Emma Sophia Catharina Gompertz – Josephus Jitta

Emma Gompertz-Jitta, [1913], © onbekend
Gedenkboek van de Tentoonstelling De Vrouw 1813-1913 [1914] 12
Emma Sophie Josephus Jitta (Amsterdam, – Utrecht, ) zette zich voor minderbedeelden in Amsterdam in. Ze was van groot belang voor de stad, zowel voor de Joodse gemeenschap als de niet-Joodse gemeenschap.

Emma Sophia Catharina Josephus Jitta was een dochter van juwelier-diamantair Alfred Josephus Jitta (Amsterdam, 1820 – Amsterdam, 1878) en Abigael Polak Daniels (Den Haag, 1822 – 1898). Het gezin bestond verder uit broer en oogarts Nicolaas Marinus (Amsterdam, 16 mei 1858 – Den Haag, 5 juni 1940), broer en raadslid in Amsterdam Daniël (Amsterdam, 19 juli 1854 – Den Haag, 10 november 1925) en broer Willem Julius (Amsterdam, 19 juli 1851 – Bloemendaal, 20 december 1906). In haar jeugd woonde Emma op de Sarphatistraat 66.

Emma trouwde in 1873 met bankier Bernard Leon Gompertz (Amsterdam, 9 oktober 1848 – 1 januari 1916) en kreeg met hem twee dochters, op 28 juni 1874 Louise (overleden Utrecht, 31 augustus 1920; echtgenote van Ernst Julius Cohen en zij hadden twee kinderen) en op 8 december 1878 Alice Judith (overleden Den Haag, 25 oktober 1943). 

Het gezin woonde op Keizersgracht 704 en behoorde tot de Amsterdamse elite.

Emma werd zeer actief in het openbare leven in de hoofdstad. Van 1876 tot 1918 was ze regentes voor de Bewaarschool voor Nederlandsch-Israëlitische Minvermoogenden aan de Rapenburgerstraat. Bijna activistisch was haar bijdrage aan het Damescomité van de Amsterdamse Vereeniging “Kindervoeding”. Deze organisatie was nodig om arme schoolkinderen gedurende de wintermaanden van een warme maaltijd te voorzien, vaak zelfs de enige maaltijd voor zo’n kind op een dag. Emma was vanaf 1884 lid van deze organisatie en vanaf 1889 de presidente. Vele jaren bereidde deze organisatie duizenden maaltijden en de gemeente Amsterdam nam in 1916 dit initiatief over. Emma was toen 32 jaar bij het comité betrokken.

De japon van Emma
In 1936 werd de tentoonstelling  ‘Costuum onzer Voorouders’ (1936) gehouden in de Ridderzaal in Den Haag. Deze tentoonstelling was een belangrijk hoogtepunt voor de ontwikkeling van kennis van het historische kostuum in Nederland uit de periode 1750-1915. De tentoonstelling was een groot succes en reisde na Den Haag door naar Rotterdam, Amsterdam en Arnhem. Voor de tentoonstelling leende Emma, onder andere, haar Empirejapon uit. Jonkvrouw De Jonge was zeer enthousiast over deze japon en zij vroeg zij na de tentoonstelling aan Emma of zij deze in bruikleen kon afstaan. Emma ging ermee akkoord en de japon kwam te staan in de vitrines in het Centraal Museum. Nog voor Emma overleed liet ze, tegen betaling, de japon bewaren in de kelders van het Centraal Museum. Ze meldde de japon niet aan bij de LiRo-bank aan de Sarphatistraat. Jonkvrouw Carla de Jonge was in die tijd directrice van het Centraal Museum en beschreef de japon als volgt: “2. Een empire avondjapon van wit linnen met geborduurden rand, omstreeks 1810, bruikleen uit den onverdeelden boedel van wijlen Mevrouw E. S. C. Gomperts-Josephus Jitta, overleden te Utrecht 4 januari 1941, waarvan voor 2/3 erfgename is A.J. Elssbacher-Gompertz te Den Haag en voor 1/3 E. Verloop-Cohen te Utrecht, die zelf Jood is in den zin der verordening, maar gehuwd is met Mr. Verloop, die geen Jood is. Op grond van artikel 11 van de verordening no. 58/142 zou dit derde gedeelte niet onder de verordening der inlevering van Joodsche vermogenswaarden vallen.” De rest van de oorlog streed Jonkvrouw De Jonge ervoor om de japon uit de handen van de nazi’s te houden, wat lukte. Ze stelde dat Emma Verloop – Cohen de wettige erfgename was en door haar gemengde afkomst lukte dit. Na de oorlog schonk Emma Verloop – Cohen de japon aan het museum. Een foto en het volledige verhaal via deze link.

Ook op sportief terrein was Emma actief. In 1888 raakte ze betrokken bij de Hollandsche Dames Zwemclub, opgericht in 1886 in Amsterdam, en in 1890 werd ze hier de presidente van. Emma schreef voor de Womens’ Department van de Wereldtentoonstelling van 1893 in Chicago een rapport over sport; een van de twaalf rapporten over Vrouwenarbeid in Nederland. Deze rapporten vormden de Nederlandse inzending voor deze tentoonstelling. Bij deze activiteit komt de feministische kant van Emma al naar voren en die wordt helemaal duidelijk bij de eerste ledenlijst van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (VVK) uit maart 1897. Emma was een van de eerste leden van deze VVK. Ze was lid van het voorbereidingscomité voor het congres van de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht dat in 1908 in Amsterdam werd gehouden. De buitenlandse afgevaardigden werden in 1908 in haar eigen huis aan de Keizersgracht voor een receptie ontvangen.

In 1907 werd de Inrichting voor Zuigelingenzorg aan het Rapenburg geopend. Hier werden baby’s en jonge kinderen opgevangen. Emma werd lid van het eerste bestuur. Deze inrichting zou later verhuizen naar een voormalige synagoge aan de Plantage Middenlaan tegenover de Hollandsche Schouwburg en stond bekend als ‘de Joodse crèche’.
In 1908 was Emma betrokken bij de oprichting van een voogdij-instelling voor verwaarloosde en criminele Joodse kinderen, ‘Misgab Lajeled’.

Op het persoonlijke vlak trouwde in december 1900 haar dochter Alice Judith met Fritz (Frederik Salomon) Eltzbacher, telg uit een vooraanstaande Duits-Joodse bankiersfamilie. Alice en Fritz hebben een tijd in Berlijn gewoond, in 1910 kwam er een advertentie voor een kindermeisje en het woonadres was toen de Bellevuestraat 7 in Berlijn. Fritz was onder andere lid van de Raad van Toezicht van de Amsterdamse Bank en commissaris van de Haarlem-Zandvoort Spoorweg-Maatschappij en zijn familie was zeer betrokken bij de ontwikkeling van Zandvoort als badplaats. Fritz en Alice kregen drie kinderen. Fritz overleed op 18 januari 1927 in ‘Huize De Wildbaan’ aan de Hoofdstraat in Driebergen en was toen 67 jaar oud.

 

bron:
Myriam Everard, Emma Gompertz-Jitta op www.wilhelminadrucker.nl (http://www.wilhelminadrucker.nl/nl/emma-gompertz-jitta) (geraadpleegd 22 juli 2019).
Stadsarchief Amsterdam, bevolkingsregister 1874 – 1893; Josephus Jitta, Alfred – Sarphatistraat 66 – 06-08-1822 – Amsterdam – BRB00546000139

Stadsarchief Amsterdam, bevolkingsregister 1874 – 1893 Gompertz, Bernard Leon – Keizersgracht 704 – huis – 09-10-1848 – Amsterdam – BRB00269000114
“Familiebericht”. “Het nieuws van den dag : kleine courant”. Amsterdam, 20-12-1900. Geraadpleegd op Delpher op 22-07-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010127617:mpeg21:a0085
overlijden Fritz Eltzbachter via https://www.openarch.nl/hua:2EE0E7EE-96F6-442D-AB50-4ED44A6A98BD (geraadpleegd 22 juli 2019).
“Haarlem-Zandvaart Spoorweg-Maatschappij.”. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 21-09-1916. Geraadpleegd op Delpher op 22-07-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010652266:mpeg21:a0037
“Familiebericht”. “Nieuwe Rotterdamsche Courant”. Rotterdam, 19-01-1927. Geraadpleegd op Delpher op 22-07-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010028847:mpeg21:a0162
“CREMATIE DR. F. ELTZBACHER.”. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 21-01-1927. Geraadpleegd op Delpher op 22-07-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010657922:mpeg21:a0115
“Advertentie”. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 11-08-1910. Geraadpleegd op Delpher op 22-07-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010337231:mpeg21:a0029
japon van Emma via https://www.modemuze.nl/blog/waarom-de-nazi-de-%E2%80%98joodse%E2%80%99-japon-niet-kreeg (geraadpleegd 22 juli 2019)
aanvulling Louise Gompertz met dank aan Ernest Gompers d.d. 1 augustus 2019

Illustratie:
Emma Gompertz-Jitta, [1913], © onbekend, Gedenkboek van de Tentoonstelling De Vrouw 1813-1913 [1914] 12
“Familiebericht”. “Het nieuws van den dag : kleine courant”. Amsterdam, 20-12-1900. Geraadpleegd op Delpher op 22-07-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010127617:mpeg21:a0085
“Familiebericht”. “Nieuwe Rotterdamsche Courant”. Rotterdam, 19-01-1927. Geraadpleegd op Delpher op 22-07-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010028847:mpeg21:a0162

laatst bijgewerkt:
27 september 2019