Henri Polaklaan (Plantage Franschelaan)

diamantwerkersbondraam

Stadsarchief Amsterdam, beeldbank. Henri Polaklaan (voormalige Plantage Franselaan). Uitgave Kunstanstalt HERZ, Amsterdam. Prentbriefkaart, 1900. PBKD00154000005.

Midden in deze buurt waar vooral welgestelde(re) Joden woonden vinden we de Henri Polaklaan. De Henri Polaklaan werd Achterlaan en Stillelaan genoemd en in de negentiende eeuw tot en met de Tweede Wereldoorlog de Plantage Franschelaan. Tijdens de Shoah zijn uit deze straat zeker 201 mensen vermoord.

Na de Tweede Wereldoorlog werd de naam veranderd in de Henri Polaklaan. De eerste aankondiging van deze naamsverandering verscheen in het Nieuw Israëlietisch Weekblad van 2 november 1945, toen Henri Polak in het Concertgebouw herdacht werd.
diamantwerkersbondHenri Polak was een beroemd voorzitter (“de rebbe van de diamantbewerkers”) van de Diamantwerkersbond, de eerste vakbond die in Nederland werd opgericht. Het voormalige hoofdkantoor van deze bond staat er nog en is bekend onder de naam Burcht van Berlage.

Dit gebouw werd in 1900 opgetrokken in de tuin van Abraham van Liers’ Plantage Schouwburg, op nummer 9. Toen de tuin verdwenen was kon de aan het oog onttrokken schouwburg alleen nog via een poortje worden bereikt. In 1920 was de Plantage Schouwburg de locatie waar het legendarische succes van de opvoering van “De Jantjes” , met Louis Davids, zich afspeelde.

diamantwerkersbondsymboolEen leuk detail aan dit gebouw is het venster in het torentje, dat eruit ziet als een diamant. Tegenwoordig is het Vakbondsmuseum er gevestigd en is het gebouw een trouwlocatie. Het gebouw is nog steeds het eigendom van een vakbond, de FNV.
Henri Polak werd op 18 juli 1940 door de Duitsers gearresteerd, maar hij werd niet gedeporteerd. Hij stierf op 18 februari 1943 in Laren.

Plantage Franschelaan 3 – gezin Polak
Leopold Polak deed zijn bar mitswah op zaterdag 10 juni 1905. In het Nieuw Israëlietisch Weekblad van 2 juni 1905 plaatsten zijn ouders Sallij (Salomon) Polak (Amsterdam, 26 mei 1864 – Amsterdam, 7 november 1925) en Rosa Polak-Cahn (Duisburg, 18 augustus 1866 – Monowitz, 30 september 1942) een advertentie ter gelegenheid van deze gebeurtenis. Rosa woonde in het begin van de oorlog op de P. C. Hooftstraat 162hs.
Gedurende de oorlog was dit adres een bijkantoor van de Nederlandsche Volksdienst, opgericht op initiatief en met hulp van de bezetter, waarbij het ging om de nazificering van het maatschappelijk werk in Nederland.

Plantage Franschelaan 4 – mevrouw Kalker
Mevrouw J. Kalker woonde in 1897 op dit adres en zocht een bekwame keukenmeid. Mevrouw J. Kalker was Bertha Edersheim (Den Haag, 31 januari 1862), echtgenote van Jacob Kalker (Amsterdam, 2 april 1856). In 1923 woonde de heer Visser er, en bij hem thuis werd er een bijeenkomst georganiseerd van Agoedas Jisroeil, een Joodse jeugdorganisatie.

Plantage Franschelaan 4 – Pension Frank
In 1935 was op dit adres ritueel pension Frank gevestigd, met gelegenheid tot dineren, ook tijdens de Pesach. Jacob Frank (Hoogeveen, – Sobibor, ), zoon van Benjamin Frank (1851 – 1935) en Hendrina Scholten (1848 – 1887), was gehuwd met Johanna de Bruin (Amsterdam, – Sobibor, ). Zij hadden twee kinderen; Benjamin Emanuel en directeur van Joods Ons Huis Margaretha Hendrina (Rotterdam, – Sobibor, ). Ten tijde van de oorlog woonden Jacob en Johanna op de Plantage Kerklaan 35-1. Een broer van Jacob, Izak, had in het begin van de oorlog een pension, Pension Frank, op de Plantage Middenlaan. Dit pension was gevestigd ter hoogte van de huidige ingang van het Holocaustmuseum.

Plantage Franschelaan 5-3 – W. H. Citroen
Willem H. Citroen (Amsterdam, 16 april 1870) woonde op dit adres in 1925 en hij was een van de contactadressen van de Vereniging “Weldadigheid” (opgericht 1 januari 1875).

Plantage Franschelaan 6 – dokter Velleman
Het doktersechtpaar Elia Velleman en Sophia Velleman-Pinto woonden voor de oorlog op deze laan, sinds 29 september 1925. Sophia was keel-, neus- en oorarts, Elia was huisarts. Sophia werd op 7 juli 1897 geboren in Winschoten en overleed op 8 mei 1959. Elia werd op 30 maart 1894 geboren in Sneek en overleed op 8 december 1952 in Amsterdam. Tijdens de bezetting was Elia een van de Joodse artsen die nog mocht werken, uitsluitend voor Joodse patiënten. Elia was de huisarts van een lezer van deze website.

Plantage Franschelaan 7 – J. Abrahams
J. Abrahams – Heymann was pianolerares en in 1892 op dit adres woonachtig. Ze adverteerde in het Nieuw Israëlietisch Weekblad en mocht in die advertentie de heer Julius Röntgen als referentie opgeven.

Plantage Franschelaan 7hs – oogarts Van Dantzich
Salomon van Dantzich (Rotterdam, 23 augustus 1871 – Haarlem, 23 juni 1934) vestigde zich in 1898 op dit adres. Hij was oogarts en had op dit adres een dagelijks spreekuur van 13.30 – 15.30, voor de minvermogenden (armen) van 9.00 – 10.30. Salomon was in 1898 gehuwd met Judikje de Jong (Leeuwarden, 10 september 1867 – Rotterdam, 31 augustus 1929). Judikje en Salomon hadden twee zoons, Frederik en Arnold.
In 1908 woonde dit gezin, en was de praktijk, op de Rosestraat 23 in Rotterdam.

voormalig Portugees Israëlitisch Ziekenhuis
voormalig Portugees Israëlitisch Ziekenhuis

Henri Polaklaan 8-10-12 – Portugees Israëlitisch Ziekenhuis
Op de Henri Polaklaan 8-10-12 zat het Portugees Israëlitisch Zieken- en Oude Vrouwenhuis (P. I. Z.), nummer 10 werd vooral gebruikt als zusterhuis. Lees verder.

pizIn september 1945 was dit pand het Repatriëringshuis. Men kon kinderen van 4 – 14 jaar opgeven om aan te sterken bij Joodse gezinnen in Denemarken.

Plantage Franschelaan 9 – De Burcht van Berlage
“De Burcht”, het gebouw van de Algemene Nederlandse Diamantwerkers Bond, staat op dit adres en wordt hier besproken. Op 23 juni 1945 werd hier een contactbijeenkomst (Oneg Sjabbath) georganiseerd voor naar Nederland teruggekeerde Joden.
Gedurende de oorlog, al in mei 1940, werd dit gebouw overgenomen door de Nationaal Socialistische Beweging (NSB). De boeken uit de bibliotheek van de vakbond werden door de NSB op het Waterlooplein verkocht.

Plantage Franschelaan 10 – Salomon Lichtenstein
Salomon Lichtenstein (Neuwied, 17 juli 1867 – 1954) werd in 1943 uit Westerbork teruggehaald door de bezetter om sterilisaties uit te voeren in het P. I. Z. op gemengd-gehuwde mannen. Deze mannen kregen in hun persoonsbewijs een open rode J, in het Duits ‘Jot’ genoemd. Dat leidde tot het volgende rijmpje ‘Met een rood en open Jotje, kan je neuken zonder kapotje’.
Salomon kwam in 1933 naar Nederland. Hij voerde veel schijnoperaties uit en pleegde op deze manier verzet tegen deze maatregel van de bezetter.

Plantage Franschelaan 11 – Jacobus Lob
Dit adres is het geboortehuis van Jacobus Lob.

huizefrankPlantage Franschelaan 11 – Huize Frank
in maart 1939 vestigde Huize Frank, voorheen op de Hogeweg 12, zich op dit adres. Een van de mensen die er werkten was Dina Frankenhuis.

Plantage Franschelaan 11a – mevrouw Swaab
Mevrouw W. Swaab woonde op dit adres in 1904 en vroeg middels een advertentie een keukenmeisje.

1929

Plantage Franschelaan 11b – huisarts Vet
Izak Salomon Vet (1862 – 1937) was de oudste zoon van Salomon Izak Vet en Judith van Thijn. Hij groeide op in Zaandam in een gezin met negen kinderen. Izak werd huisarts in Amsterdam en was vanaf 1905 woonachtig op de Plantage Franschelaan 11b, samen met zijn vrouw Esther Hirsch en hun dochter Elisabeth (Amsterdam, 20 maart 1896).
Elisabeth trouwde in 1920 met commissionair in effecten Jacques Mendes da Costa (Amsterdam, 18 augustus 1886). Elisabeth werd scheikundige en woonde vanaf 29 december 1928 met haar gezin op de Gabriel Metsustraat 28. Op dat adres probeerden Jacques, Elisabeth met hun dochter Esther Elisa Jacoba Mendes da Costa op 17 mei 1940, drie dagen na de capitulatie, zelfmoord te plegen middels het slaapmiddel Veronal en gasvergiftiging. Jacques en Elisabeth overleefden deze poging, hun dochtertje overleed. Jacques overleed later in de oorlog in Amsterdam op 27 augustus 1942.
Elisabeth Mendes da Costa- Vet overleefde de oorlog na gevangen te hebben gezeten in Westerbork en Bergen-Belsen. In Bergen-Belsen werd ze geruild tegen gevangen genomen Duitsers in Palestina en was ze een van de Austausch-Juden die naar Palestina ging. Daar kwam ze aan in 1944 en in 1945 keerde ze terug naar Amsterdam, waar ze overleed op 13 april 1982. Moeder Ester Hirsch overleed op 10 mei 1933 op het adres Plantage Franschelaan 11b en werd op de Joodse begraafplaats in Muiderberg begraven. Izak Salomon Vet overleed op dit adres op 3 maart 1937.

Plantage Franschelaan 11b – Jacobus S. Baars en Rachel Tas
Voor de bezetting woonden architect Jacobus S. Baars (Amsterdam, 25 april 1886) en directrice van het Trenshuis Rachel Tas (Amsterdam, 27 juli 1906) op dit adres. Ze moesten verplicht verhuizen in augustus 1943 naar de Kraaipanstraat 32bovenhuis en kwamen in 1945 terug naar dit adres.

Plantage Franschelaan 11c – Jozef Pinkhof
Jozef Pinkhof was in 1932 1e secretaris van de Onafhankelijke Mizrachie. Deze organisatie moest in een bericht van 11 november 1932 nog een definitieve naam krijgen, de naam “Thorah we-Tsion, Onafhankelijke Vereeniging van Mizrachisten” werd voorgesteld. Mizrachie is het religieuze zionisme.

Plantage Franschelaan 12 – mejuffrouw Sohlberg
Mej. Sohlberg was secretaresse van de Joodse Vrouwenraad en woonde op dit adres in 1921. Zij was een dochter van Hirsch David Sohlberg (Amsterdam, 16 juni 1863 – Blaricum, 22 augustus 1930, broer van rabbijn Saul Sohlberg) en groenteschoonmaakster in het Nederlands Israëlietisch Ziekenhuis Dina Tabak (Amsterdam, – Auschwitz, ). Hirsch en Dina hadden drie kinderen; Sara (Amsterdam, – Theresienstadt, ), Marianne (Amsterdam, – Bergen-Belsen, ) en Max Gustaaf (Amsterdam, – Amsterdam, ). Ten tijde van de oorlog woonde Dina op de Beethovenstraat 38-2.

Plantage Franschelaan 13 – Joodse Arbeid
Hier was de Stichting Joodse Arbeid gevestigd, waarbij een “volledige opleiding voor emigratieberoepen” gegeven werd.

Plantage Franschelaan 13 – jeugdhuis Joodsche Raad
Günther Hermann Goldbarth (1924), Pauline Kaufmann (Dabrova, Polen, 5 september 1920) en Klaus Mendelsohn (1926) woonden tijdens de bezetting in dit pand dat op de woningkaart bij het Stadsarchief Amsterdam werd aangeduid als ‘jeugdhuis Joodsche Raad’. Op 10 november 1941 werden hier 27 mensen ingeschreven. Bewoners voor dit jeugdhuis werden ingeschreven tot 27 april 1943. Deze bewoners woonden eerder in het Werkdorp Wieringermeer, waar voor de bezetting Joodse jongeren op de Hachsjara gingen, en werden opgeleid tot landbouwer.
in de zomer van 1943 stond het pand leeg.

Stadsarchief Amsterdam, beeldbank. Loofhuttenfeest. Loofhut bij de Heer N. Boekdrukker aan de Henri Polaklaan 13. OSIM00006005340

Plantage Franschelaan 13b – Nathan Boekdrukker
Nathan Boekdrukker (Weesp, 6 juli 1866 – Sobibor, 9 juli 1943) woonde in 1928 op dit adres. Hij was het contactadres voor de vereniging “Bedek Habbajies”. Deze vereniging zocht een voorzanger en een ba’al koreh. Deze vereniging exploiteerde een synagoge en deze synagoge was op het Montefioripark gevestigd. De foto van de loofhut in de tuin van Nathan Boekdrukker werd in 1927 gemaakt.

Plantage Franschelaan 14 – Samenwerking
Op dit adres was in 1920 gebouw “Samenwerking” gevestigd. L. Wagenaar, rector aan het Nederlands Israëlitisch Seminarium hield er op zondagavond 19 december 1920 een lezing over “Ijobs Zielelijden”. Dit verenigingsgebouw werd in het Nieuw Israëlietisch Weekblad van 9 juni 1922 een soort Joods Ons Huis genoemd, al voor de oprichting van het “Joodsch Ons Huis”. Er werd scholing verzorgd, maar ook aanvullend en opvoedend gezinsleven.
In 1937 komt dit adres weer terug in een Nieuw Israëlietisch Weekblad. In een advertentie staat dat hier het Beth Am (volkshuis) van Zichron Jaäkov is gevestigd. Na 1938 werden deze zalen overgenomen door “Het Amsterdamsche Schaakhuis”, maar bleven in gebruik bij de Joodse gemeenschap.

Henri Polaklaan 17 – Lodewijk Sarlouis
Op nummer 17 woonde opperrabbijn Sarlouis van het Nederlands-Israëlietisch Kerkgenootschap (van 1936 tot 1942). Hij werd op 12 februari 1941 bij Böhmker, de gevolmachtigde van Seyss-Inquart voor Amsterdam, ontboden, samen met Asscher en Liaho Frances (Saloniki, – Monowitz, ), de opperrabbijn van de Portugese Joden. Böhmker eiste in deze bespreking een uit 20 personen bestaande Joodsche Raad. De Joodsche Raad werd op 13 februari van dat jaar een feit en heeft gefunctioneerd tot september 1943.
Sarlouis is in het najaar van 1942 weggevoerd. Hij zat in de Joodsche Raad en het was bijzonder dat hij toen al werd weggevoerd, want de leden van de Joodsche Raad waren de laatsten die in september 1943 werden weggevoerd. Wellicht wilde de bezetter de Joodsche Raad laten merken dat ook zij niet van deportatie waren uitgesloten.
Lodewijk Sarlouis werd in Amsterdam geboren op 28 februari 1884. Hij was getrouwd met Lea Asscher (Amsterdam, 23 september 1887). Zij hadden drie zoons en een dochter. Een zoon overleed jong. Lodewijk en Lea werden vermoord in Auschwitz op 26 oktober 1942. Hun zoon Hartog (Amsterdam, 15 augustus 1913) werd vermoord in Midden-Europa op 31 maart 1944, hun dochter Louise Polak-Sarlouis (Amsterdam, 14 september 1914) werd vermoord in Auschwitz op 26 oktober 1942. Verder hadden ze nog een zoon Abraham (9 februari 1916). Hij overleefde de oorlog en werd diplomaat voor Israël en overleed in Jeruzalem in 1985. Verder was er nog een zoon, Joseph (18 maart 1918). Joseph overleed op éénjarige leeftijd, op 3 november 1919, in Amsterdam.

Tijdens de oorlog was op dit adres de “Hilfstelle Mutter und Kind NSDAP Volkswohlfahrt” gevestigd.

Plantage Franschelaan 18 – bovenhuis
Vanaf 1 november 1934 was dit bovenhuis te huur. Dit bovenhuis had een ingebouwde Soekah (loofhut) én dat werd in de advertentie vermeld.

Plantage Franschelaan 18-1 – Jacques David Citroen
Vlak voor en in het begin van de oorlog woonde Jacques David Citroen hier. Hij was onder de naam Jacques van Hoven een bekend acteur. Hij was de ex-man van Rika Hopper.

Plantage Franschelaan 19 – gezin Broekhuijsen
J. Broekhuijsen en echtgenote waren kleermakers en woonden op dit adres. Ter gelegenheid van Rosj Hasjana 1917 wensten ze hun clientèle een gelukkig nieuwjaar.

Plantage Franschelaan 23 – Manheim & Van Straten
Manheim & van Straten zochten een volontair voor een modemagazijn. Dit adres was in 1907 het contactadres. In 1924 zocht Max van Straten vanaf dit adres een mannelijke jongste bediende, voor de opleiding in het hoedenvak.

Plantage Franschelaan 25 – Lea Halpern
Lea H. Halpern was een bekend pottenbakster en in jaren dertig had zij op dit adres haar atelier. Zij hield hier regelmatig exposities en onder haar klanten mocht ze Koningin Wilhelmina en Prinses Juliana rekenen. Ook in de Nederlandse musea stond veel van haar werk. In 1935 rondde zij een reis door Palestina en Egypte af, mede ter inspiratie voor haar werk. In Nederland was ze van 1930 – 1939 gevestigd, onder de dreiging van de nazi’s vluchtte ze in 1939 of begin 1940 naar New York. Het pand werd in 1884 in opdracht van beeldhouwer Teixeira de Mattos gebouwd.

Plantage Franschelaan 25-1 – rabbijn G. De Lange
Het gezin van rabbijn G. de Lange woonde in 1939 op dit adres (zie nummer 34).

Plantage Franschelaan 26bhs – Aron de Paauw
Aron de Paauw (Amsterdam, – Amsterdam, ) was secretaris en  voorzitter van de vereniging Beurs voor de diamanthandel. Zijn vrouw, Hanna Dinner (Amsterdam, 8 februari 1881 – 26 februari 1965) en zes kinderen; Serlina, Sara, Frederika (), Philip, Jeannette en Frederika (Fré, 1913), overleefden de oorlog.

Plantage Franschelaan 27 – Gerard Leuvenberg
Gerard Leuvenberg (Amsterdam, 1 maart 1905 – Rechovot, 25 maart 1964) vierde op 9 maart 1918 zijn Bar Mitswah. Zijn ouders, Elias Leuvenberg (Opsterland, 20 oktober 1871 – Amsterdam, 2 mei 1936) en Grietje Leuvenberg- Frank (Utrecht, 1 november 1877 – Sobibor, 23 juli 1943) plaatsen een advertentie in het Nieuw Israëlietisch Weekblad. Gerard had verschillende broers en zussen:
Siegmund (Amsterdam, 22 juni 1902 – Sobibor, 23 juli 1943), Dora (Amsterdam, 17 oktober 1903 – Sobibor, 23 juli 1943), Jeannette (Amsterdam, 23 april 1906 – Sobibor, 23 juli 1943), Rosine (Amsterdam, 11 januari 1909 – Bat Yam, 21 december 1987) en Henri Isaac (Amsterdam, 29 december 1912 – Auschwitz, 31 maart 1944). In 1941 woonde het gezin op de Plantage Parklaan 8hs.

Plantage Franschelaan 28 – Firma S. Frenkel
Firma S. Frenkel & Zoon waren makelaars in assurantiën en in 1898 op dit adres gevestigd.

Plantage Franschelaan 30 – S. J. Duizend
De heer Samuel Jozeph Duizend (Amsterdam, 6 september 1884) was secretaris van de Joodse vereniging Mekour Chajim en woonde in 1904 op dit adres. De vereniging gaf jongeren van 13 – 17 jaar les in de Joodse vakken, op een uitgebreidere schaal dan op de Joodse lagere school. Samuel werd samen met zijn vrouw Clara Duizend – Philips (Amsterdam, 6 december 1873) op 11 september 1942 in Auschwitz vermoord.

Plantage Franschelaan 30a – Wolf Reisel
Wolf Reisel was opper-voorzanger van de Nieuwe Synagoge en gaf onderricht in de stemvorming. Verder gaf hij een opleiding voor jongelieden tot chazzan. Het gezin woonde in 1908 op dit adres, ze kwamen hier wonen na hun vertrek uit Berlijn.

Pinchas Wolf Reisel (15 november 1881 – Sobibor, 2 juli 1943) werd geboren in Schaki (nu Sakiai) in Litouwen. Hij trouwde in 1906 met Sonie Wigdorowitz (Ostrino, nu Astrin; 15 juni 1884 – Sobibor, 2 juli 1943) uit Wit-Rusland. Hij studeerde chazanoet bij oberkantor Aron Friedmann in Berlijn, die zelf ook uit Shaki kwam. In 1908 kwam het echtpaar Reisel naar Amsterdam waar Wolf opperchazan van de Neije Sjoel werd.
Volgens overleveringen konden mensen die hem tijdens Jom Kipoer in 1928 wilden horen zingen niet allemaal in de synagoge. Eén bezoeker gooide daarop een steen door een ruit van de sjoel zodat de mensen hem buiten ook konden horen zingen.
Wolf was alleen op vrijdagen in Amsterdam. In de rest van de week was hij in Antwerpen, waar hij in diamant handelde. De Reisels kregen zeven kinderen (volgens het Stadsarchief in Amsterdam acht). Drie werden in de oorlog vermoord, Mirjam (Amsterdam, 8 september 1925 – Sobibor, 16 juli 1943), Barend (Amsterdam, 25 juli 1908 – Sobibor, 9 juli 1943) en Lina (Amsterdam, 2 juli 1909 – Tröbitz, 29 mei 1945). Twee kinderen overleefden de oorlog. Ten tijde van de oorlog woonde het gezin op de Ruyschstraat 44hs.

Plantage Franschelaan 30-1 – gezin Landau – Lewender
Pinkus Szmull (Philip) Landau (Klodawa, – Sobibor, ) woonde op dit adres vlak voor en aan het begin van de Tweede Wereldoorlog met zijn echtgenote Sura (Sara) Lewender (Radzijn, – Sobibor, ) en hun dochters Liya (Amsterdam, ) en Rosa Zidel (Amsterdam, ). Philip had samen met zijn broer Abraham Ide een suikerwerkfabriek; eerst op de Nieuwe Kerkstraat, later op de Nieuwe Herengracht.

Plantage Franschelaan 30-2 – gezin Landau – Kotowski
Abraham Ide Landau (Klodawa, – Sobibor, ) woonde op dit adres vlak voor en aan het begin van de Tweede Wereldoorlog met zijn echtgenote Perel Kotowski (Skulsk, – Sobibor, ) en hun twee kinderen, Sulamit Esther (Amsterdam, – Sobibor, ) en Josef Saul die de oorlog overleefde. Abraham had samen met zijn broer Philip een suikerwerkfabriek; eerst op de Nieuwe Kerkstraat, later op de Nieuwe Herengracht.

Stadsarchief Amsterdam, beeldbank, Spiegel- en Lijstenfabriek Gebrs. Koch, na de brand van 22 op 23 december 1909. Collectie Frits Knuf, auteursrechtvrij. 010018000136

Plantage Franschelaan 32-34 – Spiegel- en Lijstenfabriek Gebroeders Koch
Van 22 op 23 december 1909 ging de Spiegel- en Lijstenfabriek Gebroeders Koch op de hoek van de Plantage Franschelaan en de Plantage Kerkstraat in vlammen op. Op dit adres waren ingeschreven: Israël Koch (Lippstadt, 15 juli 1824), zijn vrouw Frederika de Winter (Keulen, 19 februari 1818), Hartog (Amsterdam, 1 september 1854), Sophia (Amsterdam, 19 oktober 1856) en Dina (Amsterdam, 19 juli 1858). De fabriek werd in 1870 aanbesteed en Israël was de directeur. In 1887 was er ook een vestiging op de Kalverstraat 177. De fabriek bezat een stoommachine. In 1892 was er al een brand in de fabriek, die toen geblust kon worden door de brandweer. De brand in 1909 ontstond na 10 uur ’s avonds op de bovenverdieping aan de kant van de Franschelaan. Een uur later stortte het dak in, rond 23.30 was men de brand enigszins meester.

Plantage Franschelaan 34 – rabbijn De Lange

Op nummer 34 woonde in 1933 rabbijn George de Lange (Amsterdam, 1 juli 1876), rabbijn van de Nederlandsch Israëlitische Hoofd Synagoge (N.I.H.S.). De Lange is een van de mensen die zich in dat jaar hebben ingezet om financiën bij elkaar te krijgen om de Jesjiwa (leerschool) van Ostrowiecz, waar 400 Talmoedstudenten studeerden, merendeels vluchtelingen uit Rusland, over te plaatsen naar Palestina. Daar zouden de leerlingen veilig zijn en konden ze leren en werken combineren. Dat was in Polen onmogelijk. Op 9 februari 1934 kon men mededelen dat de Jesiwa inderdaad naar Tel Aviv overgeplaatst kon worden, er waren voldoende financiële middelen bijeen gebracht.

George de Lange woonde in 1941 op de Plantage Franschelaan 25-1 en werd samen met zijn vrouw Hanna de Lange-Duches (Altona, 3 juni 1895) op 23 juli 1943 in Sobibor vermoord.

Plantage Franschelaan 42 – Harpe Davids
In het gebouw van de KDO (Krachtsportvereniging Kracht Door Oefening) repeteerde elke dinsdagavond van 20.30 – 22.30 het koor van Harpe Davids, een van de bekendste Joodse koren van Nederland.

 

 

bron:
Nieuw Israëlietisch weekblad, 4 nov 1892, Abrahams, nummer 7
ibidem, 10 sep 1897, Kalker, nummer 4
ibidem, 18 feb 1898, Dantzich, nummer 7
ibidem, 4 maart 1898, Frenkel, nummer 28
ibidem, 29 juli 1904, Duizend, nummer 30
ibidem, 2 dec 1904, W Swaab, nummer 11a
ibidem, 2 juni 1905, Leopold Polak, nummer 3
ibidem, 27 sep 1907, Manheim & Van Straten, nummer 23
ibidem, 29 mei 1908, W Reisel, nummer 30a
ibidem, 4 juli 1913, verslag vergadering 5 juni 1913, nummer 8-10
ibidem, 24 juli 1914, aanbesteding Boa, nummer 8-10
ibidem, 14 sep 1917, Broekhuijsen, nummer 19hs
ibidem, 1 maart 1918, Leuvenberg, nummer 27
ibidem, 14 juni 1918, Plantage Franschelaan 10
ibidem, 17 dec 1920, Samenwerking, nummer 14
ibidem, 11 nov 1921, Joodsche Vrouwenraad, nummer 12
ibidem, 9 juni 1922, Samenwerking, nummer 14
ibidem, 13 juli 1923, Agoedas Jisroeil, nummer 4
ibidem, 1 aug 1924, Max van Straten, nummer 23
ibidem, 6 feb 1925, Citroen, nummer 5
ibidem, 30 maart 1928, PIZ, nummer 8-10
ibidem, 2 nov 1928, Boekdrukker, nummer 13b
ibidem, 6 okt 1922, Bedek Habbajies, Montefioripark
ibidem, 11 nov 1932, Pinkhof, nummer 11c
ibidem, 6 jan 1933, G de Lange, nummer 34
ibidem, 6 feb 1934, G de Lange, jesiwa, nummer 34
ibidem, 31 aug 1934, nummer 18
ibidem, 5 apr 1935, nummer 4
ibidem, 29 nov 1935, nummer 25
ibidem, 8 jan 1937, nummer 14a
ibidem, 28 aug 1939, Harpe Davids, nummer 42
ibidem, 22 juni 1945, De Burcht, nummer 9
ibidem, 14 sep 1945, repatriëringshuis, nummer 8-10
ibidem, 2 nov 1945, naamswijziging
“Advertentie Huize Frank”. “Nieuw Israelietisch weekblad“. Amsterdam, 10-03-1939. Geraadpleegd op Delpher op 26-11-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874666:mpeg21:a0038
www.joodsmonument.nl, Plantage Franschelaan (geraadpleegd 25 sep 2015)

www.joodsmonument.nl, lemma Pinchas Wolf Reisel (geraadpleegd 25 sep 2015)
www.joodsmonument.nl, lemma’s bewoners Plantage Franschelaan 8-10 (geraadpleegd 25 sep 2015)
www.joodsmonument.nl, lemma George de Lange (geraadpleegd 25 sep 2015)
www.nljewgen.org, lemma Elias Leuvenberg (geraadpleegd 25 sep 2015)
www.wikipedia.nl, lemma religieus zionisme (geraadpleegd 25 sep 2015)
www.wikipedia.nl, lemma Lea Halpern (geraadpleegd 25 sep 2015)
stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Lodewijk Sarlouis
stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Elia Velleman
Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Mozes Lob (9 feb 1838)
met dank aan Anna de Groot – Papegaai
www.geni.com, lemma Joseph Sarlouis (geraadpleegd 27 sep 2015)
www.jodeninnederland.nl, lemma Sarlouis, Hartog (Harry) (geraadpleegd 27 sep 2015
Stigter, Bianca, De Bezette Stad, Plattegrond van Amsterdam 1940 – 1945 (Amsterdam 2005) p. 142 – 143
www.wikipedia.nl, lemma Nederlandsche Volksdienst
“Advertentie Vet”. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 23-04-1929. Geraadpleegd op Delpher op 19-02-2018, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010658894:mpeg21:a0061
informatie Izak Salomon Vet met dank aan Jeanne van Ammers, per email 18 feb 2018
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Elisabeth Vet
Lucas Ligtenberg, Mij krijgen ze niet levend. De zelfmoorden van mei 1940 (Amsterdam 2018) 192 (Vet)
aanvulling Salomon Lichtenstein: Bianca Stigter, Atlas van een bezette stad, Amsterdam 1940 – 1945 (Amsterdam 2019) 232
Stadsarchief Amsterdam, persoonskaart Lichtenstein, Salomon – 17-07-1867 – A01232_0506_0683
Stadsarchief Amsterdam, Salomon van Dantzich, Overgenomen delen, archiefnummer 5416, inventarisnummer 40
“De Lange”. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 1939/09/01 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 13-10-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874587:mpeg21:p001
Stadsarchief Amsterdam, Jacob Frank, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 245
www.joodsmonument.nl, lemmata gezin Frank (geraadpleegd 1 mei 2021)
Stadsarchief Amsterdam, Willem Citroen, Bevolkingsregister 1874-1893, archiefnummer 5000, inventarisnummer 1793
Stadsarchief Amsterdam, Hirsch David Sohlberg, Bevolkingsregister 1864-1874, archiefnummer 5000, inventarisnummer 1035.
Hartig Koch, Stadsarchief Amsterdam, Bevolkingsregister 1874-1893, archiefnummer 5000, inventarisnummer 2046.
Koch, Advertentie. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 13-09-1882, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 24-11-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010973234:mpeg21:p008.
Koch, Advertentie. “Leeuwarder courant”. Leeuwarden, 17-02-1887, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 24-11-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010589690:mpeg21:p004.
Koch, Brand bij Gebrs. Binder.. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 21-04-1892, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-11-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010146090:mpeg21:p005.
Koch, GEMENGD NIEUWS UIT BINNEN- EN BUITENLAND.. “Arnhemsche courant”. Arnhem, 22-12-1909. Geraadpleegd op Delpher op 24-11-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000097974:mpeg21:p002.
Abraham Ide Landau, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 486.
Pinkus Szmull Landau, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 486.
Aron de Paauw, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 619.
Rosa Cahn, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 148.
Bertha Edersheim, Stadsarchief Amsterdam, Bevolkingsregister 1874-1893, archiefnummer 5000, inventarisnummer 2046.
Pauline Hilde Kaufmann, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 414.
Jeugdhuis Joodsche Raad, https://www.amsterdam.nl/stadsarchief/stukken/tweede-wereldoorlog/plantage-franschelaan-13/ (geraadpleegd 25 januari 2024).
KRACHTSPORT Nieuw clublokaal van K.D.O.. “Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij”. Amsterdam, 18-01-1932, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011116648:mpeg21:p003.
Elia Velleman, Medische hulp van 30 tot 6 uur Amsterdam. “Het joodsche weekblad : uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam”. Amsterdam, 02-04-1943, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010318363:mpeg21:p002.

illustraties:
© joodsamsterdam.nl
“Advertentie Huize Frank”. “Nieuw Israelietisch weekblad“. Amsterdam, 10-03-1939. Geraadpleegd op Delpher op 26-11-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874666:mpeg21:a0038
“Advertentie Vet”. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 23-04-1929. Geraadpleegd op Delpher op 19-02-2018, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010658894:mpeg21:a0061
Stadsarchief Amsterdam, beeldbank. Henri Polaklaan (voormalige Plantage Franschelaan). Uitgave Kunstanstalt HERZ, Amsterdam. Prentbriefkaart, 1900. PBKD00154000005.
Stadsarchief Amsterdam, beeldbank, Spiegel- en Lijstenfabriek Gebrs. Koch, na de brand van 22 op 23 december 1909. Collectie Frits Knuf, auteursrechtvrij. 010018000136.
Stadsarchief Amsterdam, beeldbank. Loofhuttenfeest. Loofhut bij de Heer N. Boekdrukker aan de Henri Polaklaan 13. OSIM00006005340.
Jacobus Baars, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 24.

gepubliceerd:
6 mei 2016

Laatst aangepast:
25 januari 2024