn en vestigden zich in november 1933 in Amsterdam. Ze gingen wonen op de Koninginneweg 149hs, waarna ze in december 1935 verhuisden naar de Beethovenstraat 64-1. Jean was vanaf augustus 1940 sociaal medewerker van de Joodse Gemeente op de Tulpstraat 9, en vanaf 1 januari 1942 lid van de Sociale Commissie van de Joodsche Raad. Hij leed aan spondylitis (ontsteking aan de gewrichten van de wervelkolom), en was een oorlogsgewonde. Hij streed voor Duitsland aan het front tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op 21 juni 1943 werden Jean en Käthchen geregistreerd in Westerbork, op 7 september 1943 werden ze gedeporteerd. De woningkaart laat zien dat er een groot aantal personen in het rusthuis hebben gewoond.
Beethovenstraat 82 – Poppelsdorf-Druijf, fijne vleeswaren
Het gezin van Juda Poppelsdorf woonde niet op de Beethovenstraat bij de zaak, maar op de Cliostraat 2. Juda Poppelsdorf (Amsterdam, 6 oktober 1889 – Auschwitz, 26 maart 1944) was getrouwd met Estherina Druijf (Meppel, 13 mei 1894 – Auschwitz, 31 oktober 1944). Het echtpaar had twee kinderen, Sophie Regina (Amsterdam, 29 december 1920 – Auschwitz, 31 juli 1944) en Gretha Frieda (1924), die de oorlog overleefde.
Beethovenstraat 82-2 – Fien de la Mar
Op dit adres woonde de actrice Fien de la Mar.
Beethovenstraat 86 – Spruijt en Van Rietschoten, corsetten
Lingeriewinkel Spruijt (Spruyt) en Van Rietschoten had meer vestigingen in Nederland, zo ook na de oorlog op de Lijnbaan 6 te Rotterdam en voor de oorlog op Hoogstraat 268 te Rotterdam.
Het bedrijf werd aan het einde van de negentiende eeuw opgezet door Helena van Rietschoten (Den Haag, 30 maart 1828 – Den Haag, 23 juni 1912) en haar man Andries Nicolaas Spruijt (Rotterdam, 6 mei 1809 – Rotterdam, 3 juli 1884).
Beethovenstraat 92 – Julius del Canho, bijouterieën
Julius Del Canho (Amsterdam, 25 februari 1884 – Auschwitz, 14 september 1942) was de zoon van Jonas del Canho, die op nummer 43 een parfumerie had. Hij trouwde in 1913 met Wilhelmina Kropveld (Nijmegen, 18 juni 1887 – Auschwitz, 14 september 1942). De winkel werd in datzelfde jaar opgericht en werd “Au bonheur des Dames” genoemd naar de roman van Emile Zola. Zola beschreef daarin de ontwikkeling van Galeries Lafayette in Parijs.
Julius en Wilhelmina hadden drie dochters, en toen de oorlog uitbrak bleef één dochter achter in Amsterdam en zij wachtte op de terugkomst van de familie. Niemand keerde terug, ze besloot de winkel alleen voort te zetten. In de jaren zeventig kwam haar dochter in de zaak werken, en zij was de laatste eigenaresse. De eerste vestiging van “Au bonheur des Dames” was op Heiligeweg 13. De de vestiging op de Beethovenstraat was de laatste van deze zaken. Op 1 april 2015 sloot deze vestiging voorgoed haar deuren.
Beethovenstraat 96 – S. Krammer, pelterijen
Salomon Krammer werd op 10 oktober 1890 in Leeuwarden geboren. Hij trouwde in 1914 met Betje Druyf die in Groningen geboren werd op 21 april 1889. Ze begonnen een bontzaak op de Beethovenstraat en woonden boven de zaak, op 96-1.
Salomon werd vermoord in Auschwitz op 30 september 1942. Betje in Auschwitz op 12 augustus 1942.
Beethovenstraat 106 – Monco, lederwaren im- en export
Monco was de het fabriekje van de familie Monatt op Beethovenstraat 106-2. De ouders waren Duits-Joodse vluchtelingen en overleefden de oorlog. Hun zoon Heinz (Frankfurt am Main, 9 april 1914) niet, hij werd in Mauthausen vermoord op 17 september 1941. Door deze dood aan het begin van de oorlog én de locatie kan worden aangenomen dat Heinz werd opgepakt bij een van de eerste razzia’s in de stad, die tot de Februaristaking leidde.
Beethovenstraat 118 – tandarts De la Parra
Henry Jacques (Hans) de la Parra woonde met zijn gezin op dit adres en was tandarts. Hij werd geboren in Paramaribo op 22 april 1907 en hij trouwde met Helene (Enny) Marianne de Vries. Enny werd geboren op 10 maart 1915. Henry en Enny kregen twee dochters, Myrna Jeannette op 5 januari 1936 en Glenda Marianne op 19 februari 1938.
Het gezin werd in oktober 1944 naar Auschwitz gedeporteerd, waar Henry en Enny werden geselecteerd om te werken, de kinderen gingen met de moeder van Enny, Alida de Vries (Amsterdam, 25 januari 1891) naar de gaskamer waar ze op 6 oktober 1944 werden vermoord. Henry kwam om in Bergen-Belsen op 20 februari 1944, Enny overleefde de oorlog. Enny kwam terug naar Nederland, hertrouwde en kreeg een dochter Tascha. Ze emigreerden naar New York. Over haar leven, de verschrikkingen in de oorlog en de invloed van deze gebeurtenissen op haar leven en dat van haar dochter is de aangrijpende documentaire “Little Angels” (2015) gemaakt. Enny overleed op 5 september 2012 in New York.
Beethovenstraat 148 – Gebroeders Van Minden, handelsvertegenwoordigers
Op Beethovenstraat 148-2 woonde Joël Minden. Hij werd geboren in Amsterdam op 19 oktober 1891 en was handelsagent. Hij was gehuwd en had een dochter, Nini Renee, die op 2 februari 1926 geboren werd.
Joël werd in Sobibor vermoord op 9 april 1943. Nini Renee woonde bij haar tante in, werd opgepakt en vermoord in Sobibor op 9 juli 1943.
Beethovenstraat 148hs – Simon Wolf en Estella van Gelder
Dit is een van de adressen waar Simon Wolf en Estella van Gelder hebben gewoond.
de Joodse winkels – oneven zijde
Beethovenstraat 7 – Marcel Frenkel, herenmode
Vele decennia was op dit adres een herenmodezaak gevestigd. Nu weer, maar sinds 2009 is het The English Hatter. Tot die tijd was het Marcel Frenkel, dezelfde zaak die er voor en in de oorlog ook zat.
Beethovenstraat 7-2 – Elkan Kosman
Vanaf eind januari 1939 woonde violist Elkan Kosman met zijn gezin op dit adres.
Beethovenstraat 9 – Leonie Rabl-Fraenkel, Café de Paris
Café de Paris en het terras was een geliefd trefpunt van Duitse en Nederlandse Joden. De uitbaatster was Leonie Fraenkel, Lonny genoemd die getrouwd was met Dr. Ludwig Rabl uit Carlsbad (nu Karlovy Vary, Tsjechië). Ludwig overleed voor de oorlog in 1926. Het echtpaar had twee kinderen. In juni 1942 werden bij anti-Joodse acties bij Café de Paris de ruiten ingegooid.
Beethovenstraat 19-3 – J. Reisner, groente en fruit
Het gezin van David Julius Reisner waren Duits-Joodse vluchtelingen. Vader kwam uit Hannover (8 februari 1899 – Stutthof, 31 december 1944) en hij trouwde met Jenny Grünberg (Osnabrück, 7 april 1901 – Auschwitz, 6 september 1944). Ze hadden drie kinderen, waarvan zoon Kurt (Essen, 16 februari 1924 – Birkenau, 30 september 1942) vermoord werd in de oorlog. Herbert (Essen, 11 juli 1927), de andere zoon, overleefde de oorlog. Hij werd in Auschwitz door de Russen bevrijd in 1945. Hannelore was het jongste kind en zij werd geboren in Essen op 14 februari 1931. Reisner handelde inderdaad vanaf driehoog.
Beethovenstraat 37 – Hartog Bamberger, wild en gevogelte
Hartog Bamberger (Groningen, – Auschwitz, ) woonde op de Tilanusstraat 67-1. Hij trouwde op 4 november 1908 in Amsterdam met Sara Bartels (Amsterdam, – Auschwitz, ). Hartog en Sara hadden acht kinderen, zeven overleefden de oorlog. Hun zoon Emanuel (Amsterdam, – Midden-Europa, ) niet.
Beethovenstraat 43 – Jonas del Canho, parfumerie
Jonas werd geboren op 26 oktober 1857 in Amsterdam. Hij huwde met Salij de Vries (Rotterdam, 11 februari 1855 – Sobibor, 21 mei 1943) en ze kregen vier kinderen.
Julius (Amsterdam, 25 februari 1884 – Auschwitz, 14 september 1942) was de oudste, Suse (Amsterdam, 28 oktober 1885 – Sobibor, 9 februari 1943) de tweede, Martha (Amsterdam, 5 september 1890 – Sobibor, 21 mei 1943) de derde en Joshua (Amsterdam, 22 december 1895 – Sobibor, 12 februari 1943). Jonas overleed op 26 mei 1915, de zaak werd door de familie voortgezet tot in de oorlog. De familie was Joods maar voelde zich meer humanist en waren als zodanig ingeschreven.
Beethovenstraat 47 – S. Hergershausen, slager (Hergo)
De geschiedenis van Hergo staat hier.
Beethovenstraat 49 – J. Dresden, kapper (Maison Dresden)
Jacob Dresden werd geboren in Amsterdam in 1905. Hij werd in Auschwitz vermoord op 30 september 1942. In 1934 trouwde hij met Rebecca Kroonenberg. Rebecca werd in 1909 geboren in Amsterdam en in Auschwitz vermoord op 12 augustus 1942, samen met hun zoon Bart die geboren werd op 4 mei 1936. Het gezin woonde bij de kapperszaak.
Al in het begin van de oorlog werd de zaak aangemerkt als Joods lokaal, en daarmee mochten niet-Joden de zaak niet meer bezoeken. Na de deportatie van het gezin Dresden werd deze zaak nog een aantal maanden voortgezet door Gerrit en Rachel Kleerekoper.
Beethovenstraat 53 – Ch. Coster, wijnhandel
Salomon Coster was de eigenaar van de wijnhandel in de oorlog. Hij werd geboren op 22 augustus 1896 in Amsterdam en op 27 oktober 1925 getrouwd met Martha de Jong. Martha kwam ook uit Amsterdam en werd daar geboren op 19 augustus 1899. Beiden werden vermoord in de oorlog, Salomon in Midden Europa op 31 juli 1944, Martha in Auschwitz op 6 maart 1944. Ze hadden twee kinderen, Rosa (27 juli 1926) en Rebecca (3 oktober 1929).
Beethovenstraat 55 – Leo Pollack, Delicia
Samen met zijn twee zonen Robert en Walter was Leopold Pollack eigenaar van lunchroom en banketbakkerij Delicia. De zaak werd in 1934 geopend en was de eerste zaak van een uit Duitsland gevluchte Jood. Het werd een populaire gelegenheid in Amsterdam-Zuid, zeker vanwege de Duitse lekkernijen als noten- en kaastaarten.
De zaak was zo in trek bij de Duitse Joden dat Pollack een bordje ophing met de tekst “Bei Delicia spricht man auch Holländisch”.
Pollack kreeg na de razzia’s van 1942 de opdracht om het eten te verzorgen voor de opgepakte Joden die in de Hollandse Schouwburg verbleven.
Leo werd in Frankfurt am Main geboren op 2 november 1875. Hij trouwde met Lina Lower. Zij werd in Frankfurt am Main geboren op 10 november 1879. Leo en Lina werden in Auschwitz vermoord op 19 november 1943.
Robert werd geboren in Frankfurt am Main op 20 juli 1913. Hij was getrouwd en zijn echtgenote, Charlotte Reinhaus, heeft de oorlog overleefd. Robert kwam door ontberingen op 30 april 1945 om in Extern Kommando Brünnlitz, de fabriek van Oscar Schindler.
Walter was de jongste zoon, ook geboren in Frankfurt am Main, op 9 juni 1921. Hij werd op 31 maart 1944 in Auschwitz vermoord. Op de illustraties: advertentie, het huidige pand en een prentbriefkaart van het interieur. Op 3 oktober 2018 werden hier Stolpersteine geplaatst. De foto’s staan hier.
Beethovenstraat 57– Manheim, optiek
Op nummer 57 was een brillenwinkel gevestigd van de familie Manheim. De familie woonde ook op dit adres. De vader was Simon Manheim, hij werd op 14 juli 1893 in Amsterdam geboren en overleefde de oorlog. Hij overleed op 20 oktober 1963 in Amsterdam. Zijn vrouw, Rachel Querido werd in Amsterdam geboren op 8 september 1896 en werd in Auschwitz vermoord op 1 februari 1943. Het echtpaar had een dochter, Catherine, en zij werd op 8 januari 1932 in Amsterdam geboren en op 12 augustus 1942 in Auschwitz vermoord. In 1946 hertrouwde Simon.
Beethovenstraat 67boven – Huize Reinhaus
Max Reinhaus (Stadtlohn, – Auschwitz, ) en zijn vrouw Clara Hirsch (Burgsteinfurt, – Auschwitz, ) woonden op dit adres. Hun dochter
Charlotte, die met Robert Pollack, een van de zonen van Leopold Pollack (Beethovenstraat 55, Delicia) getrouwd was, zorgde in 1938 ervoor dat haar ouders en haar zuster Edith, vanuit Duitsland vluchtende, een woning konden betrekken op de Beethovenstraat 67.
Max, Clara en Edith hebben toen op de tweede en derde verdieping een rusthuis geopend als inkomstenbron. In oktober 1942 zijn Max, Clara, Edith en haar man Westerbork gedeporteerd. Max en Clara werden in februari 1944 naar Auschwitz gedeporteerd waar zij bij aankomst onmiddellijk zijn vergast. Op 3 oktober 2018 werden hier Stolpersteinen geplaatst. De foto’s staan hier.
Beethovenstraat 69 – Samuel Adelaar, boekhandel Van Baerle
Samuel Adelaar kwam uit Amsterdam (23 september 1884 – Sobibor, 7 mei 1943). Hij was getrouwd met Susanna Vijevano (Amsterdam, 21 juni 1895 – Sobibor, 7 mei 1943 en zij hadden een zoon Aron (Amsterdam, 10 februari 1925 – Auschwitz, 30 september 1942).
Beethovenstraat 143-4 – Lotte van Collem
Hier woonde Lotte van Collem – Randerath (Hersfeld, 6 april 1900 – Amsterdam, 4 april 1993) na de oorlog tot haar overlijden. Lotte was de moeder van Marty van Collem. Het gezin van Otto Frank en het gezin Van Collem was bevriend. Volgens overleveringen zou Lotte Anne hebben geholpen om haar bagage van het Merwedeplein naar de Prinsengracht te brengen toen ze in onderduik gingen. In het concentratiekamp hadden de dochters van Lotte nog contact met Anne.
Lotte werkte na de oorlog jarenlang voor de liberaal-Joodse gemeente en ze woonde voor de oorlog, op 18 oktober 1931, in een zaaltje van Americain de oprichtingsvergadering bij.
Lotte ontmoette haar man toen ze op een kookcursus was in Stettin (nu Szczecin, Polen). Daar was een bloeiende en hardwerkende liberaal-Joodse gemeente. Ze trouwden in 1922 en gingen naar Nederland, haar man werkte en woonde daar. Na de oorlog werd Lotte in het eerste bestuur van de liberaal-Joodse gemeente gekozen. Daar zat ze 26 jaar in.
Beethovenstraat 145-2 – Gijs van Hall
Hier woonde na de oorlog Gijs van Hall. Tijdens de oorlog waren zijn broer en hij heel actief met het financieren van het verzet en onderduikers. Hoewel hij burgemeester werd, koos hij ervoor om in dit gebouw te gaan wonen omdat hij een minder valide kind had en de ambtswoning geen lift had en dit naoorlogse gebouw wel.
bron:
www.geni.com,
joodsmonument.nl,
humanitarisme.nl,
advertenties Joodsch Weekblad,
genealogie.nl,
buurtwinkels.amsterdammuseum.nl,
Oord, Niek van der, verbanningsoorden,
Kolfschooten, Frank van, De Koningin van Plan Zuid.
www.geni.com, lemma Helena Marianne de Vries (geraadpleegd 9 dec 2015)
www.filmfestival.nl, lemma Little Angels (geraadpleegd 9 dec 2015)
www.joodsmonument.nl, lemma Gezin Henry Jacques de la Parra (geraadpleegd 9 dec 2015)
documentaire Little Angels, gezien 8 dec 2015
“Advertentie Huize Reinhaus”. “De Telegraaf”. Amsterdam, 19-11-1938. Geraadpleegd op Delpher op 27-09-2018, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110579019:mpeg21:a0156
“Advertentie pelsjas”. “De Telegraaf”. Amsterdam, 07-11-1941. Geraadpleegd op Delpher op 27-09-2018, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110583622:mpeg21:a0109
informatie Beethovenstraat 67 met dank aan Jack Klaber (september 2018).
Stadsarchief Amsterdam, woningkaart Beethovenstraat 37, Woningkaarten, archiefnummer 5445, inventarisnummer 28.
Ibidem, Tilanusstraatv 67-1, Woningkaarten, archiefnummer 5445, inventarisnummer 352.
Ibidem, archiefkaart Bamberger Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 33.
Ilse Lewin, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130333326 – Ilse M S LEWIN.
Esplanade, Advertentie. “Het joodsche weekblad : uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam”. Amsterdam, 08-08-1941, p. 14. Geraadpleegd op Delpher op 02-08-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010318167:mpeg21:p014.
Jean Steinberg, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 779.
Karoline Käthchen Bacharach, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 25.
Jean Steinberg, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130380217 – Jean STEINBERG.
Jean I. Steinberg, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130380218 – Jean I STEINBERG.
Karoline Käthchen Bacharach, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130380220 – Karoline K STEINBERG BACHARACH.
Au Bonheur des Dames, sluiting, Parool, 14 september 2014.
Email E. Mante d.d. 8 november 2022.
Channa, mevrouw L. van Collem, Een kwart eeuw liberaal-Joods bestuurslid, Nieuw Israëlietisch Weekblad (22 oktober 1971) 7.
foto’s:
de winkels van juli 2012 op de genoemde locaties © joodsamsterdam.nl, bewerkt.
prentbriefkaart Delicia met dank aan en toestemming van Jack Klaber, 16 aug 2015
de winkels van juli 2012 op de genoemde locaties, © joodsamsterdam.nl
Kolfschooten, Frank van, De Koningin van Plan Zuid.
“Advertentie Huize Reinhaus”. “De Telegraaf”. Amsterdam, 19-11-1938. Geraadpleegd op Delpher op 27-09-2018, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110579019:mpeg21:a0156
“Advertentie pelsjas”. “De Telegraaf”. Amsterdam, 07-11-1941. Geraadpleegd op Delpher op 27-09-2018, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110583622:mpeg21:a0109.
Esplanade, Advertentie. “Het joodsche weekblad : uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam”. Amsterdam, 08-08-1941, p. 14. Geraadpleegd op Delpher op 02-08-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010318167:mpeg21:p014.
gepubliceerd:
29 april 2016
Laatste aanpassing:
3 juli 2023